Lingen Duitsland. De dag begint weer mistig. Gelukkig laat Egbert zich door dit weer niet weerhouden om naar een loop te gaan. Hij heeft een cross gevonden in Duitsland. De Emslandcross. Het is wel een lange cross. Negen kilometer en driehonderd meter alsof het niks is. Er is wel een korte cross, maar die begint om tien uur. Dat is voor ons wel heel erg vroeg opstaan.
We hebben gisteravond een glaasje te veel gedronken. Dat moet eerst verdampen. De lange cross start om elf uur twintig. Dat is een betere tijd. Egbert weet nog een voordeel te vertellen. In het Emsland is het meestal mooier weer dan bij ons in Groningen. Dat hij dat niet gelogen heeft zien we als we de auto parkeren. Het is hier stralend weer. De zon schijnt uitbundig op dit prachtige gebied. Want wat is het hier mooi! Bomen in alle herfstkleuren. Dennenbomen die tot in de hemel reiken. En het ruikt hier zoals een bos hoort te ruiken. Heerlijk! Ook Hondje haar snufneus is flink in beweging. Wat een goed idee van die Egbert. We gaan ons inschrijven. Betalen het nummer en lopen terug naar de auto.
We trekken iets uit en iets aan. Egbert gaat in korte pant en shirt met korte mouwen lopen. Ik laat zo min mogelijk bloot zien. Wel trek ik mijn nieuwste loopschoenen aan. Deze hebben een grover profiel dan andere loopschoenen. Ze zijn speciaal voor moeilijk begaanbare paden. Door deze schoenen voel ik me gesterkt. Ik ben er klaar voor. Hondje wil op de auto passen. Wij dribbelen naar de start. Daar zien we doctor Gerhard staan. Enthousiast schudt hij ons de hand. Egbert knoopt meteen een praatje met hem aan. Lang kan het niet duren want het startschot gaat.
Meteen loop ik als laatste. Ik maak me er niet druk om. Gisteren heb ik goed gelopen. Vandaag een tandje minder. Het is bovendien een zeer zware cross. Maar dan hoor ik stemmen achter mij. Toch nog een paar loopsters achter mij? Neen! Het zijn twee meiden op de fiets. Zij rijden achter de laatste loper aan. Ik dus. De meiden kwebbelen dat het een lieve lust is. Hun fietsen rammelen bijna uit elkaar. Ik concentreer me op de paadjes. Overal liggen boomwortels op de loer. Verstopt onder afgevallen eikenbladeren. Kuilen en bobbeltjes, heuvels en dalen. Kleine venijnige klimmetjes en geniepige afdalinkjes. Het is oppassen geblazen hier. In de eerste ronde hol ik nog overal overheen. In mijn tweede ronde klauter ik de zwaarste heuvels op. Ik verspil liever geen energie. Mijn tong hangt toch al op mijn schoenen. Ook de meiden op de fiets weten niks meer te zeggen. Volgens mij is het hier moeilijker fietsen dan lopen. Menig keer moeten ze afstappen en hun fiets over een boomwortel tillen.
In mijn tweede ronde komen de snelste atleten mij al voorbij. Zij lopen dan al in hun derde ronde. Als ik net in de derde ronde loop zie ik de eerste dame al naar de ‘Ziel’ lopen. Een van de meisjes rijdt achter de laatste manlijke loper aan. De ander blijft bij mij. Ondanks de moeilijkheidsgraad geniet ik van het lopen en de omgeving. Het is hier prachtig! Ik neem me dan ook voor om na het lopen hier met Hondje te gaan wandelen. Egbert zal er ook wel voor te porren zijn. Op een gegeven moment rijdt er geen meisje meer achter mij. Het kind zal toch niet gevallen zijn, bedenk ik me paniekerig. Zal ik terug lopen? Misschien ligt ze wel ergens te creperen in de struiken. Of heeft ze een verbogen voorwiel. Net als ik wil omkeren zie ik haar staan naast haar fiets. Ze heeft een korter en sneller pad gevonden. Nu gaat ze weer achter mij aan. Gelukkig, er is niets aan de hand. Ik kan het kind geen ongelijk geven dat ze afgesneden heeft. Als ik in de buurt van de finish kom applaudisseren mensen voor mij en roepen:’Super!’. Wat aardig zijn die Duitsers toch. Ook bij het naderen van de finish word ik aangemoedigd. Van mijn vriendje krijg ik een mooie medaille omgehangen. Die heeft hij persoonlijk uit een doos gegraaid. Of dat mag betwijfel ik. Maar er is niemand die er iets over zegt.
We gaan naar de prijsuitreiking. Het wachten duurt lang. De tijd verkorten we met koffie en gebak. Doctor Gerhard heeft nog het een en ander met Egbert te bespreken. De ‘Úrkundes’ komen binnen en worden uitgereikt. Atleten worden naar voren geroepen. Egbert is de derde van zijn categorie. In mijn leeftijdsklasse is niet veel concurrentie. Ik ben de eerste bij vrouwen van mijn leeftijd. Een Duitser die in mijn buurt zit zegt: ‘Viele Letzten werden den Ersten sein’. Ik lach er om en geef hem gelijk.
Na een flinke boswandeling met Hondje rijden we richting de grens. En wat zien we? Niets! Het zit potdicht van de mist.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda – http://hardloopberichtenvantoli.blogspot.com