Net na terugkomst van Antibes begon ik mijn verslag. Ik sloeg alles door elkaar en het trok op niets meer. Veel te veel details en het ging wel tien bladzijden lang worden. Dan maar enkele uren later weer proberen… Al een tijdje geleden vroeg ik aan Willy of hij zin had om mee naar Antibes te gaan.
Het leek hem een goed idee en samen verrasten we Vincent door hem ook uit te nodigen om onze coach te zijn. Vincent nam het aanbod zonder twijfelen aan en zo konden we samen vertrekken naar de cote d’azur. Tinne, mijn zusje, gaat ook mee om te helpen waar ze kan. Diane heeft het vijfde ticket en gaat op vakantie. Op 10 juni 2009 brengt Koen, mijn goede collega, ons naar Zaventem. Zijn aanhangwagen is een luxe voor al onze bagage. Voor Willy en mij is het onze eerste vlucht. We zijn helemaal kalm en zweten maar het is dan ook warm, wel 16°. De sfeer zit er in en alles verloopt tip top. Voor we het weten staan we na wat trek- en sleurwerk aan het Fort Carré in Antibes waar alles gaat gebeuren. Op de bus kwam ik aan de praat met een dame die ons later zelfs twee maal kwam bezoeken en samen met haar man zelfs een fles champagne meebracht!
Het is hier een pak warmer dan bij ons. De zesdaagse lopers zijn al goed aan het afzien. Regina, Tom en Jos zitten allemaal nog goed in de race en zien er naar omstandigheden fris uit. We zetten onze tentjes op naast het parcours en gaan een stukje eten. Enkele kiekjes van de haven en al snel liggen we in ons bed. Voor mij is dat een matje van 15mm, maar het slaapt redelijk zacht. Iedereen heeft goed geslapen. We werden gewekt door een oververhitte tent. Onmogelijk om nog langer in die hitte te blijven liggen.
Even kort houden en overgaan naar de start. Op 11 juni 2009 om 16u mogen we er aan beginnen. Ik neem een tempo dat volgens mij wel 48u lang vol te houden is terwijl de grote hoop vertrekt zoals bij een zes uur. Het parcours. Na het vertrek komen we op de piste. De piste is in dezelfde staat als de Belgische autowegen, zo moet ik niet te veel uitleg geven. Na nog geen halve piste draaien we rechts een heuveltje op. Dit gaat na veel uren zeker pijn doen. Rechts en links en terug naar boven, dan naar rechts een rondje rond een tennisplein waar we ook voorbij de tent lopen. Dan een stukje bergaf en 90° naar rechts, even bergop, naar links en dan volgt, zoals Jos het mooi kon zeggen, het pokkenpad. Het pokkenpad zou later een andere naam krijgen, de urineweg… stinken dat het er deed.
De pokkenweg was een weg vol stenen met een klein padje dat iets beter was (lees, bijna even slecht) en 40cm breed. Na de pokkenweg gingen we links en liepen we een stukje langst de zee. Terug links, een paar lussen en het rondje zat er op aan de bevoorrading. Verder ga ik niet al te veel schrijven over de wedstrijd zelf. Ik heb het zelf moeilijk te reconstrueren wat wanneer gebeurde. Het is als een Black-out en ik slaag alles dooreen.
Na 45km deed de rug al pijn door gespannen te lopen. Ik sta mentaal nergens. Privé was het voorbije weken zwaar, op werk was het veel te zwaar…en 80% van zo’n lopen is mentaal. Na 14u lopen sta ik aan de leiding. In normale omstandigheden zou ik mijn voorsprong vergroten en mijn eerste plaats niet meer afgeven. Ik wou winnen in Antibes. Maar nu kon ik het mentaal niet opbrengen. Ik had geen zin meer om te lopen, nooit meer, volledig er door, stoppen wil ik, het is genoeg geweest. Ontgoocheling in Vincent zijn ogen. Hij probeerde me te overtuigen, maar met iets meer dan 100km ging ik uit de wedstrijd. Een hele tijd duurde het en af en toe deed ik toch nog een rondje. Tot Vincent me dan toch voldoende moed gaf, ook Tinne, Regina en andere lopers. Berichtjes die doorkwamen gaven terug moed. Wat toen gebeurde gaat me altijd bijblijven. Ik kreeg er terug zin in. Het was warm, 35° in de schaduw en 40° in de zon. Iedereen ging dapper door. Van plaats negen klim ik terug naar plaats zeven en loop het laatste uur meer dan negen kilometer. 204 km in totaal. Willy liep een prachtige derde plaats met 261 km.
Onderweg kwam ik ook tot de ontdekking dat de mens niet van de apen afstamt, maar van de varkens. Na 40uur lopen protten en boeren de meesten er op los. De wedstrijd is gedaan en de emoties komen los. Iedereen is gelukkig en kan zijn tranen wel laten vloeien. Ook onze verzorgers kennen even dit speciale gevoel. De prijsuitreiking duurt enkele uren, want iedereen krijgt een beker en ‘zijn’ moment om naar voren te komen. Willy staat mooi op het podium en geniet van de drie kussen aan de organisator, Gerard. Daarna is er nog een heerlijke Paella voor iedereen, verdiende maaltijd. We strompelen terug naar ons tentje. Vincent en ik moeten nog even plassen. Vincent springt over een obstakel en ik dacht "dat kan ik ook nog wel".. Oeps, ik spring er over en bij het landen een krak op de zijkant van mijn knie. Het doet enorm pijn en de volgende drie dagen zal ik hierdoor maar drie uur kunnen slapen! Nooit probeer ik nog een man van 70 jaar na te doen. Zouden we dan toch van de apen afstammen?
De dag erop breken we alles op om nog een nachtje in een F1-hotel te verblijven alvorens onze vlucht terug te nemen. Vincent krijgt van ons nog een beker voor zijn goede coatching . Coach met een T omdat Coat een mantel is en bescherming geeft. Dat heeft Vincent als een vader voor ons gedaan. We gaan een pizza eten, lachen daar ook weer wat af en omdat er geen kaas is krijgen we de drankjes gratis en korting op de pizza. Rare mannen die Fransen.
Over de wedstrijd schreef ik niet heel veel. Het was een beetje een ontgoocheling, want ik weet dat ik tot veel meer in staat ben. Achteraf gezien zit er toch weer 200km in de beentjes en dat een maand na Steenbergen. Echt klagen gaan we dus niet doen. Deze reis naar Antibes was zo de moeite. We gaan dit volgend jaar overdoen, maar dan zes dagen. Op zo’n wedstrijd ontdek je dat je zoveel vrienden hebt, die echt geven om jou. Om wie je bent. Iedereen leeft mee en we proberen elkaar te steunen waar het kan. Het geeft een gevoel en brengt emoties mee die niet te beschrijven zijn. Zoveel uren geeft een mens tijd om na te denken. Dikwijls geven we ons over aan de verzorgers. Elk klein signaal van hun, een duim, eens knikken, het zijn allemaal prikkels om terug door te gaan en te zeggen ‘never give up’.
In de vlieghaven tijdens het wachten worden we overspoeld met buien. Een geluk dat het allemaal lachbuien waren. Bedankt voor deze reisvrienden. Ik hoop dat we volgend jaar met nog meer zijn!
© Paul van Hiel – Jette (BE) / http://paulvanhiel.spaces.live.com