Nare luchtjes en andere ongemakken

ImageNa een bak koffie, yoghurt en een glas druivensap is m’n lijf wakker genoeg om aan m’n tien kilometer te beginnen. ’t Is zonnig, droog met niet al te veel wind… top! Natuurlijk kan ik het niet laten om de hartslagmeter om te doen. Ik vind het prettig te weten hoe lang ik erover doe en daarbij m’n hartslag in de gaten te houden. Ben nou eenmaal een recreatieve loper die het nodige wil presteren. Oók als lijf en leden niet 100% zijn.

Hartslag. Daar kijk ik pas naar als ik een kilometer of twee heb gelopen. Ben verrast, blij verrast, want ’t zit weer rond het gemiddelde van vóór mijn longproblemen. Zou het schelen dat ik nu extra aandacht geef aan ademen via m’n buik? Hoe dan ook, het is een positief punt!

Ik loop naar mijn gevoel heel langzaam en zeg:  "Wil je nou lopen als een suffe muts? Kom op! Een béétje energieker lopen kan je vast!". Niet dat ik nou meteen het vuur in m’n hardloopsloffen loop, maar ik denk dat passerende automobilisten nu niet zo snel denken van "Agossie, kijk die stumper strompelen", maar meer iets in de trant van "Zoho, die is lekker sportief bezig!".

Image

Op mijn route loop ik door weilanden en passeer daarbij ook de nodige huizen en boerderijen. Nou ben ik geen boerenmeid, maar ik weet wel hoe mest ongeveer kan ruiken. Onderschijt… eh… onderscheid maken tussen paarden-, varkens- of koeiemest kan ik echter niet. Maar vandaag heb ik ongetwijfeld mínstens één van deze geuren lopen opsnuiven. Of vergis ik me en zijn het heel andere zaken die zo ontzettend meuren? Ik gruwel niet snel van die "gezonde boerenbuitenlucht", maar de luchtjes die ik vandaag opsnuif, daar draait m’n maag van om (ongemak nr. 1). Het enige bijkomende voordeeltje van die "stinkzones" is dat ik er even de vaart inzet om daar zo snel mogelijk voorbij te zijn.

Na een kilometer of zes krijg ik ineens last van wat zijstekenaan de rechterkant  (ongemak nr. 2). Ik bal m’n vuisten, maar dat helpt niet echt. Dan maar even gewoon in m’n zij knijpen. Wat druk erop. Ja, dat helpt. Maar zodra ik loslaat, is het weer terug. Dan maar het uiterste middel, alléén te gebruiken in nood: negeren die hap!

En negeren gaat iets beter als ik even wat vaartspelletjes doe (ook wel fartlek genoemd… vreemd woord trouwens). Van boom naar boom even versnellen, dan weer minderen tot de volgende boom. Dit is wel leuk, ook al begint links m’n dijbeen vermoeid aan te voelen (ongemak nr. 3). Ik had trouwens eerder geschreven dat mijn heupen vermoeid voelden, maar het is dus het dijbeen (ietsie lager op de "bottenschaal" dus). En na een tijdje fartlekken (dit klinkt des te vreemder!) hou ik het iets hogere tempo aan.

Image

Als ik nog ongeveer anderhalve kilometer moet gaan groet ik vlak achter elkaar een aantal mede-fanatiekelingen die volgens mij net hun route zijn gestart. Ik kijk op mijn horloge en zie dat mijn eindtijd niet zo dramatisch zal zijn als vorige week. Deze laatste loodjes wegen wel wat zwaarder, maar ik probeer toch nog iets meer te versnellen om een mooie (…) tijd neer te zetten. Blik op oneindig, mp3 op swingen. Ik zak, ongewild, terug in het rustiger tempo totdat ik nog zo’n driehonderd meter moet. Dan weer even de vaart erin. Alhoewel… zó’n vaart zal het voor menig hardloper niet zijn, maar goed, voor mij wel.

Eindstreep. Tijd 1:14. Zelfde tijd als toen ik deze route voor het eerst liep. Al met al heb ik een tevreden gevoel over deze loop. Mag ook wel weer eens. Een positieve boost is precies wat ik nodig heb! Net als de gebruikelijke warme douche!

Carla den Nieuwenhoop – Veenendaal / http://runningmom.web-log.nl/