Mijn sporthorloge (Garmin Forerunner 235) geeft me informatie, zo tussen de muziek door. Ik hoor hoe hard (of langzaam) ik ga, en ik hoor wat m’n hartslag is. Op zich handig om in balans te blijven voor iemand zoals ik met alleen een aan/uit-knop en zich daardoor nog wel eens over de kop liep met alle misselijke gevolgen vandien.
Vandaag had ik 2x 5km op ’t menu staan: 5km heen naar de sportschool en 5km weer terug naar huis. De zon scheen al lekker, dus ja, dat vind ik al vrij snel warm. Op zich vond ik niet eens dat ik zo slecht liep, maar m’n hartslag ging eigenlijk alleen maar omhoog en was niet naar beneden te krijgen, ook niet door langzamer te gaan lopen (en zo snel ging ik al niet eens). Op zo’n moment vind ik de info die ik krijg dan eigenlijk wel frustrerend, omdat ’t dus niet verbetert en ik lijdzaam moet aanhoren dat m’n hartslag te hoor is. Ik hoor sommigen al denken “Lóslaten dan!”, maar nee, zo makkelijk werkt dat bij mij niet. Dus, ik liep gewoon door, en was blij dat ik bij de sportschool aangekomen dit zwoegloopje kon afsluiten.
Terug gaat meestal soepeler. En ja, dat was ook wel zo, maar ook weer niet zo, dat ik er een heel tevreden gevoel over had. Hartslag vond ik nog steeds te hoog. Terugdenkend aan afgelopen donderdag, toen ik voor ’t eerst 10k achter elkaar liep, ging dat echt als een speer (voor mijn doen dan). Normaliter start ik met een rondetijd van rond de 7:06, en dan ga ik langzaamaan langzamer, maar, ik wil niet langzamer gaan dan een rondetijd van 8 min. Donderdag zat er een rondetijd bij van 5:38, en dat op ’t laatste stuk, en verder ook veel rond 7. En ’t vóelde ook gewoon lekker! Verbaasd hoorde ik deze info aan, en ja, van zóiets krijg ik dan wel weer vleugels!
Thuisgekomen pak ik m’n laptop erbij en bekijk alle informatie tot in de detail. Gelukkig zie ik wel verbetering in m’n prestaties, en dat pept me weer op. Toch moet ik goed op die balans letten, om ook na ’t loopje geen last te krijgen van die vervelende misselijkheid. En daarom kan ik wel zeggen: já, ik wil ’t weten!
© Carla van den Nieuwenhoop