Op de 81ste verjaardag van de vader van de hardlopende broers zou ik m’n broer en schoonzus weer ontmoeten. Ik zag daar een beetje tegenop. Zij zijn namelijk beiden zwaar besmet met het hardloopvirus en ik dacht natuurlijk terug aan een pijnlijk moment op een recente verjaardag waar ze vroegen in welke ‘zone’ ik mijn laatste training had gelopen.
Ik moet direct dan ook toegegeven dat ik mijn hardloopplezier vooral haal uit de trainingen. Soms lekker alleen de donkere polder in. Vaak met mijn vertrouwde maatjes bij de Kieviten. Maar voor de rest. Mijn sporthorloge staat bijvoorbeeld nog steeds op de zomertijd en een hartslagmeter gebruik ik al helemaal niet. De Runnersworld lees ik momenteel op dezelfde manier zoals de gemiddelde Nederlander de ANWB kampioen leest.
Ik zag dus al op tegen weer allerlei lastige vragen. De toon werd al direct gezet met de vraag waar de beloofde hardlooptip bleef. En inderdaad: we zitten nu in week 6 van de voorbereiding voor de marathon van Rotterdam en het aantal tips is op 1 blijven steken. Ik beloofde beterschap. De tip van de maand komt eraan. Ik probeerde naar broer en schoonzus nog wat indruk te maken door te vertellen dat periode 2 goed was begonnen met een eerste trainingsweek van 110 kilometer, maar het maakte weinig tot geen indruk. Maar gelukkig bleven de lastige vragen ook uit.
Ik denk dat ze deze aan hun vriend stellen. Een loper waar ik veel bewondering voor heb, want hij heeft een marathontijd staan waar ik weliswaar in de buurt zit, maar nog steeds van droom (2.55). Een laatste mogelijkheid voor m’n schoonzus ontstond toen we samen aan de afwas stonden. Echter op slinkse wijze wist ik het gesprek in de richting van ICT vraagstukken (SAP e.d.) te buigen.
Opgelucht kon ik met mijn Kievitenmaten afgelopen ochtend aan mijn lange langzame duurloop van 35 kilometer beginnen. Was echt genieten: windstil en lekker zonnetje. Wat wil een loper nog meer?
© Willem van der Kooij – http://www.hardlopendebroers.nl