Er zijn leden van Le Champion die niet alleen fietsen en hardlopen maar daarbij ook nog eens graag zwemmen. Nou zijn er genoeg triatlonclubs waar deze mensen hun hart kunnen ophalen. Deze clubs organiseren wedstrijden waar die ‘alleseters’ sneller dan snel kunnen gaan op deze drie onderdelen.
Menige sportman of vrouw droomt ervan om op deze takken van duursport goed te kunnen vlammen. Helaas is dat meestal niet het geval. Vaak is één onderdeel een zwak punt in het geheel.
Zo ook met Bart en mij. Wij houden van zwemmen, fietsen en hardlopen. Hardlopen staat bij ons op de eerste plaats. Fietsen en zwemmen doen we op hersteldagen of omdat het gewoon lekker weer is. Ikzelf kan niet echt hard fietsen. En zwemmen…daar kan ik al helemaal geen vaart in brengen. Toch doe ik altijd mijn uiterste best. Ik doe een ferme schoolslag en soms ook borstcrawl. Dat laatste zwemt wel wat sneller. Maar misschien zijn mijn voeten te klein en kom ik daarom niet zo snel vooruit. Ach, het maakt niet uit.
In ons eigen zwembad ‘De Zeeplas’ ben ik wel een van de snellere zwemsters. Jarenlang heb ik dagelijks honderd baantjes getrokken. Dat was voordat ik het hardlopen ontdekte. Nu is het vaak kiezen in het weekend wat voor sport we zullen beoefenen. Negenennegentig van de honderd keer kiezen we voor een trimloop. Als het even kan gaan we er op de fiets naartoe. Twee vliegen in één klap dus. Laatst deden we weer mee aan de Poldersport in Ouderveen. Zoals velen weten is dat een hele dag wandelen, zwemmen, fietsen én een kwart marathon hardlopen.
Op de inschrijftafel in Ouderveen lag een stapel foldertjes over een zwemloop in Stelwijk voor een paar weken later. Dat trok ons wel aan. Stelwijk ligt ongeveer twaalf kilometer bij ons dorp vandaan. Dus dat betekent voor ons er op de fiets naartoe. Zoals bij een gewone trimloop kan je ook in Stelwijk voor verschillende afstanden kiezen. Met het zwemmen is dat 1000meter met 10 kilometer hardlopen. Of 500meter zwemmen met 5 kilometer hardlopen. Ook voor de kinderen is er een wedstrijd. Zij zwemmen 250 meter en lopen 2 kilometer. Ik kies voor 500meter zwemmen en 5 kilometer hardlopen. Dat lijkt me voor de eerste keer meer dan genoeg. Ik heb aan zo’n wedstrijd nog nooit meegedaan. Het lijkt mij beter om dan niet te hard van stapel te lopen.
In een paar weken loopt de temperatuur flink op. Op de dag van de zwemloop stijgt het kwik ver boven normaal. Op het grasveld van het ‘Pelderbad’ in Stelwijk voel ik me een vreemde eend in de bijt. Het ziet er allemaal goed georganiseerd uit, dat wel. Gezellige zitjes met parasols erboven. Een grote tent om in te schrijven en om eventueel te schuilen voor als het zal gaan regenen. Op het grasveld staan rijen stoelen met de rugleuningen tegen elkaar. Deze zijn bestemd voor de sporters om hun handdoek en kleding neer te leggen hoor ik later. De geroutineerde triatlonatleet legt kleding en borstnummer op volgorde van aantrekken neer. Dat doet hij om sneller weg te komen voor het hardlopen. Al met al is het er gezellig druk. De kinderen starten als eerste. Dat is prettig voor mij want zo kan ik zien hoe dat met een zwemloop verloopt. Hierna is de groep aan de beurt waar ik aan meedoe. Ik mag in baan één met nog twee andere, niet zulke, snelle dames. We krijgen een badmuts met een nummer erop aangereikt en mogen bij het startblok in het water gaan hangen. Het startpistool gaat af en meteen vliegen de spetters om mijn oren. Wij in baan één zien de snelle atleten al halverwege het bad door het water scheuren. Ik bedenk me dat ik ook maar eens aan mijn twintig baantjes moet beginnen. Het publiek langs de kant is enthousiast. Ik geniet ervan. Het water voelt heerlijk koel op deze hete dag. Aan het lopen straks in deze hitte denk ik nog maar even niet. Nu eerst maar mijn aandacht houden bij het tellen van de baantjes.
Mijn 500 meter zwemmen gaat sneller dan ik verwacht. De twee andere dames in ‘mijn’ baan moeten nog een aantal meters zwemmen. Vlug mijn bril opzetten, horloge om. Naar de stoel rennen waar mijn kleren opliggen. Voeten goed afdrogen. Ik had gezien dat sommige atleten met natte voeten in hun schoenen schoten. Dat durf ik niet te wagen omdat ik vrees een blaar op te lopen. Dan maar wat seconden verliezen met sokken aantrekken. Het aankleden en nummer opspelden duurt mij langer dan me lief is. Gelukkig zie ik die twee andere dames nog niet uit het water komen. Deze twee moet en zal ik voorblijven! Ik ren het hek door. Dan links richting park waar we eerst doorheen moeten. Ik voel me vreemd met het natte badpak onder m’n droge loopkleding. Maar de zon schijnt fel en met een paar kilometer zal het zwembadwater wel verdampt zijn. In het parkje zie ik geen enkele andere atleet voor me. Ook dat is een vreemde gewaarwording. Net gestart en nu al moederziel alleen lopen. Ondanks dat geniet ik in dat koele parkje.
Na ruim één kilometer kom ik weer langs het zwembad. Ik hol een woonwijk door en sla een polderweg in. Deze is erg recht en lijkt lang. Gelukkig zie ik aan de overkant de snellere zwemmers en lopers alweer aankomen. Zij hebben de grootste helft er alweer opzitten en snellen naar de finish. Ik haal nog een paar mannen in en later ook nog een dame. Ik finish als vierde dame. Niet slecht voor een trage zwemster troost ik mezelf. Ik ben al met al best tevreden over deze eerste zwemloop. Als iedereen binnen is, is er ook nog een prijsuitreiking. De snelste atleten worden nog eens in het zonnetje gezet. Na nog een heerlijk ijsje stappen wij weer op de fiets om huiswaarts te keren. Onderweg zeggen we tegen elkaar dat we volgend jaar weer mee te doen aan deze zwemloop in Stelwijk.
Iris Bouman-Hoogerdijk