21 November. Van mensen die het kunnen weten hoor ik steeds dat je na een 100 kilometer loopje en paar weken rust moet nemen. Ik geloof dat het lichaam zelf aangeeft wanneer je rust mag nemen. Ondanks dat schijnen lopers een beetje eigenwijs te zijn.
Gelukkig weet het lichaam van een loper dat en vraagt om rust op een zodanige manier dat iedere discussie uitgesloten is. Of om het anders te formuleren: soms ben je na en zware loop gewoon niet in staat om een poot te verzetten. Vreemd genoeg had ik na mijn 100 K in Deventer nergens last van. Sterker nog, ik liep soepeler dan normaal. En dat was niet om dat ik nog in de wolken zweefde door mijn prestatie.
Over dit soepel lopen zijn de meningen trouwens verdeeld. Zeer regelmatig vragen mensen die mij zien lopen of ik gehandicapt ben. Op zich is dit niet zo vreemd als je een forse kerel met orthopedische schoenen ziet strompelen. Normaal reageer ik hier met de nodige kwinkslagen op. Door de euforie van Deventer heb ik een paar keer gereageerd door te zegen dat ik 100 kilometer gelopen had. Hiermee wilde ik aangeven dat er dus niets aan de hand was. Helaas kwam dat wat anders over dan bedoeld. De reactie was steeds: dat kan niet. Dat was vrij netjes geantwoord, want men bedoelde te zeggen dat ik aan het liegen was. Dit was dan ofwel gebaseerd op de overtuiging dat een mens niet in staat is om 100 kilometer te lopen of omdat men er stellig van overtuigd was dat deze man ook nog gehandicapt in zijn hoofd is. Hij wist immers niet eens het verschil tussen meters en kilometers. Ik was dus blij dat ik niet verteld had dat ik 100 kilometer gelopen had om daarmee de toestemming te verdienen om 160 kilometer te mogen lopen.
Omdat ik van te voren niet wist hoe ik mij na Deventer zou voelen had ik in mijn planning maar eens een weekje geen loopje opgenomen. Dus kon mijn gezin optimaal gebruik maken van mijn soepelheid en mij door een stad laten slenteren. Dat dit niet geheel zonder gevaar is blijkt wel doordat ik bijna voorzien werd van een nieuwe garderobe. Maar aan alle pret komt een einde en gelukkig werd die pijn verzacht doordat ik weer aan een K en C Loopje (note redactie: Camera en Kameraden loopje) mocht deelnemen.
Deze K en C werd georganiseerd door Jean-Antoin van de Rijzen. Tevens had Jean-Antoin voor een primeur gezorgd: deze K en C loop ging door twee landen. Trouw aan het K en C concept had ik weer gebruik gemaakt van de diensten van de NS om op het startpunt te komen. Ook bijna traditiegetrouw mocht ik weer een stuk van het traject met de bus afleggen. Ik begin mij inmiddels af te vragen waarom dit bedrijf nog steeds spoorwegen in zijn naam heeft als je hele stukken over gewone wegen vervoerd wordt. Wat ik trouwens wel goed vind is dat er door het openbaar vervoer ook gezorgd wordt dat mensen meer bewegen. Want de buschauffeur besloot op een geven moment dat het goed geweest was en zette de bus aan de kant. Hij vond dat er te veel verkeer voor hem zat en dat het dus niet opschoot. Dus moest iedereen zijn reis te voet vervolgen. Gelukkig gaf hij aan waar ongeveer het station lag. We zullen maar zeggen dat je er wel wat voor doen moet om van een K en C loopje te mogen genieten.
Uiteindelijk hadden de debutanten Els Annegarn en Paul Wiering, de Schotlandgangers Lianne en Martin en de recidivisten Wilma, Erwin, Pieter en Selim ook Bergen op Zoom weten te bereiken en dus weer een mooie loopdag verdiend. En dit was er weer zo eentje, alles zat mee: spectaculair weer, een mooie en afwisselende route en aangenaam gezelschap. Laat ik maar met het weer beginnen: ruim 15 graden en strak blauw. Voor de goede orde ik loop behoorlijk achter met mijn loopverslagjes, maar ik heb het echt over een loopje op 21 november in Nederland.
En dan de route: ik wist amper waar Bergen op Zoom lag en had ook het beeld dat dit een of ander uit de kluiten gewassen dorpje uit de categorie 13 in een dozijn was. Niets is minder waar. We werden eerst rondgeleid door het centrum. Prachtige middeleeuwse gebouwen, pleinen en Sinterklaas hebben we gezien. Ik was met stomheid geslagen want dit was zo anders dan verwacht. Na cultuur was het tijd voor natuur. Uiteraard weet ik niet precies waar ik geweest ben, gelukkig heb ik de gelopen route op mijn site opgenomen. Ik wist wel dat we door de Wouwsche plantge zouden komen. Voor het zover was kwamen we nog langs de Stayokay die de koffie met warme appeltaart in de aanbieding gegooid had. Zo’n kans kun je als sportmens niet laten lopen. Nadat we daar een half uurtje gezeten hadden wisten we ook waarom die in de aanbieding was. Het lukte het gezamenlijk personeel (4 man sterk) niet om 10 appelflappen uit de koelkast via de magnetron op een tafel te krijgen.
Achteraf heb ik dus voor de eerste keer in mijn leven heel veel plezier beleefd aan het niet verorberen van een lekkernij. Toen wij buiten kwamen zagen wij een kilometerbord staan met de afstanden tot allerlei steden. Hierdoor is het idee ontstaan om een keer een wat langere K en C loop (ik denk aan zo’n 250 kilometer) te gaan organiseren. Voor het geval zich iemand zorgen zou gaan maken: een kilometer of 13 na de mislukte fourage poging zijn we in Huijbergen beland. En op de thuisbasis van Jean-Antoin is de inwendige mens ook op een vorstelijke manier verwend. En dan te bedenken dat we daarvoor enorm hebben kunnen genieten van de Wouwsche Plantage en ons hebben kunnen uitleven op de Walse Duin.
Daarna gingen we internationaal en hebben we kunnen genieten van de Kalmthoutse Heide. Ik hou er niet echt van om in clichés te vervallen, maar bij de ingang van dit prachtige natuurgebied stond de gebruikelijke lijst met ge- en verbodsborden. Hier stond ook een bordje bij dat aangaf dat het verboden was om de dieren frieten te voeren. Gelukkig stond er verder op een bord waarop aangegeven was hoe een grazend schaap er uit zag. Kortom ik heb weer veel geleerd van mijn buitenlandse reis.
We zijn die dag nog in ieder geval in Ossendrecht en Calfven geweest. Ook heb we nog een keer het genoegen gehad om de charmante partner van Jean-Antoin te ontmoeten en we hebben er voor gezorgd dat zij weer ruimte in de kofferbak had toen zij naar huis ging. Ook zijn we langs het terrein gelopen van de legerbasis van Woensdrecht. Persoonlijk blijf ik mij er over verbazen dat zo’n legerbasis midden in een prachtig stuk natuur gesitueerd wordt. Grappig was ook dat wij op een geven moment een heel mooi uitzicht op de havens van Antwerpen hadden. Ook zijn wij nog langs de Binnen Schelde gelopen. Kortom er was weer meer dan genoeg moois om te zien. Uiteraard heb ik daar weer wat foto’s van gemaakt. Helaas waren dat er maar 146, dit kwam gelukkig niet omdat er niet meer te zien was maar louter en alleen doordat mijn gespalkte vinger het erg moeilijk maakt om de camera te bedienen. Gelukkig hebben Erwin en Jean-Antoin ook nog de nodige plaatjes gemaakt.
Als klap op de vuurpijl hebben wij ook nog een stukje van het parkoers van de Brabantse Wal Marathon die 6 juni 2010 zijn premiere zal beleven mogen lopen. Het zal mij niet verbazen als dit een hele mooie loop wordt en het wordt dus tijd dat ik mijn planning 2010 eens ga maken. Als derde component van deze prachtige loopdag noemde ik aangenaam gezelschap. Hier hoort nu de kreet "last but not least" bij. Het is natuurlijk altijd een genoegen om je dag door te brengen met mensen die dezelfde passie delen. Het doet mij heel groot genoegen dat deze groep nog steeds groeit. Heel erg leuk vond ik het om Els eens in levende lijve te ontmoeten. Nog leuker vond ik dat zij mij vertelde dat ik zeker niet het iele mannetje was dat zij zich voorgesteld had. Wat kun je je als man nog meer wensen dan door een onbekende vrouw aangesproken te worden en dan te horen dat je er als een echte kerel uitziet.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/