Zondagmorgen 8 maart 2009. Om 6u30′ ben ik wakker, maar mijn ogen plakken nog toe. Koorts en een snotvalling. Vandaag sta ik in het teken van de wetenschap. Ze zeggen dat lopen je beter maakt. Laten we dat dan maar eens gaan testen. Het regent en er staat een koude wind. Na een bord pasta staan we klaar om te vertrekken. Niet met de volle goesting, maar ik wil er voor gaan.
140km verder komen we aan in La Gorgue, een klein dorpje een 50km voorbij Lille. Mijn ruitenwissers deden hun werk, maar ze hadden vandaag beter ook aan de binnenkant gestaan. De niesbuien volgden elkaar snel op en ik vroeg me af, "wat kom ik hier in godsnaam toch doen ?". Ach ja, de wetenschap.
De inschrijving verloopt zeer vlot. Bij het afgeven van mijn doktersattest kijkt de man mij maar raar aan. Hij zal zich afvragen hoe ik in mijn toestand aan een attest gekomen ben. Er zijn redelijk wat lopers komen opdagen ondanks het slechte weer. Geen enkele bekende. De start is om tien uur en er is nog net tijd om de benen wat in te smeren. Om tien uur stipt gaat de toeter terwijl de helft eigenlijk nog naar de start aan het gaan was. Niets van aantrekken, dat zijn Fransmannen. We vertrekken op de piste en als laatste begin ik direkt een inhaalmanoeuvre. Ik zal proberen om de marathonafstand te halen en mag dan al wat sneller starten.
Eenmaal de piste rond lopen we door een sporthal waar ook de rondes manueel geteld worden. Na de sporthal heb ik al meer dan de helft van de lopers achter mij gelaten. De bevoorrading trekt op niets! De pepsi-cola is niet mijn ding en bruine bananen smaken ook al niet zo. Verder zijn er koekjes die niet krokant meer zijn en… vijgen. Vijgen vóór Pasen?!De omloop is wel eentje om van te smullen. Rondjes van 1,5km, wel allemaal asvalt. Na een bocht hebben we een lang recht stuk waar de wind pal op kop staat. Het heeft 5′ zitten regenen en als bij een wonder klaarde de hemel helemaal op. Een mooie blauwe lucht en de zon warmde ons toch wel een beetje. Daardoor zweten we veel harder natuurlijk en op de stukken windtegen is het extra koud.
Ik ben een beetje te gek aan het doen en zonder het te weten loop ik na twee uur aan de kop van de wedstrijd. Nummer twee zit altijd gaatjes te dichten op mij en ik zeg hem dat hij naar mij niet moet kijken, want dat ik maar voor de marathon ga. Ik zit er ondertussen al volledig door. Al 26km op twee uur en ik krijg geen zuurstof meer. Alles zit verstopt en het is twijfelen of die marathon wel gaat lukken vandaag. Nu eerst wat rusten. Ik doe droge kledij aan in de wagen en probeer een stukje te eten. Na mijn stop zak ik terug tot een vijftiende plaats, maar dat kan me gestolen worden. Het is niet zo moeilijk om terug in ritme te geraken, alleen iets trager dan de eerste twee uur.
Telkens als we de sporthal doorkomen staan supporters ons aan te moedigen. Een dame roept ons telkens bij naam. Met de naam op de startnummer een leuk idee, dat ze hier ook meer moesten doen. Of in Nederland, want Belgen zijn denk ik niet zo goed in supporteren. Half wedstrijd heb ik echt wel een ritme gevonden. Ongelooflijk dat een mens zo ziek drie uur lang kan lopen. En ze hebben gelijk. Het gaat steeds beter. Lopen maakt werkelijk beter. De vele wandelaars kijken naar niets, het moet gezegd, Fransmannen zijn moeilijke lopers. Ze snijden de pas af, lopen zigzag, nemen heel de baan, gaan nooit uit de weg… Ik hoop dat hier niet te veel Fransmannen komen lezen.
Het stuk windtegen begint bij velen enorm pijn te doen. Bij mij ook, maar het lukt me blijkbaar iets beter om er door te bijten. Ik eet bijna niets, omdat het mij beter lijkt dan die troep in mijn lijf. Het doet me hier hard denken aan de 24u van Séné qua sfeer. Toch zijn er ook een paar lopers waar ik een gesprekje mee kan doen, misschien valse Fransen haha. De minuten tikken verder en de marathon is al achter de rug. Ik heb steeds minder moeite om gewoon voorbij die afstand te lopen. Even rekenen zegt me dat ik makkelijk aan mijn eerste doel kan komen, 60km. Het laatste kwartier herleven er ineens een paar en beseffen ze dat ze nog kunnen lopen. Nog vijf minuten. Ik stop op een plaats net voor de bocht om niet in de wind te moeten wachten op het meetwiel. Na het toetersignaal gaan de meeste lopers dapper verder. Ik roep dat ze mogen stoppen.
Er komen er twee bij mij op de bank zitten die eigenlijk 100m achter mij waren. Ik voel het al gebeuren en zet me nog tien meter verder. Er komt iemand langs die ons nummer met krijt op de grond schrijft en we mogen ons gaan omkleden. De benen voelen eigenlijk nog goed aan. In de sporthal gaat de prijsuitreiking door en kunnen we na lang wachten onze uitslag zien. Zoals ik dacht hebben ze drie lopers op dezelfde afstand gezet. Plaatsen 12,13 en 14 hebben ze dezelfde afstand gegeven en zo sta ik op de dertiende plaats. Normaal was het de twaalfde maar, och, dertien is denk ik wel een geluksgetal voor mij. In totaal kom ik op 63107m en daar ben ik enorm tevreden mee.
De weg terug lijkt langer en we stoppen nog eens aan het frituur. Een beetje vet hebben we wel verdiend. Op naar de volgende uitdaging en hopen dat we dan eens eindelijk gewoon gezond en uitgeslapen aan de start kunnen verschijnen.
© Paul van Hiel – Jette (BE) / http://paulvanhiel.spaces.live.com