22 december 2012. Ze krijgt een mail. Van de Kerstrun in Nederzandt. Daar heeft ze wel zin in. Ze bespreekt het met haar vriend. Ook hij vindt het leuk. Hij krijgt zelfs een helder idee. ‘Laten we er een paar dagen kerstvakantie van maken!’ Dat is helemaal leuk.
Ze gaan een paar dagen in een hotel. Het ‘Palace’ hotel. Hondje is daar ook welkom. Zij boekt. Hij betaalt. Zij rijdt. Hij sjouwt de koffers. Deze rolverdeling bevalt haar wel. Hem ook.
En zo tuffen ze op een regenachtige dag in december naar de kust. Optimistisch als ze zijn, zeggen ze tegen elkaar: ‘Wat er vandaag valt kan morgen niet vallen.’ Morgen is de kerstrun. Het zou prettig zijn als dan het droog is. Vandaag tobt ze nog niet over het weer. Ze heeft genoeg loopkleding bij zich. De organisatie heeft gevraagd of de lopers verkleed willen komen. Als kerstman of vrouw. Kerstelf of engel. Het maakt niet uit. Als het maar iets met kerst te maken heeft. Daar heeft zij oren naar. Verkleden is haar lust en haar leven. En zo heeft ze een prachtige outfit bij elkaar gesprokkeld. Ze zal glitteren en glimmen tijdens de KerstRun.
Het hotel is indrukwekkend. Wat een pracht en een praal! Ze krijgen een Doggybag en andere waardevolle informatie over het hotel en omgeving. Ze zoeven met de lift naar de vijfde etage. Daar is hun kamer. Een prachtig uitzicht over het dorp, het strand en de zee. De kamer is een en al luxe en gezelligheid. Voor Hondje ligt er een kussen klaar en haar etensbak is al gevuld met de heerlijkste hondenbrokjes. Het bed is megagroot met een tv aan het voeteneind. In het zitgedeelte staat ook een tv. Boeken en tijdschriften, koffie en thee. Alles staat uitnodigend uitgestald. Er is een zwembad, sauna en Turks bad. Een fitnessruimte en nog meer van dat alles wat zij leuk vinden. Dit wordt een kerst om nooit meer te vergeten. En dat dankzij dat ene mailtje van de KerstRun in Nederzandt.
Ze beleven de avond van hun leven. Dans en muziek met een goed diner en een uitstekend glas wijn. Wat is het leven goed. De andere dag een gigantisch ontbijtbuffet. De keus is zo groot en hun maag zo klein. Na nog een heerlijke strandwandeling met Hondje vertrekken ze naar de startplaats Nederzandt. Dat ligt een kleine tien kilometer van hun hotel vandaan. Parkeerplaatsen zijn er genoeg. Dat is geen probleem. Overal staan borden waar ze hun startnummer kunnen halen. Zij heeft al van tevoren ingeschreven. De organisatie verwacht grote drukte. Het voorinschrijven maakt alles wat eenvoudiger. Als ze haar startnummer heeft gaat ze de omgeving verkennen. Al snel ziet ze een bekende. Het is een prettig weerzien. Ze gaat zich verkleden. En dan naar de warming-up. De kerstman staat er in vol ornaat bij.
Vele fotografen fotograferen de verklede lopers. Wie zich niet in kerstkledij wilde hullen heeft een kerstmuts op het hoofd. Al met al zijn er veel in het rood geklede lopers. Een enkele witte en blauwe engel. Jozef en Maria zijn ook aanwezig. De ezel kan ze niet ontdekken. Rendieren en sneeuwmannen. Het ziet er prachtig uit. De meute springt in vlot tempo op en neer. De kerstmuziek zweept de loper op.
En zo staan de lopers met opgewarmde spieren aan de start. De kerstman zal het startschot lossen. De organisatie vertelt nog even dat de tijden niet belangrijk zijn. De kerstrun is in het leven geroepen voor het goede doel. Al het startgeld zal daar naar toe gaan. Geweldig toch! Dat is een mooie kerstgedachte. Zij krijgt een vredig gevoel over zich. Na het startschot rennen ze eerst naar de zee. Daar vermoeden ze dat het strand hard zal zijn. Er staat een stevige wind. Het lijkt wel een storm. De eerste vier kilometer hebben ze dan ook pal tegenwind. Zij zoekt een loper op om een beetje uit de wind te lopen. Het gaat langzaam. Maar zo spaart ze wel haar krachten. Misschien dat ze op de terugweg twee keer zo hard gaat. Daar hoopt ze op. Af en toe probeert ze zelf tegen de wind in te lopen. Dat valt dan goed tegen. Ze zoekt dan weer een andere loper op om achter te lopen.
Schuimvlokken vliegen langs het gezicht. Met een beetje fantasie ziet ze er sneeuw in. Na het keerpunt gaat het lopen bijna vanzelf. Ze haalt een aantal lopers in. Dat doet haar goed. Ondanks dat tijden niet belangrijk zijn, wil ze wel een beetje haar best doen. Ze haalt een paar natte voeten. Dat is koud. Maar met de wind in de rug zal ze snel bij de finish zijn. Het laatste stuk naar de strandopgang valt haar zwaar. De kerstman staat met gespreide armen haar op te wachten. Dat doet haar goed. Ze is uitgelaten van het hele gebeuren. Haar dag kan niet meer stuk. Ze krijgt een leuk kerstmannetje in haar handen gedrukt. Ze is als een kind zo blij.
Eerst maar vlug omkleden. Dan wachten op de prijsuitreiking. Ja, die is er wel. De mooist verklede loper of loopster zal een prijs krijgen. Het duurt even. Ondertussen drinken ze warme chocolademelk met slagroom bij een vuur buiten. Bezoeken ze het huis van de kerstman. Maken een praatje met deze en gene. En zo vliegt de tijd. De organisatie overhandigt een vette cheque aan het goede doel. De kerstman houdt een praatje over de verklede lopers. Hoe moeilijk het was om de mooist verklede loper eruit te zoeken. Na veel wikken en wegen zijn het ‘Jozef en Maria’ geworden. Was Maria nog voor het lopen zwanger, tijdens het lopen is het kind geboren. Vol trots toont ze het kind aan het lopersvolkje. De lopers zijn diep onder de indruk. Na het tonen van de baby zoeken: ‘Jozef en Maria’ snel de warme stal op. Er worden nog wat prijzen uitgeloofd. En dan is het voorbij. Voor wie wil kan bij de kerstman thuis nog een mooi verhaal horen. Lopers die met de bus zijn gekomen kunnen instappen om huiswaarts te keren. Hij en zij gaan met de auto terug naar het hotel. Voor hen is de kerstkoek voorlopig nog niet op.
© Iris Bouman-Hoogerdijk