“Zo, heb je mij zojuist met grote snelheid ingehaald ?” zeg ik quasi nonchalant tegen degene die naast me staat in de tent in Heerde. Een prototype van hardloper. Korte broek, maar dat kon ook want het was vandaag lekker zonnig weer. Een tanig gezicht, afgetraind en die net een korte discussie had met een loopmaatje die uit hetzelfde hout gesneden is. Morgen nog even aftrainen, met een loopje van een aantal kilometers was hun conclusie.
Dat horende dacht ik gelijk dat dat mogelijk net zoveel kilometers als ik vandaag heb gelopen. “Zou best kunnen, ik heb net de 15 gelopen en er niet op gelet wie ik inhaalde”. Nee, bedacht ik dat kon bijna ook niet want het verschil in snelheid van de mensen die me inhaalden de laatste kilometers was ongeveer de dubbele snelheid van de mijne aan het eind. Ik leg dus maar kort uit dat ik me beperkt heb tot de “10”. Hij kijkt me vriendelijk aan en spreekt de nu nog niet historische woorden:” Oh, maar die vind ik veel lastiger in te delen dan de 15!, die is veel gemakkelijker om te lopen”.
Ik was nog buiten adem van de 10. Maar je snapt dat deze opmerking mijn adem opnieuw deed stokken. De 10 lastiger dan de 15! Stel je voor als je dat doortrekt dan kan je het beste een marathon gaan lopen. Ja, waarschijnlijk is dat heel makkelijk. Die loop je 30 kilometer op karakter. Zou die man dan toch gelijk hebben die onlangs beweerde dat iedereen een marathon kan lopen? Ik kan niet vragen hoe hij bij de boude uitspraak komt van de 15 en de 10, want hij is alweer weg terwijl ik nog probeer mijn bezwete loopshirt uit te trekken en om te wisselen voor een droog shirt.
Ik heb weer eens gelopen in Heerde de Dalli/Klokloop bij zonnig weer in herfstachtige tinten. Uitlopen is het doel. Op mijn werk te veel hooi op de vork genomen en dus op de rem getrapt. En met die vork vol met hooi 10 kilometer rennen, dat is een hele klus. Zie je het al voor je? Alleen de bomen ontwijken en de overige hardlopers zonder schrammen over de streep laten gaan is al een uitdaging. Maar uiteindelijk zal het hooi wel van de vork dwarrelen en wordt de last steeds lichter. Als ik dan ook nog de vork weggooi dan wordt het een makkie! Wie het hooi opruimt daar bekommer ik me dan maar niet over.
Ik heb de eerste kilometers aangehaakt bij een dame die net te snel liep voor me. Maar ik had me voorgenomen bij de 4,5 kilometer verversingspunt rustig een beker water te nemen , als beloning. Daar aangekomen sta ik in de volle zon, voor mijn gevoel uit te dampen en de 3 vrijwilligsters lijken het wel gezellig te vinden dat er eens iemand stopt. Ze beginnen een bijna filosofische verhandeling over het nut van sporten en de factor genieten die daarbij een rol speelt. Maar de aanzet van hun verhaal kap ik al snel af, want ik moet nog 5,5 kilometer.
Eigenlijk raar dat men voor de helft van de afstand een verversingspunt heeft. Waarom niet over de helft. Dat is psychologisch veel slimmer? Maar geen enkele loop heeft dat volgens mij, gewoon voor de laatste kilometer een “koek en zopie” zodat je wel doorvoed de laatste kilometer kan knallen en niet “op karakter” binnenkomt. Want ja, na het afbreken van de filosofische aanzet loop ik achter een groepje renners die ik ogenschijnlijk inhaal. Maar bij 7,5 km gaan ze ineens los en zie ik ze als een stip verdwijnen. Ook zo’n prima punt voor een “koek en zopie” bedenk ik en daar had ik mooi mijn vork kunnen inleveren!
Maar wat doen zij anders dan ik? Waarom zij wel en ik niet? Gelukkig is er ook een loopster die ze inhalen en die voor mij ineens ook dichterbij komt. Nog 1,5 km voor de streep probeert ze nog te ontsnappen, maar ik ga mee. “Dit zal me toch niet gebeuren”, bedenk ik me. Die laatste saaie kilometer alleen lopen. Voor de streep wisselen we nog korte zinnen: “gaat het nog”, “het moet op karakter”, “we zijn er bijna”. 500 meter voor de streep wordt ze door een vriendin opgewacht. “Nog even sprintje? ”zegt die vrolijk. Ze heeft een nummer op en heeft dus al 10 gerend! Misschien had die de 15 moeten doen bedenk ik nog. Maar ik wist toen niet dat de 15 gemakkelijker was en had ook niet de adem om dat allemaal met haar te bespreken.
Ik zie mijn loopbuddy van de laatste kilometers twijfelen. Ze kijkt mij aan en zegt: “Doen we nog? of samen over de streep?” ik wil graag haar excuus zijn: “Samen lijkt me prima, maar ga vooral je gang”. “Samen!” zegt ze overtuigd. Dus versnellen we nog de laatste 50 meter samen en feliciteren elkaar na de finish. We hebben deze 10 weer uitgelopen! En met de kennis van de 15-loper was dat weer een hele prestatie. De vorige was 6 maanden terug. Maar ik kan het nog. Van de vork en het hooi geen last gehad. Er is nog hoop!
10 km Heerde;1:10:54 inclusief stop gemiddelde 8,463 km.u. incl. filosofische aanzet. 28-10-2016 Wie gaat meedoen zat. 26 november? Hora Loop Bennekom; 5,10 km en ook de gemakkelijke 10 EM! Voor mij de 10 km.
© Abe – Apeldoorn