Verder dan ver

Met bonzend hart en een overvloed aan angstzweet probeerde ik met bibberende handen mijn borstnummer aan te spelden. Ik goot nog snel een teugje water achterover terwijl ik tezelfdertijd aanstalten maakte om een plasje te maken. Vreemd te merken dat ik eigenlijk helemaal geen dorst had, dat ik niet hoefde te plassen, het niet koud was en dat mijn vriendin mijn borstnummer eigenlijk al lang had aangespeld.

Man wat was ik zenuwachtig…Lang geleden dat ik nog zo zenuwachtig was. Het was geen gezonde stress maar ook geen ongezonde. Het was stress omdat ik wist wat er komen ging en dat was niet mals. Het was de strijd die mij zenuwachtig maakte. De strijd met zand. Heel veel zand maar ook met wind, met walgelijk hoge duinheuvels maar vooral, een strijd met mezelf.

Vele marathon-organisaties verkopen hun evenement door de slogan ‘het snelste parcours ter wereld’ te gebruiken. Veelal is dit een leugentje om zoveel mogelijk deelnemers te lokken naar hun evenement en dat is niet mooi. Wees eerlijk in je propaganda en gebruik geen makkelijke woorden wanneer het over een marathon gaat, een marathon is namelijk niet makkelijk. Dat vind ik toch.

Gebruik liever de woorden zoals Lein Lievense dat doet en ik citeer: de zwaarste marathon van Nederland. Dat is pas eerlijk, zeker wanneer het op de koop toe ook nog eens de zwaarste marathon van Nederland is, die Zeeuwse Kust Marathon.

Wanneer het eindelijk zo ver gekomen was dat ik mijn spastische spiertrekkingen en oncontroleerbare drang naar zaken waar ik absoluut geen nood aan had onder controle begon te krijgen, begaf ik mij naar mijn startvak. Nog snel een lieftallige zoen aan mijn vriendin en daar stond ik dan. Klaar voor de 42.195 meters stil genietend afzien op enigszins sadomachistisch niveau.

Naast mij stond één of andere mysterieus geklede man. Blootvoets. Jawel, alsof deze marathon nog niet zwaar genoeg was, wist hij niets beters dan het nog wat absurder te maken door zijn loopschoenen thuis te laten. Bewust dan nog. Net als vorig jaar werd de start georganiseerd aan de kerk in Burgh Haamstede, waar de deelnemers tezamen met de toeschouwers twaalf klokslagen aftelden. Daarna klonk er onder een luid applaus en met een harde knal het startschot.

Elke deelnemer liep vervolgens onder een kraan waar organisator Lein Lievense stond, dit jaar voor de verandering vergezeld van sebastien schletterer, die de ZKM reeds enkele keren op zijn naam heeft weten zetten. De burghse kerkklok luidde lustig verder terwijl uit verschillende luidsprekers het lijflied van deze marathon You’re the voice van John Farnham weergalmde. (http://www.youtube.com/watch?v=oawfn73Va6M)

Ik daag u uit om mijn verdere column te lezen met dit nummer op de achtergrond. Ik hoop dat u hetzelfde kippevelmoment zal ervaren als hetgeen wat ik ervaarde tijdens de combinatie van al deze gebeurtenissen samen…

De eerste kilometers gingen naar mijn gevoel rampzalig langzaam. Al snel was ik mij ervan bewust dat ik me té bescheiden had opgesteld in het deelnemersveld en dat ik heel wat medelopers zou moeten inhalen om uiteindelijk op mijn normale tempo te kunnen lopen. Jammer genoeg liepen we de eerste kilometers over smalle bosweggetjes waardoor ik pas op het Burghse strand (ik schat na zo’n 4 kilometer) de mogelijkheid kreeg om mijn tempo waar te maken. Daar gingen mijn kostbare minuten…

In vergelijking met de voormiddag en de avond voordien, viel het weer reuze goed mee. Niks dan lof over onze weergoden. Plenzende regenbuien en verwoestende wind had plaats gemaakt voor een sympathiek zonneschijntje en ja, zelfs een zacht lentebriesje in de rug. Tot op het strand in Vrouwenpolder dan wel te verstaan. Daar leek het tij opnieuw te keren en kregen we te maken met wind op kop. ‘Ik moet dadelijk zorgen voor een muurtje om mij heen’ dacht ik en mezelf verdedigend opstellend tegen de spelbrekende tegenwind ging ik op zoek naar enkele medelopers die hiervoor zouden kunnen zorgen.

Ik haakte in achter een groepje waar het tempo net iets te laag lag, maar ze hielden me in elk geval uit de wind en daar maakte ik graag gebruik van! Zonder dat ze het beseften heb ik tot kilometer 26 geniepig gebruik gemaakt van hun noodzakelijke hulp en fris als een hoentje liep ik aan “Strandpaviljoen De Piraat” moeiteloos de eerste misselijkmakende duinheuvel in waar mijn vriendin klaar stond met een extra voorraad vloeibaar goud, enkele mandarijntjes, wat koolhydraten-gelletjes, de nodige gelukswensen en een dikke zoen.

De laatste 16 kilometers gingen in en het zou echt zwaar beginnen worden, we gingen namelijk de duinen in en laat ons zeggen dat ik van kindsaf nog nooit echt een ware liefde heb gevoeld voor duinen. Vaak zijn ze saai, eentonig en gewoon “op en neer-gaand”. Nu kwam erbij dat ze ook nog eens zwaar waren en een echte spelbreker waren om een goede eindtijd te kunnen halen. Soit, ik deed mee aan de zwaarste marathon van Nederland, een goede eindtijd was sowieso uit den boze, dus ik verzoende me maar met mijn verschrikkelijke lot.

En ja hoor, daar kwam die eerste boosdoener van formaat. Ik zag er tegenop, ik wilde er niet over, ik moest vertragen, het zou moeilijk gaan… En ik ging er over zonder enig probleem! “Wat ging dat makkelijk”, dacht ik wanneer ik gebruik maakte van de dankbare versnelling tijdens de daling. Jammer genoeg was ik al snel bewust van het feit dat er nog duinen gingen komen. Het was lang niet de enige, de laatste, de zwaarste of “what ever”. Er gingen er nog komen en geloof me, veel zwaarder dan deze!

“Er komt er nog maar ééntje” riep iemand me toe ergens in de omgeving van de Domburgse Boulevard maar voorzien van de nodige ervaring wist ik maar al te goed wat er kwam ná deze Boulevard… Juist… duinen… Geen enkel moment om langer dan 5 minuten te kunnen recupereren. Ze bleven maar komen en werden alsmaar zwaarder.

Na even gestopt te hebben om een koolhydraten-gelletje in te slikken en door te spoelen met mijn vloeibaar goud, merkte ik dat we reeds aan kilometer 35 waren aangekomen en dat mijn vermoeidheid, inderdaad, eigenlijk heel erg goed meeviel! In tegenstelling tot vele anderen bleef mijn tempo gelijklopend en dat zorgde uiteraard voor vele complimenten en extra gejuich van de talrijke toeschouwers. Dankbaar maakte ik gebruik van de nodige adrenaline die ik hierdoor kreeg en dapper liep ik vol goede moed één van de ontelbare trappen op. Ik vermoed dat we ergens in Westkapelle waren aangekomen.

Van hieruit was het nog even een erg zwaar stuk, duinheuvels bleven maar komen, trappen stopten niet meer, maar ik weigerde nog steeds halstarrig om er nog maar over na te denken ergens te beginnen wandelen. Dit jaar zou IK winnaar zijn, de duinen zouden me niet kleinkrijgen. Na verschillende walgelijke gezichten getrokken te hebben liep ik uiteindelijk de allerlaatste keer een duin over.

In de verte zag ik het klein stukje strand waar we nog over moesten en ja hoor, als ik heel goed hoorde, hoorde ik de man aan de finish met de micro. Yes, ik was er bijna! Mijn zevende marathon was bijna een feit. En niet alleen dat, mijn zevende marathon in een tijdspanne van amper twee jaar was bijna tot een goed einde gekomen!

Op het strand in Zoutelande huppelde ik als het ware mijn laatste anderhalve kilometer in. Vandaar ging het nog even steil bergop naar de dijk om uiteindelijk een forse daling in te gaan, recht naar de finish waar ik opgewacht werd door Lenie, de vrouw van de organisator en uiteraard door mijn vriendin, die me aansprak met de woorden ‘Amai, jij hebt nu zo snel gelopen, zotteke!’

OK, voor die ene keer mag ze mij een zotteke noemen, ik finishte namelijk in een tijd van 3H34, wat neerkomt op een progressie van maar liefst 34 minuten ten opzichte van vorig jaar. Ik werd 175e, van de 2000 ingeschreven deelnemers. 1405 van hen haalden de finish. Volgend jaar? Ga ik vanzelfsprekend terug meedoen. Mijn tijd? Goh, nog geen enkel idee hoe snel ik tegendan zal lopen!

© Jürgen Op de Beeck – België – http://runnerke.skynetblogs.be