De dag is bijna ten einde, dochterlief ligt net op bed. Manlief op de bank, dan heeft moederlief tijd voor haar hobby: hardlopen! Ik trekt mijn tight, jas en schoenen aan om pad te gaan voor een tempoduurloopje van 60 minuten. Ik zal niet voor het donker thuis zijn, dus er gaat een felgekleurd hesje overheen.
De route ligt vast, al zo vaak heb ik hier gelopen. Ik weet dat dit precies 1 uur is als ik een beetje doorloop. Langs het water van het Wolderwijd heb ik de wind in de rug en ik heb een vliegende start. Op de hoek steek ik de dijk over en ga een stukje de polder in. Hier ga ik de weg terug richting de Polderwijk, onze nieuwbouw in Zeewolde. Halverwege de weg begint er een licht aandrang te ontstaan. Dit gebeurd wel vaker tijdens trainingen. Helaas is het na de komst van kleine Ilse wel zo dat ik hier relatief snel aan toe moet geven. De bekkenbodem is (eigenlijk net als de rest) nog niet helemaal in oude vorm, zeg maar. Ik zal de details besparen.. Op zo’n lange kale polderweg is er helaas niet veel beschutting om even stiekem een plasje te plegen. Nog even doorlopen en ik zie daar een weg naar rechts waar het bouwverkeer gebruik van maakt. Er ligt een grote stapel stenen, met het weinige verkeer dat er rijdt een ideaal plekje voor mijn sanitaire stop. Ik kruip achter de berg, tussen een oude rodondendron, een kapotte vuilniszak en glip uit mijn tight. Op het moment dat ik goed en wel zit, komt er verderop een auto uit de wijk rijden. Net als dat ik voorzien ben van een felgekleurd hesje, is deze auto voorzien van felgekleurde strepen. Oranje en blauwe. Heb ik weer, de enige auto op de weg, blijkt van de politie te zijn.
Nog even hoop ik erop dat hij linksaf slaat, maar nee, hij slaat rechtsaf om vervolgens langs mijn stapel stenen te rijden. Wat zal ik doen, ik kan me zo klein mogelijk maken en niet bewegen. Ijdele hoop om dan niet gezien te worden wanneer je in een reflecterend, felgeel hesje zit. In een split-second schiet ik dan mijn tight maar omhoog, het zakdoekje dat diende als wc-papier schiet ik mee in mijn broek. Anders ontvang ik naast een bon voor wildplassen en ook nog een zwerfvuil. Snel kies ik een rap tempo in de hoop dat mijn actie niet is opgevallen. Rennen maar! Met bonzend hart word ik gepasseerd door de auto en de sterke arm werpt mijn een belerend vingertje toe. Gelukkig wordt er breeduit bij gelachen. Met een pittige eindsprint en rode wangen ren ik huiswaarts.
© Melanie Spruyt – Zeewolde / http://www.melaniespruyt.nl