Richard Suijten was mijn examinator bij het proefexamen voor het rijvaardigheidsbewijs en hij organiseert de Meerhorstloop in Stompwijk. Ik had beloofd dat ik met de loop mee zou doen als ik zou slagen. Of dat geholpen heeft betwijfel ik, want zulke mensen schijnen nogal allergisch te zijn voor dit soort vormen van chantage. Maar ik was geslaagd en dus deed ik nu mee.
Dus? Nou ja sinds er geen Midwinter Halve marathon meer is in Zoeterwoude is de Meerhorstloop een goed alternatief. Een prachtig parcours door het polderlandschap (langs vele knotadressen). Waarschijnlijk had ik toch wel meegedaan. Op 8 januari 2006 dus naar Stompwijk gefietst. Auto thuisgelaten omdat vijf kilometer terugfietsen een uitstekende cooling down vormt. In de kantine ook een vertegenwoordiging van Ilion.
De sfeer voor een kleinschalig hardloopevenement: een mengsel van gemoedelijkheid en een beetje spanning. Een beetje spanning: net of zo’n kleine wedstrijd er niet zo erg toe doet als een wedstrijd met nationale bekendheid. Toch houd ik hier wel van. Ik heb liever de Kapengloprun dan de CPC.
Start van de halve marathon. Nog een voordeel van kleinschaligheid: je hoeft de eerste kilometer niet voortdurend met slalombewegingen andere lopers te passeren. Je kiest meteen je eigen tempo.Dat lijkt in dit geval wel iets aan de lage kant. Ik word deze keer zelf uitvoerig gepasseerd. Toch zie ik geen mogelijkheid om te versnellen. Integendeel, ik moet een beetje dimmen. Al voordat we het dorp uit zijn is er een hele groep voor me uitgesneld. En de afstand word steeds groter. Ik voel me ineens oud en eenzaam. Ik kan het tempo niet bijhouden. Loop ik nou helemaal achteraan?
Pas als ik vanaf de Bovenmeerweg het fietspad langs de Zoetermeerse plas op ga, kan ik achterom kijken. Gelukkig, achter me zit nog een hele groep. Ik ben geen hekkensluiter. De eerste vijf kilometer haal ik zelfs nog net binnen de vijfentwintig minuten. Zo hoort het ook: de streeftijd is één uur en drie kwartier. Oxi Action Max. Ja, dat is van de Ster. Kan ik daar wat mee voor mijn stukje? “Het parcours is vetvrij gemaakt met Oxi Action Max. Geen kans op uitglijden!” Of zoiets.
Het parcours maakt een slinger door het Noord A-gebied, gaat om de Geerpolder heen naar de Zuidbuurtse weg en van daar via het nieuwe fietspad en de N 206 naar Zoeterwoude. Van Zoeterwoude uit gaat de Westeinder weg weer terug in de richting van Stompwijk. Het is een paradijselijk weggetje met aan beide kanten luxe huizen met ruime, boomrijke erven. Maar de Westeinder weg loopt dood in een modderrijk natuurgebied, dat ‘De Hel’ wordt genoemd.
Er is alleen een klein bruggetje met een fietspad terug naar de N 206. Hier was ik op een van mijn eerste verkenningstochten met mijn autootje dus vastgelopen. Doodlopende weg naar de hel. Smal weggetje, aan twee kanten sloten. En dan straatje keren. Met veel heen en weer zagen en wat stoten tegen de leuning van het bruggetje was het toch gelukt om uit de sloot te blijven. Oxi Action Max. Achteraf besef je dan dat er vijftig meter achteruit voldoende brede inritten zijn om te keren. Nou ja, alle begin is moeilijk.
We gaan het fietspad af en via de N206 weer naar Stompwijk. Hier woont onder andere onze troetelboer Cees van Swieten, in de boerderij met de eco-vlag. Cees is de enige biologische veeboer in de streek. Waarom verkoopt hij geen kaas? De boeren moeten meer aan de weg timmeren met hun producten. Anders redden ze het niet, en wat blijft er dan nog over van dit stuk van het Groene Hart? Wie eenmaal kaas geproefd heeft uit het Land van Wijk en Wouden, wil niets anders meer. Maar wie gaat er naar de Weipoort om kaas te kopen? Die kaas moet naar de supermarkt in de stad. Ik bedoel maar.
We gaan Stompwijk voorbij en het fietspad om de Meerpolder op. Op het vijftien kilometerpunt klok ik één uur en ruim zestien minuten. Iets achter op het schema dus. Maar kijk, daar komt de zon door. Door de nevel zie ik de hoogbouw in Den Haag en Zoetermeer. En Snow World.
Oxi Action Max. Hé dat is aardig. Het parcours volgt niet de Ringsloot, maar gaat ineens linksaf, dwars door de Meerpolder heen. Een weggetje dat anders niet voor het publiek toegankelijk is. Het zigzagt over veeroosters, en over bruggetjes en langs elzenbosjes tot we weer op de grote weg komen. Hier komen die twee mannen die eerst steeds verder voor me uit liepen ineens steeds dichter bij – of ik bij hen. Ga ik nou harder of zakken zij af? Bij de twintig kilometer heb ik één uur en tweeënveertig en een halve minuut. Ik ga niet harder. Ik loop wel een vlakke race. Waarschijnlijk kom ik op dezelfde tijd uit als van de zomer in Leiden: één zesenveertig zevenenveertig.
Maar ik vergeet die laatste honderd meter van de halve marathon. Het wordt één achteveertig vijf. Achteraf heb ik niet het gevoel dat ik helemaal leeg ben. Had het nog iets sneller gekund? Nou, Marjon kon waarschijnlijk niet sneller. Ze wordt tweede bij de dames en heeft een minuut van haar PR afgelopen. Compliment!
Ok Zie Eksjen Maks
© Gerrit Pelkman – Zoetermeer / Lid ARV Ilion