Menig ‘veelloper’ wil steeds ergens anders lopen. Ook zij is een veelloper. En dus steeds op zoek naar een trimloop die zij nog nooit gelopen heeft. Op haar speurtocht, naar een nieuwe loop, komt zij terecht in Capelle a/d IJssel. Deze trimloop staat niet op de loopkalender. Ze heeft het uit het plaatselijke Suffertje’. Daar staat een uitvoerige beschrijving.
Voor haar is dat dan ook een reden te meer om er aan mee te doen. Spijt van deze zaterdagloop heeft ze beslist niet. Het blijkt één en al gezelligheid te zijn daar bij de Capelse buurtvereniging. Ze rijdt richting speeltuin. Daar denkt ze te moeten zijn voor de inschrijving. De speeltuin is versierd met vrolijk gekleurde vlaggetjes. Het is dus meteen duidelijk dat ze aan het goede adres is. De leden van de organisatie kuiert wat rond op het veld. Zij schiet één van hen aan om te vragen waar ze kan inschrijven. Inschrijven? Daar doen ze niet aan. Het meedoen aan deze trimloop is…GRATIS! Ja, ja! Waar kom je dat nog tegen tegenwoordig? Voor niks gaat de zon op, maar verder… Een bewijs dat ze meeloopt krijg ze dus ook niet. Gewoon achter de startstreep staan en de vier of acht kilometer hollen.
Maar voor het zover is, is er op het veld van alles te beleven. Kinderen bouwen een huttendorp. Ze zijn ijverig bezig met hamer en spijkers. Hun vaders helpen een handje. Moeders brengen wat te eten en te drinken. Kleine vervelende broertjes en zusjes lopen in de weg. Voor de lopers staan er gezellige zitjes. In de ‘Keet’ kan er omgekleed worden en er is een toilet. De bierkraam is ook al open. Dus als de loper zigzaggend door het dorp wil rennen kan hij er alvast ééntje nemen. Voor de lopers worden weggeschoten, is er eerst nog een ander evenement: een motorclub met wel vijftig motoren laten zich bewonderen. Ze rijden eerst een paar rondjes door het dorp om de thuisblijvers ook een blik te gunnen op zoveel kracht. Voor de motorrijders vertrekken is het daar op het veld een geronk van jewelste. De longen van de lopers worden dusdanig vervuild dat ze bang zijn dat ze straks geen voet meer te kunnen verzetten. Zodra de motoren terug zijn, is het de beurt aan de trimlopers.
Het startschot wordt door Miss Capelle gelost. Daar gaan ze! Kinderen voorop! Dat is gevaarlijk! Zij is altijd bang om over een kind te struikelen. Maar gelukkig, na een bochtige en smalle kilometer zijn de kinderen achter de snelste lopers. Nu kunnen ze ongehinderd doorlopen. Wie “maar” vier kilometer wil doen, slaat op een gegeven moment rechtsaf. De kilometervreters onder hen slaan linksaf voor nog zo’n slordige vier kilometer bochtenwerk door een parkje. Schuin oversteken over een vol met auto’s geparkeerde parkeerplaats. De dijk op,de dijk af Een paar straatjes door en dan naar de finish. Daar staat veel publiek.
Later blijkt er toch nog een prijsuitreiking te zijn. Daar wachten ze op. Het wachten is aangenaam. Er is feest op het veld met levende muziek. Een koor dat niet tuttig is zingt het hoogste lied. Veel lopers blijven mede daarom gezellig hangen. Met een biertje of een ander koolhydraatrijk drankje in de hand is het daar aangenaam verpozen. Op de afgesproken tijd is er de prijsuitreiking. De eerste drie dames en heren op beide afstanden krijgen een medaille aan lint. Dat is toch ontzettend leuk voor zo’n gratis loopje! Waar kom je dat nog tegen?
Zij heeft ook prijs. Als ze thuis is bekijkt ze haar medaille nog eens goed. Op de voorkant prijkt een grote drie. En op de achterkant… Derde prijs stoelendans 2012! Nou ja, wie daar op let, is een kniesoor. Zij heeft heerlijk gelopen en het was een gezellige middag.
© Iris Bouman-Hoogerdijk