Bierloop: Hoe egoïstisch kan een loper zijn?

Image2 mei. Het moest er een keer van komen, maar deze jongen heeft een serieus loopprobleem. Het heeft mij nachten uit mijn slaap gehouden. Wat is namelijk het geval? Ik had besloten om mee te doen aan de nieuwe versie van de Bierloop. Het nieuwe aan de bierloop was dat hij nu uit twee verschillende rondjes van ieder exact een marathon bestond. Uiteraard was het de bedoeling om beide rondjes te lopen.


 ’s Morgens ronde 1, dan even een boterhammetje eten en dan ’s middags ronde 2. En dat was nu precies het probleem. Ik kwam niet uit de vraag of ik die dag 2 marathons zou lopen of een ultra. Een van de grootste problemen die je dus als loper kunt hebben. In mijn ogen vrijwel onoplosbaar en dus een garantie voor slapeloze nachten. Gelukkig lossen sommige problemen zich vanzelf op, maar daarover later meer.

Inmiddels beschouw ik mij als een ervaren bierloper. Ik kende het concept dus en wist dat je zelf verzorging mocht meedragen en ook moest zorgen dat je de route vond. Op zich twee zaken die je op allerlei manieren kunt regelen. Ik had tijdens de afgelopen edities al alle varianten uitgeprobeerd. Dus van de geadviseerde methode (twee fietsers die allerlei tassen met verpleging aan de fiets hebben hangen en een leesbare print van de route hebben) tot de HG -methode (een lekkend flesje water in de ene hand en een geleende bijna leesbare print van een flink stuk van de route in de andere hand). Ik wist dus uit ervaring dat een fietser met een leesbare print en voldoende eten en drinken het meest optimale was. Dat had ik dus voor deze editie ook geregeld. Althans: ik had de fietstas van mijn vrouw van haar fiets gesloopt. Dit was trouwens zo’n klus dat hij nu nog steeds niet teruggeplaatst is. Vervolgens had ik weken lang allerlei flesjes gespaard en gevuld met cola en in die tassen geplaatst en de vrije plekjes opgevuld met snickers. Toen had ik deze tas op de fiets van mijn zoontje gemonteerd. Na een half uurtje stevig vloeken leerde ik dat het handiger is om eerst de tas op de fiets te maken en hem dan pas te vullen. En als klap op de vuurpijl had ik mijn zoontje gevraagd of hij zondag tijd had om een stukje met pappa te gaan fietsen. Voor een trotse vader is er natuurlijk niets leukers dan een hele dag met je zoontje doorbrengen. Het manneke lekker keuvelend op zijn fiets en pa er een beetje naast aan het joggen: er is echt niets mooiers. Uiteraard binnen grenzen. Het moet natuurlijk voor die jongen ook een beetje leuk blijven.

Image

Hij zag het helemaal zitten om een kilometer of 84 te fietsen. Hij was immers twee dagen geleden 12 jaar geworden en fietste ook iedere dag vier keer naar school (bijna een hele kilometer per keer!) Ik weet zeker dat hij het doorzettingsvermogen van mij geërfd heeft (en als de beurs zich zo blijft ontwikkelen is dat waarschijnlijk het enige wat hij van mij zal erven), maar er zijn grenzen. Dus had ik voor de tweede marathon een getrainde fietser achter de hand. Omdat ik niet zo’n voorstaander van inlopen ben vond ik het ook niet noodzakelijk dat mijn zoontje zich warm zou fietsen en had ik dus zelfs vervoer voor de fiets naar de start geregeld. Kortom ik had een schitterende dag voor de boeg.

Ondanks het feit dat het weer er niet zo denderend uitzag hing er weer een heel gezellige sfeer bij de start. Daar ontmoette ik ook Pierre Hulsmans. Pierre had geen fietser, dus een samenwerking tussen Nederland en België lag voor de hand. Tevens kon de lege ruimte die in de fietstassen ontstaan was door de wonderbaarlijke verdwijning van een aantal snickers repen mooi opgevuld worden met de flesjes van Pierre. Lekker ontspannen konden we dus op stap gaan. Uiteraard was de routebeschrijving weer perfect. Soms twijfelden we wel, maar dat was eigenlijk een kwestie van goed lezen. In grote lijnen was de eerste etappe de laatste etappe van de oude bierloop. En dat hielp natuurlijk ook een beetje om de juiste weg te vinden. Het was mooie route waarbij met name het stuk om en door het imposante klooster van Tongerlo indruk maakte. Wat een "beetje" tegenviel was het weer. Ook dit mag weer in de juiste proportie gezien worden. Als het steeds een beetje harder gaat regenen ben je na verloop van tijd zo nat dat je van een echte zware stortbui niet nog natter kunt worden. Zoals ik al zei was de routebeschrijving heel goed het bevreemde mij dan ook dat we ondanks dat we volgens de gps de afstand al ruim volbracht hadden we het eerste wisselpunt maar niet in het vizier kregen.

Toen we langs een bakkerijtje kwamen waar een aantal lopers van estafetteploegen hun calorieënvoorraad aan het bijvullen waren wisten we dat wij nog steeds goed zaten. Hun verbaasde blikken weet ik aan het feit dat zij bewondering hadden voor het feit dat wij, ook al zagen wij er uit als twee totaal verzopen katten, nog soepel keuvelend doorliepen. Toen wij een kilometer of 4 à 5 boven de afstand van het wisselpunt zaten werd het tijd om ons te realiseren dat we de uitdaging aan moesten om zonder leesbril de routebeschrijving te bestuderen. Eigenlijk had een leesbril ook geen toegevoegde waarde, want het hemelwater had de duidelijke beschrijving naar een document geconverteerd waaraan een archeoloog de rest van zijn leven kon wijden om het te ontcijferen. De conclusie was duidelijk: wij mochten een stukje terug. Pierre nam de leiding en sloeg bij het eerste grote kruispunt heel resoluut linksaf. Ik wist zeker dat dát niet de richting was van waaruit wij gekomen waren. Maar Pierre vertelde mij dat hij daar vroeger altijd gekoerst had. Dus realiseerde ik mij meteen dat het een gouden greep was om de samenwerking met Pierre aan te gaan: wij zouden met een elegante bocht weer op de route komen.

Toen ik na een hele poos vroeg waar we ongeveer op de route zouden komen bleek dat lopers zich soms wel eens kunnen vergissen. Gelukkig hadden we ons allebei vergist: we waren zowel niet de weg terug aan het lopen die we gelopen hadden en ook niet naar het parkoers aan het lopen. Kortom, tijd om een beetje te gaan praten met de mensen die we daar tegen kwamen. Op de routebeschrijving was het volgende etappepunt goed te ontcijferen. Het is heel interessant om te leren dat er niet alleen naar Rome vele wegen zijn. Ook Averbode kan via alle windrichtingen benaderd worden. Ook de afstand daar naartoe varieert van ver tot heel ver. Eigenlijk vond ik het op dat moment steeds leuker worden. Je bent zeiknat, hebt geen flauw idee waar je bent en ook geen flauw idee waar je naar toegaat. Dit is toch gewoon puur plezier. Helaas sloeg die opperbeste stemming plotsklaps om en voelde ik mij de grootste klootzak op deze aardkloot.

Image

Mijn zoontje zei namelijk: " Pappa het gaat niet meer, ik heb het zo koud !" Op dat moment zakte ik finaal door de grond. Ik had, omdat ik zonodig een stukje moest gaan lopen, mijn kind pijn gedaan, daarnaast had ik, omdat ik met alleen mijzelf bezig was, dit niet eens zien aankomen en tot overmaat van ramp kon ik het op dat moment niet oplossen. Natuurlijk wist ik van te voren dat dit een stevig stuk fietsen was, maar ik had mij absoluut niet gerealiseerd hoe koud je het door die hevige regen op een fiets kon krijgen. Hier hielp geen regenjasje en lange broek tegen. Als je jezelf door onderdacht handelen in de problemen brengt dan is dat niet echt leuk, maar dat is wel heel wat anders dan dat je kinderen de dupe worden van jouw ondoordacht handelen. Dat is iets dat niet mag gebeuren. Zeker niet als je met je eigen pleziertjes bezig bent. Kortom op dat moment was er maar één ding dat telde en dat was om zo snel mogelijk ergens te komen waar dat manneke een beetje op temperatuur kon komen. Gelukkig was het gestopt met regenen. Teruggaan was geen optie dus op hoop van zegen richting het volgende wisselpunt en maar hopen dat de karavaan daar niet vertrokken was.

Naar een paar kilometer zagen we iemand hardlopen. Op zondagmorgen niet zo’n uitzonderlijk verschijnsel. Toen we even later uit dezelfde richting weer twee lopers zagen komen kregen we het vermoeden dat we uit al de goed bedoelde aanwijzingen toch de goede gekozen hadden. Tot mijn grote verbazing zag ik een bekende fietser, dus wist ik zeker dat ik goed zat. Even verder zag ik Bert staan. En Bert had de schone taak gekregen om met de bus van " Meer schuim dan Bier" rond te rijden. Dus was ik weer eens door stom geluk en de hulp van anderen uit een zeer hachelijke situatie gered. Mijn manneke kon droge reservekleren van de mannen aan en de warme bus is.

Een paar kilometer later kwamen wij bij de volgende verzorgingspost en daar stond zoonlief weer met een brede grijns en viel een hele last van mijn schouders. Toen ik zeker wist dat het met mijn jongen weer goed was en ik zag dat hij het prachtig vond om met de mannen in de bus mee te gaan klaarde mijn humeur weer op. Uiteraard heb ik wel mijn lesje geleerd. Bij de post heb ik uit de fietstas nog een flesje cola bemachtigd en daarmee en met een doorweekt stukje papier ben ik de resterende twee etappes van de ochtend marathon gaan bedwingen. Pierre gaf aan dat hij liever iets rustiger wilde lopen dus was ik met mijn gedachten alleen. En daar liep ik dan met mijn flesje cola; of om precies te zijn: mijn halve flesje cola. Uiteraard moet ik nu vertellen dat dát het moment was waarop ik geleerd heb waarom er een dop op een flesje zit. Maar ik heb meer geleerd. Het was voor mij een mooie gelegenheid om een aantal zaken rustig op een rijtje te zetten. Ik vind een stukje lopen leuk en doe het graag en daarom ook regelmatig. Daar is dus niets mis mee ik heb altijd geroepen, zeker omdat daar ook niemand last van heeft. Dat laatste mag dus iets genuanceerd worden. Ik heb hopelijk geleerd dat ik wat meer aandacht moet hebben voor de mensen in mijn directe omgeving. Om mij heen kijken tijdens mijn lopen heb ik steeds gedaan, maar zien wat er om mij heen gebeurt moet ik nog leren.

Naar mate de geruststelling dat mijn jongen weer oké was toenam, groeide ook mijn loopplezier weer. Met name de reacties van de toeschouwers die constateerden dat ik mijn begeleidende fietsers kwijt was kon ik weer op waarde schatten en na verloop van tijd kon ik zelfs met een brede grijns uitleggen dat ik voor de gemiddelde fietser veel te snel was. Na precies 4,5 uur en ruim 45 kilometer was ik weer terug bij de start die nu dus finish heette. Het mooiste wat ik toen zag was de smile van mijn jongen die tussen de mannen zat te genieten van een groot stuk Limburgse vlaai. Op dat moment scheen voor mij echt de zon.

Marathon één zat erop en ik stond te popelen om een droog shirt aan te trekken, een colaatje naar binnen te gieten en nummer twee te bedwingen. Op het moment dat ik de cola naar binnen goot begon het buiten ook weer te gieten en het zag er niet naar uit dat daar snel een einde aan zou komen. Dus toen ik aan mijn middagfietser vroeg hoe laat wij zouden vertrekken was voor mij heel snel duidelijk dat ook volwassen kerels niet graag in de regen fietsen. Na mijn ervaringen van die morgen kon ik hem ook absoluut geen ongelijk geven en voelde ik mij behoorlijk bezwaard dat ik het überhaupt gevraagd had. Op dat moment kon ik dus of stoppen of aansluiting zoeken bij een estafettegroep. Omdat die gemiddelde maar een kwart marathon liepen kon ik er van uitgaan dat zij een stevig tempo zouden lopen en leek het mij niet verstandig om mij daarbij aan te sluiten. Dus besloot ik om in de loop van de middag een etappe op tempo mee te lopen en had ik dus mooi een oplossing voor de vraag die mij nachten van mijn nachtrust beroofd had. Spontaan als ik ben besloot ik om dan maar de volgende etappe zelf als fietser mee te gaan. Het mooie hiervan was dat ik er geen uur voor nodig had om 100 procent zeker te weten dat ik een goede beslissing genomen had om geen triatleet te worden.

De derde middagetappe heb ik heerlijk als haas meegelopen. Het viel mij niet tegen dat ik nog makkelijk 12 km/h kon lopen. Omdat ik het zonde vond om met mijn zweet de zitting van een auto te gaan besmeuren besloot ik om ook de laatste etappe dan maar meteen mee te lopen. De aardige fietser die toen ook besloot om dan maar mee door te gaan heeft volgens mij een beetje spijt gehad van haar beslissing. Na een kilometer of 7 kwam er een bui uit de categorie wolkbreuk. Het blijft fascinerend om te zien hoe snel en hoe nat je binnen een paar minuten kunt zijn. Als loper heb je daar afgezien van het feit dat je als brildrager niets ziet eigenlijk geen last van. Voor de dame op de fiets gold dat helaas niet. Ik was trouwens blij dat de mannen die ons op dat moment kwamen aanmoedigen in de bus bleven zitten. Nu staat vast dat je met de verwarming lekker hoog en de ramen dicht prima kunt genieten van sportieve prestaties van anderen. Het was gelukkig niet koud en nadat de bui voorbij was waren mijn kleren zo weer droog. Als afsluiting van deze etappe presteerde ik het toch weer om ondanks de gids op de fiets mij behoorlijk te verlopen. Het mooie hiervan was dat ik dus van de verkeerde kant het terrein waar de finish was op kwam. Door deze actie is het mij toch mooi gelukt om die dag meer dan 70 kilometer op de teller te krijgen. Toen ik ’s avonds mijn wel verdiende bierkorf in ontvangst mocht nemen kon ik concluderen dat ik dus 1 op 5 kilometer gelopen had.

Dit is weer een loopje geweest dat mij heel lang zal bij blijven. Het was er een met een lach en een traan. Ik heb weer veel geleerd. In ieder geval heb ik besloten om volgende week met Moederdag eens lekker thuis te blijven maar…volgend jaar heb ik mijn lustrum als bierloper, ik zal mijn uiterste best doen om dan gewoon twee recht toe recht aan marathons te lopen. In theorie moet dit kunnen lukken….

© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/