Toevallig heb ik de afgelopen weekenden een aantal loopjes gedaan waarbij ik een startnummer mocht dragen. Om te voorkomen dat mijn favoriete shirtje, door het veelvuldige gehannes met veiligheidsspelden, op een gatenkaas gaat lijken werd het weer tijd voor een loopje met veel plezier en weinig formaliteiten. Bovendien staat volgende week de zevendaagse Eifelsteig gepland.
Op 8 januari 2008 schreef Henk: Er is nog heel wat te lopen
Op 5 februari 2008 schreef Henk: Toch nog een goede daad kunnen doen
Op 21 februari 2008 schreef Henk: Soms is het wat korter
Op 11 maart 2008 schreef Henk: Regen kan echt loopplezier niet verstoren
Dus de tijd was rijp om even het Willibrorduswandelpad af te maken. Na etappe 4 waren we in Baarn beland. Dus moesten we nog even van Baarn naar Utrecht. Bram had becijferd dat dit stukje circa 47 kilometer lang was. Ik telde dus op een loopje tussen de 45 en 50 kilometer. Precies de ideale voorbereiding. Toevallig was ik dit weekend aan het logeren bij mijn schoonzus en zwager in Almere. Ondanks dat mijn vrienden van de NS (ik zit dit stukje in de trein te typen nadat ik dankzij een computerstoring ruim drieëneenhalve uur op een perron heb zitten luisteren naar een mevrouw die omriep dat de treinen niet reden maar dat nadere informatie omgeroepen zou worden. Vandaar “ vrienden”….) je via Weesp van Almere naar Baarn laten gaan was ik nu eens niet degene die bepalend was voor het starttijdstip. Sterker nog toen mijn lieftallige echtgenote zich realiseerde dat ik voor een ritje, dat met de auto een dikke 15 minuten duurde eerst naar het station gebracht moest worden (10 minuten) en vervolgens 50 minuten met de trein onderweg was bood zij spontaan aan om mij even met de auto te brengen. Ik heb het dus echt getroffen met een echtgenote die mij in mijn hobby zo ondersteunt. Voor de goede orde; ik ben die nacht drie keer opgestaan om te controleren of ik mijn creditcard inderdaad in mijn looprugzak gestopt had. Dit deed ik louter en alleen omdat wij lopers na afloop een hapje wilden gaan eten. Ik wilde voorkomen dat ik geen geld bij mij had en ik dan niet kon voorkomen dat Bram ons zou trakteren. Dus mijn onrustige slaap had niets te maken mijn avonturen in Rotterdam.
Mooi op tijd kwamen wij in een zonovergoten Baarn. Achteraf heb ik gehoord dat Baarn het enige station in Nederland is met nog een aparte eerste klasse wachtkamer. Had ik dit geweten dat had ik geheel in de traditie van Willibrammes wellicht nog een sociologisch experiment kunnen uitvoeren. Mooi op tijd arriveerden ook de overige volgelingen van Willibrordus (Bram, Erwin en Wim) en konden wij onze tocht beginnen. Bram had uiteraard weer mooie routebeschrijvingen (zowel kaartjes als tekstuele beschrijvingen) gemaakt. Maar met onze ervaring hadden wij die niet die nodig. Wij liepen gewoon terug naar het punt waar wij de route vorige keer hadden verlaten. Meteen vonden wij ervaren spoorzoekers de inmiddels bekende blauw-gele markeringen. Om precies 9:46 stonden wij dan ook op het bordes van paleis Soestdijk. Om de een of andere reden was ik er van overtuigd dat Willem A. in een totaal afgedragen shirtje van de marathon van New York naar buiten gelopen zou komen en ons zou vragen of hij mee mocht lopen. Vervolgens zou Maxima in peignoir en pantoffels naar buiten komen en met een mededeling in de trant van “Sorry, Alex ist een beetje dom, hij wiet niet hoeverre joellie lopen”. Aan deze gedachten is denk ik wel te merken hoe warm het was…..
Vervolgens hebben we nog door een heel mooi stukje gelopen waarbij we een meertje omrond hebben en via het bedwingen van een apart toegangssysteem een heidegebied met mooie zandverstuivingen verkend hebben. Midden in het heidegebied waren de markeringen op. Een mooi moment om de verschillen in karakters tussen lopers waar te nemen. Sommige liepen alle kanten uit op zoek naar een volgende markering. Eentje ging de uitgereikte documentatie bestuderen en eentje wachtte af tot iemand het probleem opgelost had. Het verlossende woord kwam van Bram. “Ik heb een vervelende mededeling; wij zitten helemaal verkeerd. Meer specifiek: we hebben een heel andere route gelopen.” Achteraf bleek dat wij vrij snel van de route waren afgeweken en op een stuk rondwandeling waren uitgekomen. Vandaar waren wij ongemerkt overgegaan naar een andere wandeling namelijk “Rondom de Dom” Voor ons dus een heel toepasselijke naam. De verklaring was helder en de oplossing ook. Wij mochten weer terug naar het beginpunt. Dus stonden wij om 11:46 weer op Soestdijk. Willem A. was er nog steeds niet. Uiteindelijk waren we na zo’n 2,5 uur al ruim 1 kilometer van ons startpunt in Baarn verwijderd. We hadden inmiddels meer dan 20 kilometer omgelopen; omdat wij met zijn vieren waren, weet ik nog steeds niet hoe ik dit moet berekenen. Met 4 personen 20 kilometer verlopen is dit 5 kilometer per persoon of hadden we ons effectief 80 kilometer verlopen?
Ondanks dat we nu redelijk alert waren hebben we tijdens deze etappe nog regelmatig moeite gehad om de route te vinden en ook regelmatig weer een stukje terug mogen lopen. Uiteindelijk bleken we eerst naar Amersfoort te mogen. Dit was voor mij ideaal want op het station kon ik daar 1,5 liter Coca toverdrank kopen, wat gezien de zeer stevig gestegen temperatuur voor mij meer dan welkom was. Hier mochten we door de stationshal en werden de lopers voor het dilemma geplaatst: trap of roltrap. Ook geeft zo’n grote hoge stationshal heel mooie geluidseffecten aan de koolzuur die na het drinken van cola aan je mond ontsnapt.
Na Amersfoort ging het weer richting natuur. Via bossen en zandverstuivingen kwamen we weer op bekend terrein in Soest. Op dat moment belde Wilma die door een lichte blessure niet mee kon maar zich wel opgeofferd had om na afloop mee te gaan om een hapje te eten. Zij was in Utrecht gearriveerd en in de veronderstelling dat wij daar ook ongeveer zouden zijn. Wij konden heel trots vertellen dat wij na zo’n 6 uur minstens 5 kilometer van ons startpunt verwijderd waren. Wij stonden weer op het uitkijkpunt waar we een aantal uren geleden gestaan hadden en toen op een andere route uitgekomen waren. Eerlijk gezegd had ik het helemaal gehad. Mijn voorstel was om van daar via de normale weg naar Baarn te gaan en er mee te stoppen. We zouden dan zo’n 50 kilometer op de teller hebben en ik vond dat meer dan genoeg. Ik kan nu wel schrijven dat ik dat deed omdat ik mij zorgen maakte omdat Wilma helemaal alleen in de grote stad was, maar dat is niet waar. Ik draaide gewoon niet lekker. Ik had het behoorlijk warm en mijn voeten/tenen deden pijn. Uiteindelijk besloot de groep om toch de route te zoeken en de tocht af te maken. Ik wist op dat moment dat ik hier achteraf ook de meeste voldoening van zou hebben. Dus mijn laatste Cola maar genomen en doorgehobbeld.
Uiteindelijk hebben we ons in Bilthoven weer flink verlopen maar zijn daar wel bij de hockeyclub beland. Ik wil niet zeggen dat we daar uit de toon vielen maar ik geloof wel dat we enigszins opvielen. Hoe het ook zij, de cola was ijs- en ijskoud en ik was er aan toe. Uiteindelijk kwam het einde in zicht. Via Groenekan kwamen we in Utrecht binnen. Maar er was nog een kleine verrassing op het einde. In Utrecht moesten we over een brug. Alleen was de brug afgebroken. Er stonden nog een paar palen. Gelukkig stond er midden op een van die palen een markering, dus zaten we goed. Het hekwerk was uiteraard geen belemmering voor ons. Maar de burg die er oorspronkelijk was geweest was er niet voor niets geweest. Gelukkig is Wim een Rotterdammer en een ingenieur, dus lag er een oplossing in het verschiet. Wim begon te schouwen met planken en binnen een mum van tijd was er een perfecte hindernisbaan ontstaan. Dus na 60 kilometer mocht ik nog even mijn rek- en strekwerk gaan doen. Een heel aparte ervaring.
Na een ere rondje door de stad arriverende wij na 64,5 kilometer in het centrum van Utrecht. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat wij unaniem besloten hadden om op het eerste terras te landen. Dit was bewust omdat wij het voor de sfeer mooier vonden om de afsluitende foto bij het standbeeld van Willibrordus pas in het donker te maken. Toen ik eenmaal op het terras zat was natuurlijk alle leed geleden en was ik blij dat ik de hele tocht afgemaakt had.
De vijf etappes overziende voel ik mij een heel gelukkig mens dat ik dat weer heb mogen meemaken. Ik heb een stevig stukje gelopen, veel van Nederland gezien en mij kostelijk geamuseerd. Ik ben Bram dankbaar voor zijn initiatief en mijn medevolgelingen van Willibrodus voor hun aangename gezelschap. Voor de volgelingen staat het volgende avontuur weer gepland. Dit wordt de koninklijke weg die van paleis Noordeinde in den Haag naar het Loo in Apeldoorn zal gaan. Helaas zal ik door mijn werk niet in staat zijn om hier aan deel te nemen, wellicht is het feit dat ik er niet ben voor een aantal lopers het laatste zetje dat ze nodig hebben om de knoop door te hakken en ook mee te lopen.
Voor de foto’s en de route die wij gelopen hebben verwijs ik naar mijn site.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/