“Lekker zonnetje en mooie dag” wordt al na 1 kilometer ongevraagd met me gedeeld. Ja dat is het zeker, de laatste dag in oktober schijnt de zon uitbundig, is er bijna geen wind en zal menigeen in zijn tuin werken, het bos in gaan, gaan fietsen voor zijn plezier.
Op van die gelijke fietsen waarover Youp van ’t Hek zich in één van zijn conferences verschrikkelijk heeft opgewonden, maar hij in tegenstelling tot de ‘Buckler’ nooit heeft kunnen uitbannen uit de Nederlandse samenleving.
En Ik? Ik loop mezelf weer eens achterna. Heb besloten dat ik de 10 weer te lijf moet kunnen gaan. Heb medelopers en loopsters gevonden uit Apeldoorn, die de 10 als goede oefening beschouwen tot hogere en verdere doelen. Gelukkig zijn het hun doelen en niet de mijne. Maar blijkbaar hebben wij mensen stofjes in ons lijf die ons daartoe stimuleren? Zou je zo’n stofje ook ergens bij de Etos of Kruidvat kunnen kopen? Dan had ik dat moeten doen bedenk ik me terwijl ik richting de “2” me al afvraag waarom ik er aan begonnen ben?
Dinsdagavond had ik nog getraind en kwam ik na 2,66 nog medeloper B. tegen, die kwam van zijn werk en stopte even. Toen had ik een goede reden om ook even te stoppen en bij te praten en het alvast te hebben over deze loop. B. is geblesseerd en komt finishfoto’s maken en me aanmoedigen. Hij zal dus nu niet bij 2,66 staan vrees ik. Gelukkig mis ik het bordje van de ‘3” en herken ik dat ik richting het verfrissingspunt loop. Heb inmiddels mezelf voorgenomen dat als ik daar minder dan 8,5( km/u, voor niet lopers: ik heb zo’n modern horloge waar je op kan zien hoe hard je loopt, wat je hartslag is, hoever je bent. En dat kan je later ook nog allemaal teruglezen) ik me afmeld en ze maar zien hoe ze me weer bij de start krijgen. Al is het een in een kruiwagen, achter op de fiets. Ik ga dan gewoon zitten en ze zoeken het maar uit.
Maar ik haal het punt met 8,6 en neem een beker water, overzie het veld achter me en constateer als ik weer start dat er geen veld achter me is. Ik ben de achterste, de laatste! Voor me lopen een aantal dames die besloten hebben niet de laatste te worden en als ik ook maar enigszins versnel dan lijken zij ook sneller te gaan! Bij de ‘6” krijg ik de opbeurende woorden “over de helft, doorgaan” . ja, ik ga nu maar door denk ik. Ik haal iemand in! Maar ja, die komt niet in de einduitslag voor, hij gaat dat niet halen. Dat zie ik zelfs.
De “7” mis ik ook weer, misschien omdat ik de omgeving herken en even geniet van de herfstige zon en de omgeving? Of me afvraag waarom iemand na de onderdoorgang onder de snelweg na de scherpe bocht naar rechts net 20 meter met een klein beetje helling er in heeft gelegd. Welke asfalteerder heeft dat bedacht? “Ik stop” schiet er door mijn hoofd. Maar de asfalteerder heeft compassie met mijn spieren en het pad loopt alweer wat af en iemand wist dat ik in een dip zou zitten want het bordje “8” staat naast de kant.
Ok, dan ook die laatsten maar. Ik loop nog steeds op 8,5 en vind dat ik dat moet volhouden. De “9” gaat zonder problemen voorbij en dat laatste kilometer is altijd langer dan de eerste. Dat is echt zo! Vraag het maar aan iedere loper. Zouden ze dan niet gewoon de eerste km 1,1 lang kunnen maken en de laatste 0,9? Dat kan toch als op iedere horloge de software wordt aangepast? Er zullen toch een paar vakbroeders en wellicht hardlopers bij dat Duitse merk zijn die werkloos zijn geworden en dat kunnen regelen?
Ik ben inmiddels de bezemwagen achter me kwijt, wordt door zeer hardlopenden van de 15 K ingehaald en wordt als laatste aangemoedigd . De finish nadert eindelijk: vrienden C&B , de geblesseerden, fotograferen en moedigen aan. De speaker kijkt op zijn lijstje en ziet aan mijn nummer wie ik ben en deelt dat met de toeschouwers. Een anonieme finish zit er niet in en onder luid gejuich word ik door mijn medelopers en loopsters uit Apeldoorn ingehaald. Zij zijn al binnen en volledig hersteld zo lijkt het. Op latere foto’s van de laatste 200 meter zien ze er opvallend vrolijker en frisser uit dan ik. Maar ja, ik had dan ook nog de last mee te dragen dat ik de laatste was.
Of dit de laatste was? Nee, dat nou ook weer niet.
© Abe – Apeldoorn