Loopmaat Lex Frentz heeft onlangs met een groepje gelijkgezinden een trainingskamp afgewerkt in Portugal. De maandag dat hij terug had moeten zijn vertelde zijn vrouw dat hij er flink getraind had. Let wel: 196km in één week! Later bleek dit ‘slechts’ 163km in negen dagen te zijn geweest. Waarom begreep ik het verkeerd?
De week had zij nooit genoemd, maar dat had ik er van gemaakt omdat ik dacht dat hij een week was weg geweest. Waarschijnlijk had zij 169 gezegd en had ik dit aantal ook nog eens verdraaid. In 1982 gebeurde nagenoeg hetzelfde.
In 1982 werd ik tijdens het trainen geschept door een auto en liep daarbij flink wat schade op. Onder andere een verbrijzelde bovenarm. Om de fragmentjes weer tot één bot te laten worden werd er een pin door mijn onderarm gedaan. Daaraan hingen allerlei gewichtjes om zodoende mijn arm op lengte te trekken. Na de eerste week kwam Tjibbe de Vries mij overigens opzoeken in het ziekenhuis. Tot zijn opluchting had ik twee armen. In het roddelcircuit had ik er namelijk al één verloren. Nu weet ik wel waarom de dagelijkse controle of ik mijn vingers nog kon bewegen en het gevoel er nog zat niet voor niets waren geweest.
Na zes weken mocht de arm in het gips en na nog eens zes weken had ik een arm als een ‘Biafraan’. Geen beschadigingen aan de zenuwen, want dat zou niet best zijn. Alles deed het weer! Regelmatig geef ik Tjibbe tegenwoordig nog een hand met mijn ‘spookarm’.
© Rinus Groen – Apeldoorn