Finsterwolde. Het is een warm Pinksterweekend. Gisteren was de Marsdijkrun in Assen. Zij heeft die aan haar neus voorbij laten gaan. Ze kan niet zo goed tegen de hitte. Hij is wel gegaan. Met de moed in zijn schoenen heeft hij de tien kilometer gelopen. Zij heeft ’s morgens vroeg een duurloopje in haar dorp gelopen.
Vandaag gaan ze wel samen lopen. Dorpsbelangen Beerta en de belangengroep Finsterwolde organiseren deze dag de Tjammeloop. Een loop voor wandelaars en crosslopers, over vijf of tien kilometer door natuurgebied De Tjamme. Ook is er een verrassings- en ontdekkingstocht voor kinderen uitgezet. Na de loop is er een ontbijt in de Hardenberg in Finsterwolde. Vol verwachting zijn ze. Ze hebben zich ingeschreven voor de tien kilometer. Het zijn twee rondjes van vijf kilometer. Mocht het toch te zwaar of te warm zijn dan kunnen ze altijd na één ronde finishen. De wandelaars lopen één ronde. De kinderen met de boswachter hebben hun eigen route. De bedoeling is dat de sportievelingen na het lopen gezamenlijk het ontbijt nuttigen. Dat is wel zo gezellig.
Het afhalen van de startnummers is buiten. Vlakbij het start- en finishdoek zit iemand achter een tafeltje met tafelkleed. Het zijn bijzondere nummers. Zo te zien gemaakt van een oud laken, denkt zij. Met de kartelschaar op maat geknipt en met de viltstift het nummer erop geschreven. Ze liggen keurig op een stapeltje én op volgorde. Vier speldjes zitten er al aan. Hij krijgt nummer 14 en zij nummer 12. Waar is nummer 13? Zij speurt in het rond en ziet niemand met nummer 13 lopen. Is dat bewust gedaan? Als ze het nummer in handen krijgt vraagt ze of ze het nummer mag houden. Het antwoord weet ze wel. Maar toch… Ze krijgen nog een mooie button en een briefje met het telefoonnummer van de EHBO erop. Ze moet er stiekem een beetje om lachen. Denkt de organisatie werkelijk dat zij met een mobieltje gaat hardlopen? Echt niet! Toch is het een heel sympathiek gebaar van de organisatie om daar aan te denken. Voor de wandelaars is het een goed idee. De opkomst is best groot. Ze spreekt een paar clubgenoten van de dinsdagmiddag. Ze ziet anderen in de clubkleding van haar club. Leuk dat deze mensen er zijn. Een vrouw van de dinsdagmiddaggroep maakt foto’s van het sportieve gebeuren. Zij weet dat die vrouw mooie foto’s maakt. Dus dat wordt nog nagenieten van deze loop. Ze loopt met Hondje een stukje het parcours op. Het is een mooi fietspad door de Tjamme. Toch stond in het krantenartikel dat het een cross is. Het zal haar benieuwen. Ze volgt de pijlen en dan ziet ze dat ze over een veerooster moeten lopen. In dat gebied lopen Schotse Hooglanders. Zij is niet dol op veeroosters en dat vee. Bovendien staat op het bord te lezen dat de mensen minstens 25 meter afstand moeten houden van die beesten plus nog wat andere veiligheidstips. Ze krijgt er nu al buikpijn van.
Als ze Hondje in de schaduw hebben gelegd is het bijna starttijd. ‘Nog vijf minuten!’wordt er omgeroepen. Een dame van de organisatie houdt een praatje. De wethouder mag het startschot geven. Dan drukken de lopers hun horloge in en rennen ze weg. Het is een trimloop. Geen wedstrijd. En dat is te merken. In een kopgroepje van acht lopen hij en zij mee. Het is een goed tempo voor hen. Het fietspad is goed te belopen. Links en rechts is het landschap mooi. Dan komen ze bij het eerste veerooster. Ze ziet geen enkele koe. Nog een veerooster en nog één. Is dit de laatste? Jawel. Nu slaan ze rechtsaf een graspad op. De grond is keihard door de droogte van de laatste tijd. Het loopt niet makkelijk. De zon schijn genadeloos op de lopers. Er staat geen zuchtje wind. Aan het graspad lijkt geen eind te komen. Telkens als ze denkt dat ze weer op een fietspad zullen belanden, heeft ze het mis. Een bocht én weer gras zover ze kan kijken. Het is dan toch een cross. Halverwege is er een waterpost. Ze neemt de tijd om de beker leeg te drinken. Hij blijft bij haar in de buurt. Dat vindt ze wel zo prettig. Heel even denkt ze nog om te stoppen na de eerste ronde. Ze doet het niet. Ze weet dat ze zich beter voelt als ze tien kilometer loopt in plaats van vijf. De tweede ronde lopen hij en zij wat rustiger. Het kopgroepje loopt nu een heel stuk voor hen. Het parcours is goed aangegeven. Mislopen kunnen ze niet. Ook nu stoppen ze weer bij de waterpost. Wisselen nog een woord met de mensen van de verzorging. Ze worden nog op de foto gezet door haar clubgenote. Zij trekt een grijns op haar gezicht als ze gefotografeerd wordt. Ze wil niet weten dat het haar bloed zweet en tranen kost. Niemand hoeft dat te zien. Ze loopt nog twee mannen voorbij. Hij versnelt en zij ook. Ze finishen vier seconden na elkaar.
Ze moet even bijkomen van de hitte. In de schaduw met een bekertje water. Dan naar Hondje en iets droogs aantrekken. Het wachten is op de laatste wandelaar. Als iedereen binnen is gaan ze naar het sportcafé van het sportcomplex. Een lange rij staat voor het lopend buffet. Als zij aan de beurt zijn vallen hun monden open van verbazing. Wat een uitgebreid ontbijt! Koffie, thee, eieren allerlei soorten brood en broodjes. Zoet beleg. Vleesbeleg en kaas in verschillende soorten en smaken. Melk en sinaasappelsap, twee soorten fruit. Het kan niet op! Zoiets luxueus hadden ze niet verwacht. Ze zoeken een mooi plaatsje. Voor Hondje hebben ze ook nog wat lekkers gepakt.
Iemand van de organisatie houdt een praatje. Bedankt de mensen die vroeg opgestaan zijn en meegedaan hebben. Dan is er ook nog een prijsuitreiking! De eerste drie van de vijf en de tien kilometer krijgen iets moois. De jongste deelnemer op de vijf kilometer. Iemand van de organisatie. En nog wat mensen die in het zonnetje gezet moeten worden. Ondertussen doen de sportievelingen zich te goed aan al het lekkers. Gezellige gesprekken worden er gevoerd. Zo langzamerhand verdwijnt de één na de ander. Moe maar voldaan. De organisatie wordt nog een keer bedankt. Er wordt gevraagd of er volgend jaar weer zo’n sportief evenement wordt gehouden. Na het succes van vandaag belooft de organisatie het grif. Hij en zij zullen ook van de partij zijn. Zij gaan nog een klein uurtje met Hondje in de Tjamme lopen terwijl de organisatie alles weer opruimt.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda