In de zomervakantie 2004 had ik een flyer meegenomen van de Marathon des Étoiles, die toen voor de 2e maal georganiseerd werd. We kennen het gebied, de Queyras, ten zuiden van Briancon, tegen de Italiaanse grens, goed. Twintig jaar geleden liepen we al, in het wild kamperend, de Grande Randonnée 58 (Tour du Queyras).
Zaterdag 16 september liep ik mijn 8e marathon, dit keer was het wel een aparte onderneming (een "l’authentique exploit"). Onderweg heb ik met een KODAK Fun Flash Single Use Camera een aantal foto’s gemaakt en laten maken.
- heen- en terugreis samen 2.250 km
- 1.300 hoogtemeters te overwinnen
- start in Guillestre en finish in St. Véran, hoogste dorpje van Europa, op 2.040 m "daar waar de haan de sterren pikt"
- kleinste aantal deelnemers wat ik totnogtoe heb meegemaakt: 58 finishers waaronder 4 vrouwen.
- pasta party na afloop!
- ondanks de hoogte, liep het parcours volledig over de weg.
- een negatieve split: halve marathon in 2 uur, eindtijd 4:58 (50e).
In 2005 deed ik mee aan een loopje bergop over 15 km van Abriès naar Molines. In Molines splitst de weg zich, één kant gaat naar Italië, via de col Agnel, de andere kant loopt dood in St. Véran, het hoogstgelegen dorpje van Europa. Autoverkeer is in het dorp en verder verboden, er gaat wel een pendelbusje hoger het dal in. Van het eindpunt tot waar het busje rijdt, zijn we in 2004 nog naar de refuge de la Blanche op en neer gelopen. Al met al leek het me in deze vertrouwde omgeving leuk aan de marathon deel te nemen, ook vanwege het bergop parcours (1.300 m stijgen). Liever had ik een route over karrespoor en bergpaadjes gehad, helaas, het parcours was volledig geasfalteerd.
De weersvoorspelling in de dagen voor ons vertrek (Marianne en Moss gingen mee) was en bleef slecht. We stelden ons vertrek nog een dag uit, het was immers prachtig weer in Nederland. De avond tevoren realiseerde ik me pas, toen ik de uitslagen van vorig jaar zag, dat het eigenlijk een vrij kleinschalig evenement is, zeker de marathon, met vorig jaar 49 finishers!
Toen we na een lange reisdag ons tentje in de boomgaard van Le bon acceuil hadden opgezet en goed en wel in de slaapzak gekropen waren, barstte de regen los! Omdat het al vroeg donker was (20 uur) hadden we de tarp niet opgezet, met als gevolg veel nattigheid, op en onder het grondzeil. De tarp is een op zich zelf staande luifel, twee stokken, die met veel scheerlijnen wordt afgespannen. We zetten hem half over ons tunneltentje heen, zodat je je ook met regen gemakkelijk voor de tent kunt zitten.
We nemen de auto naar Briancon, over de col d’Izoard (nat en koud). Boven warmen we ons in de Refuge Napoleon. Er zijn meerdere van deze refuges, volgens hetzelfde ontwerp gebouwd, gefinancierd uit de nalatenschap van Napoleon. ‘s-avonds eten we op voorspraak van onze campingbaas Simon in Restaurant Dedans Dehors. Simon spreekt het uit als "Dent d’or" (de gouden tand). Het restaurant is verdeeld in een binnengedeelte (Dedans) en een halfopen zolder (Dehors). We eten dit keer Dedans.
De marathon in Guillestre is zelfs in de eigen plaats niet erg bekend: veel grotere bekendheid heeft de triatlon van Embrun (aan het Lac Serre-Poncon), de Embrun-Man (variant op de Ironman in Hawaii). Op het wegdek zie je op veel plaatsen pijlen met de letters EM, zo ook op de route over de col d’Isoard.
Vrijdags is het weer niet veel anders, we nemen een kijkje in het fort Mont-Dauphin (architect Vauban, die eenzelfde soort versterkte stad in Briancon op z’n naam heeft staan) met mooi zicht op de vallei waar de Durance door stroomt. We nemen een gokje en rijden de Queyras in naar Ceillac, ooit startpunt van onze GR 58 wandelvakantie. We hopen een pique-nique te kunnen houden en treffen aan het eind van het dal een korte éclaircie … even in het zonnetje met prachtig zicht op bergen die boven de wolken uitstijgen.
Aan het eind van de middag rijden we naar Embrun, waar we het plein bezoeken met het prachtige Hotel de Ville: geschilderd in mooie kleuren en altijd bloemen! We vluchten voor de regen in een cafeetje, voordat we voor het eten terecht kunnen in een favoriet reataurant, de Pizz’alpes. Als iets op ‘alpe(s) eindigt is het al gauw favoriet. Zo kocht ik in Briancon een echte Spor’alpe (type Pelvoux), een "houthakkersshirt" waar 70% wol in verwerkt zit!
Je zou bijna vergeten dat ik nog een marathon ging lopen … ‘s-middags had ik mijn startnummer opgehaald. Er werd een plastic zak uitgereikt met het nummer eropgeplakt. Dit was voor de (droge) kleding die naar de finish gebracht zou worden. Er zat ook een mooi T-shirt bij, maar de medaille zou pas in St. Véran omgehangen worden!
Weer had het s’nachts geregend, maar de ochtend van de wedstrijd begon droog. Tegen negenen bracht ik mijn kledingzak naar de start, op de Place de Salva, bij het Office du Tourisme van Guillestre. Het was nog rustig, dus liep ik nog maar terug naar de camping voor een extra kopje koffie. De 2e keer ging Marianne wel mee, verbaasd over het kleine aantal deelnemers maar ook de aparte types. We herkenden Corinne Favre van een foto in de Trail Esprit. Zij is de koningin van het berglopen en zou 1e worden bij de vrouwen (3:34, 9e overall).
Dan worden we weggeschoten, door een militair in klederdracht met een soort musket. Het ding gaat echt af, maar gelukkig schiet hij in de lucht. De halve marathon zal een uur later starten. Wij lopen eerst de "verkeerde" kant op, richting Risoul en moeten gelijk klimmen. Dan dalend, veel te veel naar mijn zin, het dal van de Durance in, want daarna moeten we weer omhoog, terug naar Guillestre. Zo worden we na 7 km enthousiast begroet door de deelnemers aan de ½ marathon, die nog een kwartiertje op hun start moeten wachten. De voorsten zullen mij zeker inhalen.
Weer omhoog gaat het, de Queyras in, door de Gorges du Guil. Links over de rand zie je de rivier in de diepte, rechts de steile bergwand. Er zijn een paar tunnels. Hier legt de organisatie het verkeer van beide kanten gewoon stil, tot het hele peloton de tunnels gepasseerd is. Ik loop nog in een groepje, maar kom na een plaspauze alleen te lopen. Het parcours vlakt af, de rivier niet meer zo ver in de diepte. Ik vind het wel best zo, even mijn eigen tempo volgen, het is nog ver.
Op de weg in grote letters de tekst "danger: ours/loups". Moet ik rechtsomkeerd maken? Ik zie geen beren op de weg en besluit door te lopen. Ik ken de discussie die hier al jaren woedt tussen voor- en tegenstanders van de (her)introductie van wolven en zelfs beren in dit berggebied. De schapenherders zijn het felst tegen.
Rond km 14 haalt Serge uit Parijs mij in (we maken kennis) en we trekken een km of 5 samen op. Hij heeft vorig jaar ook hier gelopen en wijst mij op de moeilijke stukken: een steile klim voor Chateau Queyras op 25 km en vanaf 31 km één lange klim naar de finish. Hij verklaart waarom er zo weinig deelnemers zijn: zelfs de Fransen vinden deze marathon eenvoudig te zwaar. Eigenlijk prefereert hij de trails, waarvan er veel georganiseerd worden. Een trail kent een parcours door de vrije natuur, vaak ook in bergachtig terrein. Hij heeft al een "double" gedaan, een trail over 80 km. Zijn tijd vorig jaar: 4:45. We passeren het halverwege punt net binnen de 2 uur.
Intussen halen de koplopers van de ½ marathon ons in, zij hebben op dat moment 7 km minder gelopen. We houden het ook niet helemaal droog, maar om te lopen is dat niet erg. Alleen waait de wind stevig door de Gorges. Vóór de klim waar Serge me voor gewaarschuwd had moet ik hem al laten gaan. Hij wil zijn tijd van vorig jaar verbeteren, maar zal daar vanwege kramp net niet in slagen.
Ik passeer de afslag naar de col d’Isoard, gelukkig kan ik die links laten liggen. Vlak voor de aankomst in Chateau Queyras (finish ½ marathon, voor mij circa 28 km) staat de fotograaf. S’avonds koop ik bij hem een afdruk, een beetje verbaasd hoe fris ik daar nog oog.
Na de ravitaillement volgt een lang recht stuk met vrij veel verkeer, wind tegen, regen. Na een paar km, bij Ville-Vieille, begint de lange klim naar St. Véran. Als ik in wandeltempo overga, loop ik vrijwel even snel als iemand die zich nog "hardlopend" voortbeweegt.
Dan weer alleen lopend. Iets onder de weg, langs een helling, waakt een grote berghond over een kudde schapen. Hij blaft en vindt het maar niks dat ik daar loop. Een kleine afrastering langs de weg scheidt ons. Ik zet toch maar iets aan, ik ben echt niet van plan de schapen lastig te vallen, maar de berghond denkt daar anders over.
Na Molines-en-Queyras komt een vlak gedeelte, maar ik ben niet meer in staat hard te lopen. De auto van het rode kruis stopt even om te zien of het wel gaat. "Ca va" zeg ik en steek mijn duim omhoog. Bij de ravitaillement van het station de ski de Molines, op 39 km, zegt men iets van "aux étoiles", "j’espères" (dat hoop ik) is mijn antwoord. Hoe is het mogelijk dat je met een strak wandeltempo nog het gevoel kunt hebben dat je maximaal aan het presteren bent!
Toch een beetje rekenend, hoop ik op een eindtijd binnen de 5 uur. Zoiets had ik vantevoren ook geschat. Zou ik de kracht gehad hebben om na 30 km nog hard te lopen, dan … maar ja het blijft hobby en ik ben geen 25 meer.
De omgeving is in het slotgedeelte erg mooi, er is veel meer zicht op de omringende bergen, in tegenstelling tot het eerste gedeelte waar we door gorges liepen. Boven 2.600 m is verse sneeuw gevallen, wat goed te zien is. Bij de laatste ravitaillement op 40 km hoef ik geen bananen, gedroogde vruchten, suikerklontjes, cola of water meer. Ik vraag of ze mij nog een keer op de foto willen zetten. Op de post bij 35 km kreeg ik door een jolige Fransman nog een fles wijn in de hand gedrukt!
Nu wil ik finishen, het dorp is bekend, maar kent nog een paar "lacets". De laatste meters rent de dorpsjeugd enthousiast mee. Eindtijd: 4:58! Grote voldoening, behoorlijk stuk, maar het herstel volgt snel (dat is een bekend fenomeen voor mij: de Rotterdamse marathon vind ik veel zwaarder). Er zijn dekens en warme dranken aan de finish, en accordeonmuziek met zang.
Ik bel Marianne, maar kan op dat moment nog slecht uit mijn woorden komen. In het dorp wordt ik nog aangesproken door Franse touristen, die stomverbaasd zijn als ze horen dat we helemaal uit Guillestre zijn komen lopen! Na anderhalf uur vertrekt de bus terug, grotendeels over het parcours rijdend, zodat we het nog eens in vogelvlucht kunnen herbeleven. De zon is sinds een paar uur ook gaan schijnen!
‘s-avonds zet het herstel zich voort, we slaan de pasta party in de Salle Polyvalente over en strijken weer neer in ons favoriete restaurant Dedans Dehors, dit keer Dehors.
© Erik Dijksman – Amerongen – http://longmayyourun.web-log.nl