Ruud, mijn jongste zoon, zei het vanmorgen al: "Pa, deze moet je bij de poorten van de hel gaan halen". Welk gelijk hij had bleek een aantal uren later wel. Beginnen bij het begin. Deze marathon start in Burgh-Haamstede en volgt de kustlijn tot aan Zoutelande. Een marathon in lijn dus. Nu kun je geluk en je kunt pech hebben met het weer en met name de wind.
Noem je het geluk als je de wind tegen hebt? Mij prima. De praktijk is iets weerbarstiger. De start precies op de twaalfde slag van de kerkklok van Burgh. We komen op gang. De regen ook. Even wat miezeren even later wat meer. De wind tegen vandaag. In het dorp voel je die niet zoveel. Het begin van het duingebied valt ook wel mee. Wel zorgen dat ik een groepje zit. Het eerste stuk strand op. Ai…hier blaast ie nog al. Het strand redelijk te belopen. Dan komt de Oosterscheldekering in zicht. Wat een prachtig gezicht. Is dit Zeelands trots? Een deel zeker.
Het tempo in het groepje waar ik mee zit valt weg. Wat nou? Blijven wonen of de oversteek maken. Ik schat in. Maak toch de oversteek naar de volgende groep. Een groep van 50 mannen en vrouwen. Er wordt niet veel gepraat. Dat kan ook niet er is teveel herrie. De wind buldert. 68 keer in de luwte en ook evenzo 68 keer de wind vol tegen. Doe mijn kopwerk in de groep ook mee. Stilzwijgende afspraak? Kennelijk. Iedereen werkt. Het tempo, de wind, de groep eigenlijk voel ik me wel goed. Het gaat niet lastig. Mag ook nog niet. Het is nog ver.
Dan het strand op bij Onze Vrouwen in de Polder. Het pad is smal en bedekt met stuifzand. Glad. De groep spettert uit elkaar. Dju… wat is dit los zand. Bedaf? Zoiets ja. Naar het water toe daar zal het wel harder zijn. Kan weer naar een groepje toe. Hier moet je beschutting hebben. Bij het water harder? Amper. En dan de eerste verrassing een hoge golf. Shit! Aan de kant springen anders heb ik al vòòr de helft een paar natte voeten. Pfff…net niet. Een gigantische windvlaag iedereen wijkt van zijn lijn. Een van mijn groepsgenoten raakt mijn hakken en ik val languit in het zand. Bij de poging om overeind te blijven schiet de kramp in mijn rechterkuit. Hard als een plank. Als ik maar weer op gang kom. Even wat wrijven en rekken trek ik me weer op gang. Weer een groepje zoeken.
Steeds bij de hoge golven probeert iedereen die te ontwijken door snel naar links te gaan maar die zijwaartse belasting gaat voor mijn kuiten niet op. Ja…beiden nu. Halve Marathon punt. De wind raast nu zo hard dat door het opwaaiende zand er in de verte een mist hangt. Ik weet dat er op 26 km een eind aan het strand komt. Maar dat duurt nog wel even. Nou is er niks meer over te steken naar een sneller groepje. Blijven hardlopen is al een hele kunst. Natte voeten nu al een hele tijd. Een paar keer tot bijna aan mijn knieën toe in het water gestaan. Hè..hè de strandopgang. Even wat drinken en paar stukken banaan naar binnen werken.
Nu komen we in een stuk bos. Natuurlijk staat hier publiek de wind is hier een stuk rustiger. Het loopt hier best lekker. Maar dat is niet van lange duur. Richting het 30 km punt. Richting watertoren boven aan de dijk. Niks te groepje meer. Omhoog, stukje omlaag en weer omhoog. Rechtdoor gaat redelijk een windvlaag van opzij is lastiger. Kan er de kramp net uithouden. Dan bij Domburg de Hoge Hill op. Trapjes..grr… 31 km. Nog een lange weg te gaan. Welke tijd kwam je door op 30? Tijd absoluut van geen belang meer. Aan het eind komen is het parool. Ik haal mensen in, anderen halen mij weer in. Het publiek "Je ziet er nog goed uit" Ja…ammehoela ze voelen niet wat ik voel.
Trapjes, trapjes op en af. In de verte zie ik de toren van Westkapelle. Dan de Tank. Da’s herkenbaar. Met een trainingsloopje was ik hier vaker. Nu crescendo naar Zoutelande? Absoluut niet. Ik waai van het pad. Het duurt weer even voor dat ik weer op het asfalt ben. Samen met een jongedame over op wandelen. We moeten schreeuwen om ons verstaanbaar te maken. We hebben het over lotsverbondenheid. Zo voelt het. Dan samen ook maar weer in de looppas. Ik moet weer eerder wandelen dan zij. Wat een kanjer! Jammer ik weet niet eens hoe haar naam is en heb ook geen startnummer.
De wind komt nu even schuin van achter. Voor mijn kuiten is dit eigenlijk nog slechter. De grotere paslengte die je maakt is funest. Het laatste stukje strand dan de dijk weer op. Sjan en Ruth lopen even mee. Alledrie bijna van de dijk. Nu links naar beneden nee… niet lopen, wandelen anders strand ik nog in het zicht van de haven. Beneden krijg ik een Zeeuwse vlag in mijn handen. Het publiek laat zich horen. Dan over de streep. Een paar tranen spoelen meteen wat zand uit mijn ogen. Alles zit vol. Mijn haar, mijn oren, mijn ogen alles is zand. De medaille wordt omgehangen. Van het publiek schouderklopjes. In de tent mag ik mijn T-shirt ophalen. De tekst erop in het Zeeuws: K’ ET G’ HAELE.
Supertrots!! Een PR nog nooit zolang aan een stuk onderweg geweest. Ik deed er 4:32’27" over om binnen te komen. Nu een paar dagen later begint het weer. Volgend jaar nog eens? Ik zeg nog geen nee!
© Tiny Raijmakers – Uden / http://www.tienray.web-log.nl