Vorig jaar had ik het genoegen om mee te mogen hobbelen in de eerste editie van de Herfst-Ultraloop in Berg en Dal. Toen was deze loop een complete verrassing voor mij. Ook al wist ik dat de combinatie de LAT en Willem Mütze een garantie is voor een mooie, uitdagende en goed georganiseerde loop, maar toch was ik compleet perplex van het moois dat daar geboden werd.
Ik was zelfs zo onder de indruk dat ik, onder het mom van verkeerd lopen, heel wat kilometers extra gelopen had. Ik was dus voorbereid om een mooie tocht maar was wel in de loop van het afgelopen jaar gaan twijfelen of ik deze loop in mijn fantasie niet was gaan idealiseren. Vergelijkbaar dus met de marathonloper die tijdens de tocht alles verwenst en besluit om nooit meer en marathon te lopen en dan, naar mate meer weken verstrijken, het steeds geweldiger gaat vinden.
Samen met mijn loopvriend Thijs van Heugten kwam ik zonder problemen ruim 20 minuten voor de start bij de kantine van de tennisvereniging in Berg en Dal. Hier zat Willem al te wachten om iedere loper een voor hem persoonlijk vervaardigd startnummer te overhandigen. Deze twintig minuten had ik ook zeker nodig om alle oude bekenden even te begroeten. Het aantal deelnemers was ten opzichte van het vorige jaar verdubbeld tot 40. Na nog een kleine worsteling met mijn sokken in de dameskleedkamer kon ik op de laatste rij voor de gebruikelijke foto voor de start gaan staan. Even ter verduidelijking mijn geheel eigen interpretatie van de begrippen rechts en links had er voor gezorgd dat ik zowel in de verkeerde kleedkamer zat als ook dat mijn sokken wel erg vreemd zaten.
Mijn doelstelling was simpel en duidelijk: heel rustig lopen en heel veel genieten en mij absoluut niet verlopen. Bij dit laatste had ik goede hulp gekregen van onze vrienden van de LAT, in tegenstelling van het systeem met kleurtjes van vorig jaar hadden ze nu heel duidelijke pijlen opgehangen. Op de pijlen stond zelfs de afstand tot de volgende pijl daarnaast hadden ze ook nog op de meeste punten met krijt pijlen op de grond aangebracht. Dit in combinatie met mijn parkoerskennis maakte mijn derde doelstelling absoluut realistisch.
Dus na het zeer beschaaft uitspreken van het woordje start door Willem kon het genieten beginnen. Zoals ik wel verwacht had nam Jan Nabuurs meteen de kop en vloog werkelijk de bossen in. Toevallig liep ik ook vrijwel vooraan samen met Michael Lorenz. Ik heb toen aan Michael voorgesteld om Jan even een kleine stimulans te bieden en (met de nadruk op) even keihard achter Jan aan te gaan. Dit is natuurlijk weer een briljante actie als je lekker rustig lopen wil.
Binnen een paar kilometer kon je al voorspellen hoe de binnenkomst bij deze loop zou worden. Jan zou waarschijnlijk nummer 1 worden, Michael zou daar achter zitten dan zouden Arie Froberg en Oscar Rouwhort volgen. Vervolgens vormde zich een groepje bestaande uit Frans Cobben, Kornel Taapke, John Bouwens, Jean-Pierre Gendrault, Jo Lukasik en ondergetekende. Van deze laatste groep had Frans die dag duidelijk de beste benen en zou zich dus na verloop van tijd zijn eigen tempo gaan lopen. Jo kreeg een aantal telefoontjes en moest zich daarom wat laten terugzakken. Binnen een kilometer was ik trouwens al mijn startnummer veloren maar dan zij de oplettendheid en lenigheid van John had ik hem meteen weer terug. Ik had weer eens duidelijk mijn verstand niet gebruikt en was veel te snel weggegaan, zeker als je bedenkt dat ik niet echt opgewarmd was en na ruim twee uur in de auto niet bepaald de soepelste spieren had. Als beloning hier voor zette zich na een kilometer op 5 mijn rechter voet/enkel helemaal vast en kon ik dus met rechts totaal niet meer afwikkelen. Dus werd het lopen een pijnlijke bedoening, eigen schuld dikke bult (letterlijk) dus.
Toch mocht dit de pret absoluut niet drukken. Het parkoers was meer dan schitterend en ook het weer was geweldig. Dus wat kun je als loper nog meer wensen. Via Westermeerwijk ging het richting Heilig Landstichting. Dan de Kwakkerberg op richt Beek Ubbergen. Tussendoor werd je nog beloond met schitterende uitzichten op de Ooijpolder. Rond Beek zat een punt in het parkoer waar de mogelijkheid reëel aanwezig was om je te verlopen. Vorig jaar liep ik op dit stuk in het gezelschap van Willy Jonkers en Willy voorkwam daar dat ik de mist in ging. Dit jaar had de organisatie het nog beter geregeld. Midden op straat stond daar Willem; en geloof mij maar dat manneke met schoenmaat 16 kan heel goed duidelijk maken dat je een verkeerde afslag neemt.
Kort hierna was de eerste zeer goed verzorgde verzorgingspost. Hiervan zouden er hierna nog 5 volgen. Die verzorgingsposten van de LAT zijn so wie so iets waar ik steeds naar uitkijk. Aardige en vriendelijke mensen en ze staan daar heerlijke botterhammen te maken. En niets is te veel moeite voor ze; sinds vorige week ben ik helemaal verslaafd aan botterhammen met Jam, kaas en dropjes. Om het gezond te houden uiteraard met bruin brood, toch hoop ik dat mijn kinderen dit niet lezen. Vorig jaar had ik de laatste verzorgingspost twee keer bezocht. Tot mijn genoegen wisten de bemensers zich dit nog goed te herinneren (het wordt misschien toch tijd voor een nieuw shirtje) en complimenterende mij met het feit dat ik dat dit jaar niet gedaan had. Dit kwam eigenlijk omdat er dit jaar een extra verzorgingspost was en ik dus geen rondje extra hoefde te lopen.
Niet verlopen stond ook op mijn lijstje. Het punt waar het vorige jaar zo gruwelijk mis ging stond nog steeds in mijn geheugen gegrift. Het parkoers was op dit punt aangepast dus kon ik hier niet de sier maken met het perfect volgen van de route. De afslag voor het punt waarop het vorig jaar voor de tweede keer mis ging heb ik ook gevonden. Vlak daarna stond de aparte verzorgingspost van Willem voor de lopers. Apetrots kon ik Willem dan ook vertellen dat ik mij niet verlopen had. Maar hoogmoed komt voor de val. Een paar honderd meter achter die post is de eerste Caferust. Netjes staat er dus een bordje en een pijl dat je daar naar links naar het café brengt. Tevens staat er precies op de hoek ook een pijl die je weer naar rechts terug op het parkoers brengt. Op de hoek van de straat voor het café ligt ook een parkeerplaatsje. Laat ik nu voor de eerste keer in mijn leven op dat punt het parkoers afsnijden en niet netjes over de stoep maar over de parkeerplaats lopen. Dus geen pijl en de verkeerde kant uit. Toen ik die straat afliep bekroop mij al het vermoeden dat dit niet goed was. Voor mij liepen echter de andere lopers, die dus wat minder krentenbollen gegeten hadden. Toen kwamen we op een mij zeer bekende rotonde. Midden op die rotonde stond vorig jaar Ria Buiten, en wij dus ook en waren finaal de weg kwijt. Deze rotonde heet trouwens van nu af aan de Ria Buiten rotonde. Van de andere en ook verkeerde kant kwam Ton Peters. Ton had vorig jaar ons gemiskleund ook meegemaakt. Ton is altijd de vrolijkheid zelfe maar toen hij mij weer op dat punt zag was zijn smile nog tien maten groter. Door Ton werden wij weer terug op het parkoers gezet en konden wij onze tocht vervolgen. Ton mocht nog even terug naar de verzorgingspost en ik kon me er nu al op verheugen dat Willem mij bij de binnenkomst zou feliciteren met mijn parkoerskennis.
Tussentijds hadden we al kunnen geniet van het bedwingen van de Duivelsberg, waren nog even in Duitsland geweest. Nu ging het richt Sint Jansberg, dus een uitstapje naar Limburg. Daar mochten ook de Mookerschans en Mookerheide onderworpen worden. Uiteraard heb we nog meer mooie stukjes gezien.
Ergens rond kilometer 50 had ik trouwens nog de gelegenheid om de ondergrond wel van erg dichtbij te bestuderen. Hoe het gebeurd is weet ik nog steeds niet maar ik maakte een complete koprol en toen nog een complete val voorover en schoof ter afronding nog een paar meter naar voren. Veel zag ik niet op dat moment maar wel zag ik mijn aanstaande loopje in Ierland in het water vallen. Achteraf gezien zag het door de kapotte kleren en het bloed in combinatie met het vuil wel heel indrukwekkend uit. Toch was ik ook wel een beetje trots op mij zelf; ik had al zeker 35 jaar geen koprol meer gemaakt en nu maakte ik zo maar spontaan anderhalve .
Na 6:08 kwam ik als nummer 7 binnen. Nadat ik een oplossing gevonden had voor het feit dat mijn kleren nog in de dameskleedkamer hingen was ik zo gedoucht en kon ik bij Willem een medaille, een mooie pet en een oorkonde in ontvangst nemen. Deze oorkonde was voor mij wel en heel aangename verrassing. Want hier stond naast een actiefoto van mij en de gerealiseerde tijd ook op dat ik op de derde plaats geëindigd was. Nu weet ik 100% zeker dat ik als 7e binnenkwam, maar ik ben te verlegen en heb ook te veel respect om met de organisatie in discussie te treden. Toch heeft mij dit wel heel wat uurtje uit de slaap gehouden. Ik denk dat ik inmiddels de oplossing voor dit raadsel heb. Bij veel sporten krijg je een extra waardering van de voor de moeilijkheidsgraad van de uitgevoerde oefening. Het kan dus niet anders zijn dan dat ik voor het maken van een perfecte koprol zo veel punten gekregen heb dat ik hier door hoger geëindigd ben dan de jongens die alleen maar wat sneller gelopen hebben.
Afsluitend kan ik stellen dat ik mij zeker niet vergist had en ook mijn indrukken van vorig jaar niet geïdealiseerd heb; dit is toch een van de mooiste lopen die ik ken. Het moge duidelijk zijn dat ik volgend jaar op 10 oktober weer van de partij ben.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/