Hij bedacht het ineens. Zomaar op een doordeweekse namiddag. ‘Zullen we aanstaand weekend een paar dagen gaan uitwaaien?’ Zij bedacht zich geen moment. Pakte haar sporttas en reed de auto voor. Hij sprong er lenig in. En daar gingen ze. Plankgas naar de andere kant van het land. Een paar dagen in een knus hotelletje. Hondje is daar ook welkom. Onderweg boekt hij. Dat kan in januari.
Plek zat in het hondvriendelijke hotel. Op de eerste verdieping ligt hun kamer. Uitzicht op zee. Ze zijn verrukt. Hondje wil meteen een lange strandwandeling maken. Daar heeft zij ook zin in. Hij is een beetje moe van de lange rit. Hij vlijt zich prinsheerlijk onder het donzen dekbed. Hondje en zij stormen het strand op. De bal gaat mee. Het is gezellig druk op het strand. Veel mensen genieten van de winterse zonnestralen, de klotsende golven en het brede strand. Honden ravotten met elkaar. Wat voelt ze zich heerlijk!
‘s Avonds gaan ze uit eten in een chique gelegenheid met kaarslicht en levende muziek. Ook hier hebben ze zicht op het strand en de zee. Ze drinken er een glaasje bij. Dat kan. Het hotel ligt op loopafstand. Die nacht slapen ze als rozen onder het blauw geblokte dekbed.
Voor de andere dag heeft zij een plan. Ze wil aan de Duinloop mee doen. Hij heeft een glaasje te veel gedronken en zegt later te komen. Zij kent haar maat, hij niet. Zij rijdt met Hondje naar de inschrijving. Daar ziet ze oude bekenden. Deze bekenden zijn blij haar weer te zien. Ze gaat voor de tien kilometer duinloop. Ze weet dat het zwaar is. Dat vindt ze geen probleem. Nu ze hier is wil ze lang genieten van het lopen in de duinen. Er is ook een kortere afstand. Voor de kinderen is er zelfs een tweekilometerloop. Samen met Hondje gaat ze inlopen. Hondje vindt het fijn in de duinen. Duinen en duinkonijnen is Hondjes ultieme hondendroom die vandaag werkelijkheid wordt. Na het inlopen mag Hondje op de auto passen. Zij loopt naar de start op het duinpad. De klok staat daar. Ook de starter.
Op het smalle duinpad is het een drukte van belang. Ze maakt nog even een praatje. Dan wordt het startpistool afgeschoten. Dat lukt niet zo goed. De lopers moeten lachen. Na een paar mislukte pogingen starten de lopers vanzelf. Het gaat er snel aan toe op het smalle pad. Dan volgt de eerste hoge klim. De afdaling is niet veel gemakkelijker. Direct daarna naar rechts. Halverwege dat pad staat een parcourswachter. Hij roept met luide stem dat de vijf kilometer rechtdoor moet gaan. De tien kilometer mag linksaf slaan. Ze holt achter een dame en een heer aan. Ze bedenkt dat ze deze twee nog wel voorbij zal rennen. Dat blijkt toch moeilijker te zijn dan ze dacht. Soms loopt ze een paar stappen voor hen. Maar meestal loopt ze een paar passen achter hen. Totdat de dame afhaakt. Dan loopt zij nog steeds achter de man aan. En heel af en toe een paar stappen voor hem.
De zon schijnt. De stralen voelen zelfs warm aan op haar zwarte winterlooppant. Ze is zelfs af en toe blij als ze tegen de wind in loopt. Want dat gebeurt daar tijdens de Duinloop. De loop kringelt en kronkelt zich op en af en door en over de duinen. Het is er prachtig! Half januari en dan zulk mooi weer! Het is fris, dat wel. Dankzij de zon voelt het goed. En door de inspanning lijkt het wel voorjaar. Ze geniet zoals ze in lange tijd niet genoten heeft. Hier zou ze altijd wel willen lopen. Duin op en af. Door het mulle zand. Over schelpenpaden langs de duindoorn en sleedoorn en onder de kromgebogen zeedennen. Ergens halverwege houdt een vrijwilligster een hek open voor de lopers. Zij krijgt een vriendelijk woord van deze vrouw. Daar wordt ze nog blijer van. Nog wat geslinger door de duinen. En dan de laatste duintop die beklommen moet worden. Het lukt met veel gepuf en gehijg. Maar dan is de finishklok in zicht. De speaker is enthousiast over haar tijd. Zij wat minder. Maar goed…wat maakt het uit. Het was verrukkelijk lopen.
Ze krijgt een muntje. Op dat muntje mag ze een drankje halen. Warme chocolademelk met een flinke dot slagroom. Ze gaat buiten, in het zonnetje, zitten om het op te drinken. En wie komt er aan gestiefeld? Haar vriend! Hondje blij! En zij?
© Iris Bouman-Hoogerdijk