Er zijn van die trimlopen waar ze eigenlijk niet over schrijven wil. Neem dat trimloopje in Nienkerk. Die staat niet op de loopkalender. Misschien heeft de organisatie van dit teruglopende trimloopje daar nog nooit een blik op geworpen? Een paar dagen voor het evenement staat er een klein kriebeltje over in het streekblaadje ‘Rondom de Vaart’.
Het is een stratenloop van 2,5 – 5 – 7,5 en 10 kilometer. Rondjes dus. Deze simpele loop kost NEGEN hele euro’s. Voor alle afstanden. (Kinderen half geld) Niet goedkoop.
Maar goed, ze hebben hier nog nooit gelopen dus mag het vandaag wat kosten. De dame achter het tuintafeltje, op een winderig plein, wil het geld innen maar nog geen startnummer geven. Ze vraagt hen tegen starttijd terug te komen om het startnummer op te halen. ‘Mooi niet!’zegt zij. Ze wil haar startnummer. Nu! Zij en haar vriend komen niet voor niets één uur voor starttijd. Dat doen ze om rustig in te schrijven, een kop koffie te drinken, en niet in een rij te hoeven staan. Het is wel lastig voor de inschrijfdame dat ze meteen ‘boter bij de vis’ wil.
Na enig aandringen, grabbelt de mevrouw in een bak met papieren en tovert een aantal nummers te voorschijn in verschillende kleuren. Welke kleur is nou voor welke afstand? Er moet overleg gepleegd worden. Een slimme heer brengt uitkomst. Hij had zijn ogen en oren zeker wel open op de laatste vergadering, denkt zij vals. Het rode startnummer is voor de tien kilometer die haar vriend wil lopen. Een groen startnummer is voor de vijf kilometer die zij wil lopen. Na enig gekras op de inschrijflijst staat het nummer dat zij in haar hand heeft achter haar naam. Mooi zo! Nu kan ze met een gerust hart gaan lopen. De buit is binnen.
Wanneer het bijna starttijd is staan er wel geteld 37 atleten voor de startstreep. Inclusief kinderen. Om 18.00 uur zullen ze van start gaan. Iedereen is er klaar voor. De pers is aanwezig en ook Radio Nienkerk wil een live verslag maken. Maar eerst onthult voorzitter van stichting Evenement de nieuwe klok, die ze gekregen hebben van een middenstander uit het dorp. De lopers zuchten tijdens de veel te lange speech. Daar gaat hun warming-up! Om tien over zes wordt eindelijk het startschot gelost door marathonloper en elfstedentochtrijder Leo Uitglijer. De atleten speren weg, snijden alle bochtjes af, springen stoepje op en stoepje af om na een kleine tiental minuten aan het volgende rondje te beginnen. Gelukkig doet zij maar twee rondjes, want echt leuk vind ze deze stratenloop niet. Maar ach, het is voor de afwisseling wel geinig en ze ziet het dan maar als een training.
Als de laatste loper van de tien kilometer binnen is, worden de prijzen uitgereikt. Op elke afstand de eerste drie heren. Zij krijgen allemaal een forse ruiker van de plaatselijke bloemenshop. Dan worden de oudste en de jongste atleet nog in het zonnetje gezet en tot slot mag de eerste heer van de tien kilometer voor de radio vertellen wat hij voelde en wat hij dacht tijdens de wedstrijd. Einde straatloop.
Daar staat zij dan. Zij was de eerste dame op de vijf kilometer! Haar tijd was goed voor een dame in het algemeen. Menig seniortje zou zo snel willen en kunnen lopen. Het tafeltje wordt ingeklapt. Alle papieren en pennen in een doos gestopt. En nog meer wordt opgeruimd. Het handje vol publiek druipt af. Zij kijkt verdwaasd om zich heen en vraagt zich af waarom de eerste aankomende dames geen bloemen hebben gekregen.
Ze gaat naar de organisatie en stelt hun deze vraag. Oeps! “Vergeten” is de smoes. Zij krijgt alsnog een bosje flowertjes in mijn handen gedrukt. Ze stopt er meteen haar neus in. Ze ruiken vrouwonvriendelijk vindt ze. Voor de krant willen ze haar naam en haar gelopen tijd nog wel even noteren.
Blijkt hieruit dat de organisatie geen belangstelling heeft voor hardlopende dames? Dat vinden dames niet leuk. Daarom schrijft ze nu toch maar over dat trimloopje in Nienkerk op die ‘moohooje zomerse dag’ in… Mei.
© Iris Bouman-Hoogerdijk