De hakken van haar trainingsschoenen zijn versleten. Ze brengt haar schoenen naar de hardloopspeciaalzaak. Bij deze zaak koopt ze ook haar sportkleding. De mannen die deze zaak runnen hebben verstand van hardlopen. Zij zijn de trainers van de club waarbij zij traint. Ze heeft dan ook alle vertrouwen in deze verkopers.
Haar schoenen worden door de trainer opgestuurd naar Amsterdam. Deze schoenmaker is gespecialiseerd in het repareren van hardloopschoenen. Hij gebruikt de beste materialen. Dat kost een paar lieve centjes maar dan zijn de schoenen ook als nieuw. Na twee weken krijgt ze haar schoenen vakkundig gerepareerd weer terug. Ze kan weer op goede schoenen haar trainingen afwerken. Ze laat meteen haar andere paar sportschoenen bij de trainer achter voor reparatie zodat ze straks twee paar goede schoenen in de kast heeft staan. Wanneer het tweede paar naar Amsterdam is zal ze het met één paar schoenen moeten doen. Zij traint om de dag. De pas gerepareerde schoenen kunnen steeds een dagje uitrusten.
Nadat ze tijdens een training op een blubberig pad heeft gelopen maakt ze haar schoenen weer eens goed schoon. Dan ziet ze tot haar stomme verbazing dat de hak van haar linker, pas gerepareerde, schoen bijna helemaal afgesleten is. Hoe is dat mogelijk? Ze loopt er pas twee weken op! En maar vijfendertig kilometer per week! Dan mag een hak toch nog niet versleten zijn? Ze maakt zich een beetje kwaad. Zoveel geld voor zulke slechte hakken. Dat moest verboden worden! Als de gesmeerde bliksem springt ze op haar racefiets. Ze spurt naar de hardloopspeciaalzaak waar ze haar schoenen heeft laten repareren. Daar vraagt ze suikerzoet hoeveel kilometers er op haar, pas verhakte, schoenen gelopen kan worden. De trainer maakt er wat grapjes over.
Zij wil zich niet met een kluitje in het riet laten sturen. Ze zet haar schoenen met een klap op de toonbank. De hakken worden doorgemeten en goed bevonden. Toch is het vreemd dat die ene hak zoveel meer afgesleten is dan de andere hak. De tweede deskundige verkoper komt er bij. De verkoper bekijkt haar houding kritisch. Hij zet haar voor een spiegel en dan ziet hij het. Ze staat scheef en verdraaid! Dat kan de verklaring zijn waarom haar hak zo snel versleten is. Hij laat haar wat oefeningen doen. Dan geeft hij haar het advies naar een chiropractor te gaan. Dat advies slaat ze niet in de wind. Voor de zekerheid maakt ze toch eerst nog een afspraak bij haar huisarts. Na een grondig onderzoek vindt hij het goed dat ze naar de chiropractor gaat. Ze maakt een afspraak bij een chiropractor in de stad.
Een paar dagen later ligt er al een bevestiging voor de afspraak bij haar in de bus. Hier bij een lange vragenlijst ingesloten. Of ze die, ingevuld, mee wil nemen. Alles willen ze van haar weten. Haar pincode geeft ze niet prijs. Met de ingevulde vragenlijst op zak stapt ze de volgende maandag op de fiets. Op de afgesproken tijd stapt ze de praktijk van chiropractor binnen. Haar vriend is met haar meegegaan want… twee horen meer dan één. Dan kunnen ze er thuis nog eens over napraten. Ze is snel aan de beurt. Eigenlijk hoeft ze helemaal niet te wachten. In een kleedkamertje mag ze haar boven kleding uitdoen. In haar ondergoed stapt ze de behandelkamer binnen.
De Canadese dokter is allervriendelijkst. Zijn Nederlands laat nog wel wat te wensen over maar ze verstaat hem wel. Als hij haar dan ook nog begrijpt is ze helemaal blij. Hij neemt nog het één en ander met haar door. Dan bekijkt hij wat het euvel is. Na ruim één uur van allerlei testjes is hij er uit. Haar linker kant is zwak! Dat zal de rede zijn waarom ze aan die kant steeds pijn heeft. Hij zal er aan gaan werken om die kant sterker te maken. Hij trekt aan haar tenen laat haar vingers knakken en ook haar linker heup krijgt een knauw. Dat was het voor nu. Nog een oefening voor thuis en over een paar dagen terugkomen. En… o,ja voorlopig even niet sporten. Oeps! Dat vindt ze niet zo leuk. Daar had ze niet op gerekend. Maar goed, de behandeling is gestart en ze wil toch van het mankement af. Ze moet dat er maar voor over hebben. Na de behandeling voelt ze zich heel goed.Lekker helder en ontspannen. Dat is een goed teken volgens het boekje dat ze meegekregen heeft.
Nu ze niet mag hardlopen heeft ze tijd om wat andere dingen te doen. Er liggen nog heel wat foto’s en artikelen over het hardlopen in de kast, die kan ze nu gaan inplakken. Fietsen mag ze wel. Helaas… geen vijftig kilometer achter elkaar. Vooruit dan maar. Ze moet het maar met minder doen. Het is voor het goede doel, denkt ze. Zo gaan er twee weken voorbij. Ze wordt gekraakt dat het een lieve lust is. Ze voelt overal wat en soms zijn er dagen dat ze helemaal niets voelt. Wat is ze op die gevoelloze dagen optimistisch. Ze ziet de toekomst zonniger in dan ooit. Ze weet zeker dat ze over een aantal weken zal lopen als een speer. Op de dagen dat ze kreupel loopt van de pijn vreest ze dat ze in een rolstoel terecht zal komen. Vertwijfeld vraagt ze zich dan af hoe lang gaat dit nog duren.
En… komt het ooit nog goed? Deze vraag stelt ze ook aan Turbo, de Canadese arts. Hij is geduldig en legt haar de werking en de eventuele genezing van zijn therapie uit. Ze denkt dat ze het begrijpt en gaat weer vol vertrouwen naar huis. Zo gaan de dagen zonder hardlopen voorbij. Er zijn momenten dat ze uit wanhoop haar hardloopschoenen aan wil trekken en gaan hollen. Het valt haar heel zwaar om niet te sporten. Hoelang nog?
© Iris Bouman-Hoogerdijk