9 Januari. Op school zijn ze een poging aan het doen om mijn zoon enige kennis van spreekwoorden en gezegden bij te brengen. Dit heeft tot gevolg dat hij regelmatig met prachtige vragen bij mij staat. Van de week was de klassieker "Kinderen die vragen worden overgeslagen" aan de beurt. Deze rijmde niet echt met mijn opvoeding, waarin ik duidelijk probeer te maken dat je alles kunt en moet vragen.
Dit wil natuurlijk niet zeggen dat je alles krijgt wat je vraagt. Van de andere kant, soms krijg je veel meer dan je vraagt. Afgelopen zaterdag heb ik ervaren dat de uitdrukking soms is "Kinderen die vragen worden platgeslagen". Ik had immers voor mijn vorige loopje in de Eifel om sneeuw gevraagd. Deze vraag was prompt gehonoreerd met stevige winterse omstandigheden. Ik was dus een tevreden mens en vond het ook meer dan genoeg. Schijnbaar was dit echter nog niet helemaal tot de weergoden doorgedrongen. Afgelopen week stond de Nord Eifel Ultra op het programma. En er werd een echt weeralarm afgekondigd. Ik ben zelf niet zo geïnteresseerd in weerberichten. Het weer is zoals het is en ik vind weerberichten meestal ook niet echt duidelijk. Dit weeralarm liet echter aan duidelijkheid weinig te wensen over: iedereen werd met klem gewaarschuwd om zaterdag vooral niet de deur uit te gaan. Aangezien een gewaarschuwd mens voor twee telt zag je dat een aantal organisatoren van loopwedstrijden, volledig terecht, hieraan de juiste consequenties verbonden en hun wedstrijden afgelasten.
De organisator van de Nord Eifel Ultra (NEU) reageerde heel anders. Hij gaf aan dat het hem wel leuk leek om een keer in een sneeuwstorm te lopen. Wel benadrukte hij dat het gevolg van het extreme weer waarschijnlijk zou zijn dat de verzorgingsposten niet met een auto te bereiken zouden zijn en we dus maar zelf alles in een rugzak mee moesten nemen. Dit zou volgens hem het loopje alleen nog maar leuker maken. Eigenlijk kon ik mij hierin heel goed vinden. Want het is gewoon zo dat achteraf de loopjes onder extreme omstandigheden de aller-leukste blijken te zijn. Dit trouwens wel met de nadruk op achteraf.
Om te kunnen lopen moest ik wel nog even bij de start in Düren zien te komen. Dit is een kilometer of 70. Op zich is dit met de auto een reisje van niets. De waarschuwingen waren echter inmiddels in de trant van: blijf van de weg af; zou je echt zo stom zijn om de weg op te gaan zorg dan minimaal voor een volle tank en een overlevingspakket. Kortom ik had dus het geluk dat mijn avontuur al begon op het moment dat ik de deur uitstapte. Ik moet toegeven dat het flink aan het sneeuwen was en dat er ook een stevig briesje was. Dit vond ik eigenlijk wel prachtig, want het stoorde mij de laatste tijd wel een beetje dat het mooie witte landschap doorsneden werd door die lelijke zwarte asfaltstrepen. Dat ik niet de enige was die dit prachtig vond bleek wel doordat die paar andere auto’s die ook op de weg zaten superlangzaam gingen rijden om optimaal te kunnen genieten. Het enige wat niet echt langzaam ging was trouwens de wijzer van mijn klok. Met een snelheid van ruim 20 kilometer per uur is een ritje van een kilometer of 70 opeens een hele reis. Gelukkig had ik afgesproken om in Aken een paar lopers op te halen en kon ik dus na verloop van tijd de autosnelweg verlaten en even flink doorglijden.
De laatste dagen had het trouwens mailtjes van lopers geregend die volstonden met hele betogen, maar waar niet in stond wat men eigenlijk wilde zeggen. Ik zou dit als volgt willen samenvatten: ik durf niet te komen. Dat ik perfect in staat ben om Duitstalige mails samen te vatten merkte ik in Aken toen de sneeuw op de plekken waar wij afgesproken hadden nog volledig maagdelijk was. De uitzondering hierop was uiteraard Helmut. Hij zat gewoon thuis te wachten tot ik aangeglibberd kwam. Dus hadden wij tweeën ruim plaats in mijn auto toen wij onze reis richting Düren voortzetten. De start van de NEU was om 9.00 precies. Als trotse bezitter van een navigatiesysteem kon ik al vrij vroeg inschatten hoeveel later wij op de startplek zouden arriveren. Wij hadden dus al heel snel in de gaten dat het heel verstandig was om de organisatie te bellen. Gelukkig sjouwt een beetje loper tegenwoordig meer dan voldoende elektronica mee. Zo hadden wij tweeën samen maar liefst vier mobiele telefoons bij ons. Die uiteraard helemaal opgeladen waren. Eigenlijk wel jammer dat als je niet over de juiste telefoonnummers beschikt het aantal telefoons helemaal niets zegt. Ook hier moet je weer het voordeel van inzien. Toen wij in Düren aankwamen was het heerlijk rustig aan de start.
Helmut en ik keken elkaar aan en vroegen gelijktijdig:"En nu?" Ook in het antwoord waren we eensluidend: De NEU lopen. Daar waren we immers voor gekomen. Dus dat antwoord lag ook wel voor de hand. We waren ruim 20 minuten te laat dus hebben we ons best gedaan om niet nog meer tijd te verliezen. Dus handschoenen aan, mutsje op en geen tijd verliezen met loslopen. Dit laatste had toch geen nut, omdat er niemand meer in de buurt was die ons kon bewonderen. Het feest kon beginnen. Er was alleen een klein probleem. We hadden geen flauw idee waar we naartoe moesten. Dit laatste moet ik ietwat zorgvuldiger formuleren. We wisten wel waar we naar toe moesten: we moesten zorgen dat we weer op de parkeerplaats bij de auto terug kwamen. Op zich geen echte uitdaging. Er was best een rondje van een paar meter te bedenken waarna we dit doel bereikt hadden. Helaas was de afspraak dat dit rondje een kleine 57 kilometer lang moest zijn. Bij de meeste lopen is de route gemarkeerd, ofwel speciaal door de organisatie of zijn het bestaande markeringen. De route van de NEU is alleen opgeslagen in het hoofd van organisator Stefan. En die liep daar dan ook ergens door de sneeuw te baggeren. Althans dat vermoedden wij, want wij zagen hem niet. Helmut had alle edities van de NEU tot nu toe gelopen (2 dus) en ik had ook al eens een editie gelopen. Dus hier liepen 3 jaar gebundelde routekennis. Ik moet trouwens ook nog even vermelden dat Stefan gelukkig tot de categorie lopers behoort die van mening is dat je om te lopen niet altijd een weg of pad nodig hebt. Dat was nu wel heel erg gunstig want door het fikse pak sneeuw waren wegen e.d. toch niet te vinden.
We wisten echt maar globaal de richting van de route en kwamen dus op het idee om de sporen in de sneeuw te volgen. In een beetje film werkt dit altijd perfect. Toch is de werkelijkheid iets uitdagender dan een film. En dat is maar goed ook, want een beetje film duurt maar anderhalf uur en voor anderhalf uur lopen trek ik mijn schoenen niet meer aan. De fenomenen continue sneeuwval en sneeuwstorm zorgden er gezamenlijk voor dat het landschap niet (meer) overal door voetstappen bezoedeld was. Daarnaast heb ik ook geleerd dat niet alleen hardlopers sporen in de sneeuw achter laten.
Naast het zoeken van de route/groep hadden we nog een andere uitdaging. De NEU is een heel mooie wilde Eifel loop waarbij het stuk tot kilometer 17 bijna niet met een auto te bereiken is. Dat is dan ook normaal het eerste punt waarop verzorging plaats vindt. Vanaf daar is er een verzorgingspost circa om de 5 kilometer. Dus neem je voor de zekerheid normaal een beetje drinken mee om het eerste stuk te overbruggen. Dat had ik nu ook gedaan. Maar ik had geen flauw idee of we de route en dus ook de verzorgingsposten zouden vinden. Wat ik wel snel in de gaten had was dat het een lange loop zou worden en dan is een klein beetje drinken niet echt veel. Omdat we letterlijk op jacht waren liepen we het eerst stuk behoorlijk hard hetgeen bij mij betekent dat ik drinken moet. Maar dan zou ik wel heel snel door mij voorraad heen zijn en dus aan het einde van de rit in de problemen kunnen komen. Omdat ik gewoon weet dat ik veel vocht nodig heb probeer voor de loop zoveel mogelijk te drinken. Kortom ik zit normaal in de auto met een hand aan het stuur en in de andere een mooie 1,5 liter fles. Helaas waren de verkeersomstandigheden zo dat twee handen aan het stuur zeker geen overbodige luxe waren. Dus indrinken had ik ook niet gedaan.
Voor ons gevoel zaten we redelijk op de goede route . Hetgeen ook bevestigd werd door de sporadische wandelaars die we onderweg aan een interview onderwierpen. Je kunt natuurlijk nooit honderd procent vertrouwen op inschattingen die mensen van tijd maken. Maar het zag er wel naar uit dat we echt aan het inlopen waren. Op een gegeven moment kwamen op iets van een viersprong, waar ook naar alle vier de richtingen iets van voetspoeren te onderscheiden was. Omdat vier mogelijkheden nog niet genoeg waren zagen wij ook sporen tussen de bomen het bos in verdwijnen. Logisch redenerend kwamen wij tot de conclusie dat dit alleen maar de sporen van de NEU lopers konden zijn. Die middag hebben wij geleerd dat er ook nog andere redenen voor mensen zijn om de afzondering van een bos op te zoeken. Deze wijs les heeft er voor gezorgd dat de achterstand op de groep met ruim een kilometer werd vergroot.
Tot mijn grote verbazing kregen wij opeens de verzorgingsauto in het vizier. En hier stonden ook de overige NEU lopers. Wij hadden dus stevig doorgelopen. De groep die daar stond bestond uit 5 lopers. Twee daarvan vonden de tocht dermate zwaar dat zij besloten om ter plekke uit te stappen. Dat was jammer, maar ik kon het wel begrijpen. De post had nog een kleine verassing voor mij in petto: het drinken was op. Maar het zou bij de volgende post weer aangevuld zijn. Nu wist ik dat we vanaf hier om de 5 kilometer een post zouden hebben, dus lag ik daar niet zo van wakker. Toen ik hoorde dat de wegen zo moeilijk bereikbaar waren dat de geplande posten niet per auto bereikbaar waren en de volgende post pas over 2,5 uur lopen zou zijn was ik geheel gerust gesteld. Ik wist nu heel erg zeker dat de verzorgers meer dan genoeg tijd hadden om drinken te halen.
Het gaf toch wel een heel prettig gevoel dat we de groep hadden gevonden. Een stuk rustiger konden we onze tocht vervolgen. Deze was echt schitterend: ongerepte uitgestrekte witte vlakten. Het was ook echt zwaar lopen. De striemende koude wind, de sneeuwbuien en de losse sneeuw. Het kostte kracht maar gaf energie. En het deed ook pijn. Met stukken was de losse sneeuw een centimeter of 25 hoog en dat kost kracht. Ook waren er stukken dat de sneeuw een halve meter hoog was. Daardoor heen lopen of eigenlijk ploegen is een zeer bijzondere belevenis. Door de combinatie van kou en mijn gespalkte vinger heb ik helaas maar 44 foto’s kunnen maken, en die kunnen de echte schoonheid niet tonen.
Ook al geniet ik met volle teugen van dit soort tochten, toch doet het soms wel pijn. Ik was een paar weken geleden tijdens een training in een gat in een fietspad gestapt en had mijn enkel verstuikt. Voor mij dus de bevestiging dat het lopen in de bewoonde wereld veel te gevaarlijk is. Op zich is zo’n verstuikte enkel niet zo’n probleem. Als je je schoenen maar stevig dichtsnoert en regelmatig koelt hou je de zwelling binnen de perken. Voor dat koelen heb ik trouwens een hele studie gemaakt van alle soorten diepvriesgroenten. Ik ben hierbij tot de conclusie gekomen dat spruiten het beste helpen. Ik heb mijn kinderen dan ook, zeer tot hun verdriet, voorlopig verboden om spruiten te eten. Doordat wij zeer snel vertokken waren had ik mij de moeite niet genomen om mijn schoenveters aan te trekken. Na verloop van tijd bleek dit niet zo’n slimme actie. Kortom, vanaf een bepaald moment herinnerde iedere stap mij er aan dat ik dat niet meer vergeten moest. Ik was dan ook niet zo blij dat ik door de sneeuw wat kleinere stapjes moest maken. Maar dat hoort er allemaal bij en maakt het achteraf alleen maar mooier.
Het was een echt loopavontuur wat ik voor geen geld zou hebben willen missen. Ik kan iedereen dan ook van harte aan bevelen om volgend jaar de tweede zaterdag van Januari vrij te houden.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/