Op een nacht – je bent dan achter in de dertig – word je even wakker en je denkt: “Verrek, volgens de statistieken ben ik al zowat op de helft’. Dan ga je wat meer op je voedingspatroon letten, je mindert met roken en je gaat wat meer bewegen. En dat bewegen blijkt leuk. Leuk dat je het iedere keer volhoudt om wéér een stukje langer hard te lopen.
Je had er niet bij stilgestaan dat jíj dat ook zou kunnen, toen je op school bij de gym steeds als laatste gekozen werd. Dat hardlopen werd een doel op zichzelf. Je ging aan wedstrijden meedoen. Niet om van anderen te winnen, maar om jezelf op de proef te stellen. Om te kijken of je die afstand misschien nog iets sneller kon lopen. In ieder geval om te bewijzen dat je het nog kon.
Je wist, dat het op de lange duur minder zou moeten worden, maar voorlopig was daar nog niets van te merken. Integendeel, dank zij professionele begeleiding ging het steeds beter. Oké, je kon in een dip komen. Dan was je er een jaar uit. Maar toen dat over was kon je toch weer je oude niveau halen. Misschien zelfs nog iets meer, omdat je op een gegeven moment de gelegenheid kreeg om meer te trainen.
Totdat op een dag de assistente van de bloedbank zei: “mag ik nog eens de andere arm proberen?” En daarna liep ze even weg, en of je dan nog even bij de dokter kon komen… En de dokter probeerde het ook nog eens, en raadde je daarna aan om een afspraak te maken met de huisarts. En de huisarts schreef een pilletje voor, en daarna nog een ander pilletje erbij. En, nee maar geen bètablokkers, want u sport intensief en van bètablokkers kan je hart langzamer gaan kloppen, en een bijwerking kan zijn, dat je je moe gaat voelen. Maar later moest er toch ook maar een bètablokker bij.
Ja, vooral wel blijven sporten, dat is goed. Alleen niet meer tot het gaatje gaan, geen cardio-vasculaire training, weet je wel, zo dat je na afloop staat te hijgen. En dan kom je er niet meer onderuit. Geen echte intervaltraining meer, geen fartlek meer, niet meer blij tegen een heuveltje oprennen. Dat betekent: de conditie gaat onvermijdelijk achteruit. Wedstrijden lopen? Misschien. Maar heeft dat nog zin als je weet dat het toch steeds minder wordt?
Je wordt ouder pappa…!
© Gerrit Pelkman – Zoetermeer / Lid ARV Ilion