Anim – klapklap klaaaap – anim – klapklap klaaaap. Ik weet niet meer precies waar het was en dat is ook niet belangrijk, maar het Catalaanse kinderstemmetje dat de onafgebroken sliert lopers aanmoedigde door hen ‘anim’ (moed; kop op!…) toe te roepen en bijgevallen werd door de ‘klapklap klaaap’ (scanderend applaus) van de lopers bezorgde mij kippenvel.
Ik moest een traan wegpinken van emotie omwille van de verbondenheid die op dat moment tussen de lopers onderling en tussen de lopers en het publiek ontstond. Ik vermoed dat we een paar kilometer voor de Calatravabrug waren en dat was een punt waar ik naar uitkeek. Niet alleen omdat het een van de oriëntatiepunten was die ik gewis zou herkennen, maar ook omdat even verderop de eerste – theoretische – 1/2 marathon erop zat en dus ook de meeste hellingen in het parcours. Inmiddels was het al flink warm geworden en zag ik eruit als een verzopen waterkieken door de talrijke ‘douches’ (sponzen, waterflesjes) die ik onderweg had genomen.
Op dit moment had ik al meer kruit verbrand dan in Eindhoven over dezelfde afstand. Maar de wetenschap dat ik in Lier 25 kilometer net onder twee uur gelopen had gaf me de kracht om mijn tempo (uiteraard lager dan in de Pallieterstad) toch nog een paar kilometer aan te houden. Een scheutje energiegel net voor de bevoorrading op 25 kilometer was de beloning daarvoor. Op 30 kilometer was het moeilijk. Vooral het terug-op-gang-komen na de drankstand, want daar voelde ik de buitenkant van mijn linkerknie steken. Pas bij de derde poging heb ik doorgezet. In de wetenschap dat ik een paar kilometer verder zou aangemoedigd worden door onze vrienden.
Een honderdtal meter verder was de pijn verdwenen (?). In de buurt van de Avenida Icaria (onze Barcelonese thuis) keek ik uit naar Manuel en/of Gelia, of beter: ik hoopte dat zíj mij zouden opmerken want zelf had ik al mijn kracht nodig om mijn missie tot een goed einde te brengen. Helaas, we hebben elkaar gemist, maar desondanks had het idee hen te kunnen zien mij emotionele kracht gegeven. Even verderop liepen we het Parque de la Ciutadella in, en al enige lopers lasten een wandelpauze in. Voor mezelf vind ik dat nu geen optie meer. Dóórgaan is het devies en ik denk aan Patricks woorden tijdens de laatste moeilijke kilometers van lange duurlopen: ‘Uit deze leer je de kracht putten om een marathon uit te lopen. Niet stoppen, Ann!’
Even voor de bevoorrading aan de Arque de Triunfo (35 kilometer) slurp ik de laatste druppel gel uit het enige zakje dat ik bij had en ik denk nu aan Geerts commentaar op ons blog: ‘Aan de Arc de Triomphe begint dus de Marathon’, en ja, wat mij betreft, een Marathon mét hoofdletter. Waterflesje aannemen, bekertje sportdrank drinken, doucheke nemen… en op, richting oude stad. Vanaf hier staan de toeschouwers rijen dik. ‘Venga, anim, enhorabuena, bravo…’ maar de lucht van een restaurantje bezorgt me enige afkeer – hoe tuk ik ook ben op de Spaanse keuken.
Plots duikt Anke een paar meters voor mij op. Tijdens de eerste kilometers na het vertrek vonden we elkaar ondanks de massa een paar keer terug en liepen dan enkele tientallen meters samen, maar telkens liet ik haar gaan want ik vreesde dat haar tempo voor mij net iets te hoog lag. In de omgeving van Camp, nou was ik haar helemaal uit het oog verloren. Dat ik haar nu nog tegenkwam verbaasde me. We zitten ergens rond kilometer 37 vermoed ik. Aan de voeten van Columbus (einde Ramblas) merk ik dat achter mij een gat gevallen is doordat agenten meermaals de mensen laten oversteken als ik net gepasseerd ben: ‘Sí ahora, pasa ahora!’.
Ik pep mezelf op: nog één enkele start-to-run-proef en ik voel me solidair met de aspirant-lopers die hun eerste volle vijf kilometer aan één stuk lopen. Bij 40 kilometer trakteer ik me op een laatste bekertje sportdrank. Neen, het smaakt niet, maar ik heb de energie (voor mijn part tussen de oren) nodig om de finish te halen. En dan komt Ana… Ana Giralt Pratt. Ze wordt voortdurend, onafgebroken, aan één stuk, zonder stoppen… toegeroepen door haar begeleider. ‘Ana, Ana, molde, molde, Ana, Ana, venga, molde, Ana, Ana…’ Nu word ik door vrienden en familie in Spanje zelf ook Ana genoemd, en ja, van die aanmoedigingen heb ik dan maar lekker mee geprofiteerd.
Jammer voor hen dat andere lopers blijkbaar anders heetten, want nog steeds vielen er stil of bleven stappen. En dan staat daar plots Patrick. Een hand, een groet, nog even… Nog 500 meter dus, want op de Garmin staat al lang 42, maar sinds kilometer 30 (zowat de eerste kilometerzuil die ik opmerkte en dat was niet omdat die dingen niet groot genoeg waren) had ik een verschil vastgesteld van zo’n 330meter, en bij 40 kilometer was dat gestaag opgeklommen tot zowat 500 meter. Toen koesterde ik nog de hoop dat de laatste kilometers wat korter zouden uitvallen. Maar neen dus!
Met het enthousiasme van Patrick op m’n netvlies gebrand trotseer ik de laatste helling naar de finish. Voor mij loopt een man met z’n dochtertje aan de hand. Samen genieten zij van het hartverwarmende applaus en enthousiasme van de menigte, dat mij echter bij de start méér kippenvel en emotie bezorgd had – en toen ook het lood van de voorbije dagen uit m’n benen wegnam – dan nu waar ik alleen maar kan denken aan de andere kant van de blauwe boog.
Maar het gejoel van die duizenden stemmen stuwt me wel naar die boog toe. Er stond 03.37.20 op de digitale klok toen ik die net voor de matten ontdekte. Garmin, die ik bij mijn eerste passage daar had opgezet, gaf 03.36.03 en 42.760 meter aan, goed voor een feestmaaltijd van 2094 kcal. En die laatste begon met een voorgerecht van bananen, sinaasappels, appels, noten en gedroogd fruit, doorgespoeld met water en Powertrade (voor de liefhebbers, maar ik had daar dik genoeg van!).
Twee sinaasparten, een halve banaan en een gesprekje met een Spanjaard verder, kwam Anke tussen het fruitbuffet gewandeld, met ook rond haar nek de mooie medaille met op een van de zijden een bas-reliëf van de Eixample (uitbreiding) van Barcelona met z’n haaks op elkaar kruisende straten waardoor een patroon van vierkanten ontstaat, dat echter doorsneden wordt door de Avenida Diagonal.
Samen met Anke wandel ik naar de trappen voor de expohal. Onderweg botsen we op Filip en even later vinden we ook Patrick. Ik ga nog even terug het startvak in om m’n oude shirt op te pikken, maar in de berg kleren is die onvindbaar. Niet erg, ’t was een oude, maar ik zou hem uit sentiment bijgehouden hebben.
Thuis worden we door Gelia en Manuel beloond met een beurt in het Thalassa-complex op de zeedijk, een paradijs van whirlpools, stoombaden, sauna’s, zwembaden… Zonder die verwenpartij had ik allicht de trappen van de Casa Batlló (een van die prachtige Gaudíhuizen) op maandag zélfs niet achterstevoren naar beneden gekund… Muchas gracias, Gelia y Manuel, también por la estancia más agradable en vuestra casa!
Nog een beetje logistiek… hoewel die niet helemaal klopt met de officiële gegevens (afstand; Sporttracks werkte zelfs bij naar 43,1 kilometer). En nu we dan toch officieel bezig zijn: de organisatie tekende voor mij een netto-tijd op van 3u36min08sec. Daarmee eindigde ik als 2020ste in het totaalklassement, was ik 69ste vrouw (van 765) en 14de (van 241) in mijn categorie (Vt45F) en had ik de volgende dag benen die op elke trap normale dienst weigerden.
Besluit: voor herhaling vatbaar!
© Ann Caremans – Zandhoven (BEL) / http://lofderzotheid.skynetblogs.be/