Zondag 13 april.:de dag van dé marathon. Die ochtend vol goede moed en koolhydraten (burp) vertrokken naar Rotjeknor. Daar gezocht naar de Douane vestiging. Nee, niet om wat aan te geven maar zowel partner Astrid als ik verdedigden de bedrijfskleuren van de Douane. Ontvangst en verzorging was perfect .We hoefden alleen nog maar even te lopen…
0-5km. Ondanks dat ik redelijk dicht bij de startstreep sta (ca 10-15m) heb ik nog wel wat moeite om in de eerste kilometers door ‘de meute’ voor mij heen te komen. Het zorgt ervoor dat ik nog niet een lekkere steady state kan vinden die vertrouwen geeft voor het vervolg. Doorkomst 20:30. 5-10km.Eindelijk in een lekker groepje gekomen. We lopen zo’n 4:06 per kilometer en mijn hartslag daalt naar 159/160. Dat geeft vertrouwen. Doorkomst 41:01 (20:31). Dat lijkt wel en zwitsers uurwerk.
10-15km. Lekker in het groepje blijven hangen. Ene Willem bepaalt het tempo en dat doet ie goed. Doorkomst 1:01:50, iets langzamer maar nog geen paniek. 15-20km. Oei, de eerste keer dat ik wat zware benen voel, nu al? Kilometertijden blijven redelijk, houd moed! Vlak voor de verzorging bij twintig kilometer neem ik een gelletje. Oef, dat hakt er in. Heb even de tijd nodig om de bloedzuikerschommeling tot rust te brengen. Zijn dit de eerste barstjes in het bastion van de 3-uur? Zolang de kilometertijden nog niet boven de 4:15 uitkomen moeten we niet gaan somberen neem ik me voor. Doorgaaan dus! Doorkomst 1:22:33 (20:43).
20km-25km. Nu wordt het serieus! De momenten waarop ik lekker loop wisselen zich steeds vaker af met momenten waarop ik al echt moet werken. Dit had ik toch iets later gepland. Maar kilometertijden zijn nog steeds niet boven de 4:15, dus ik kan dat stemmetje in mijn kop nog de mond snoeren. Wel wordt het zorgelijk dat ik steeds vaker Extran begin op te boeren. Mijn maag weigert verdere dienst. Doorkomst 1:43:38 (21:05). 25-30km. Nog steeds onder de 4:15 per kilometer! De twijfels slaan nu echt toe. We zijn de Erasmus weer over en nu volgt de lus door het Kralingse bos. Ik besluit geen gel meer te nemen, omdat dat mijn maag nog verder van slag kan maken. Doorkomst 2:04:51 (21:21).
30-35km. Bij de verzorging neem ik een bekertje thee. Dit lijkt een wondermiddel, want in het eerste stuk van het Kralingse bos loop ik heerlijk. Ik kan weer wat dieper gaan en neem me voor dat dit vanaf nu ‘gewoon’ een zware twaalf kilometer wedstrijd is. Op 33,5 kilometer slaan we linksaf voor een extra lusje. Shit, alleen maar betonklinkers, dat loopt echt slecht! De lekkere flow van zoëven is meteen verdwenen. Vanaf nu is het overleven geblazen. Doorkomst 2:26:40 (21:41). 35-40km. Bij 35 kilometer beloof ik mezelf dat ik bij 38 kilometer even mag wandelen. Die belofte lucht op en ik loop weer effe redelijke kilometertijden en lever weinig in op de 4:15 per kilometer. Bij 38 kilometer denk ik dan ook niet aan wandelen, dat zien we bij 39 kilometer of bij 40 kilometer wel weer. Wel zakt het tempo nu naar een 4:30 per kilometer, maar ik denk dat ik dat kan hebben. Doorkomst 2:49:14 (22:34).
40-42,2km. Ai, ai, dat doet zeer. Ik had de kramp al op voelen komen maar nu moet ik echt oppassen dat die niet in mijn kuiten schiet. Ik moet met het nodige gevoel deze missie afmaken: niet te hard maar ook niet zo zacht dat de 3uur toch nog in gevaar komt. Bij 41 kilometer schiet de kramp ook nog eens in mijn bovenbenen! Het zal toch niet dat ik in het zicht van de haven ga stranden? Willem, de tempoman van mijn vroege groepje, komt me onder luide aanmoedigingen van zijn fans weer voorbij. Aanzetten betekent kramp, verslappen is het verlies van een tijd onder de drie uur. Kom op! Voor ik het weet zie ik het bord van de 400m. Snel rekenend zie ik dat ik daar toch meer dan twee minuten over kan doen. Dat moet lukken. Dit geeft weer kracht en tegen de kramp aan wring ik er nog iets uit wat op een sprint moet lijken. Op de streep versla ik Willem. Eindtijd 2:59:07 netto (2:59:19 bruto).
Nu: moe maar voldaan, mission completed!
© Lex Frentz – Apeldoorn