Een energiestoot kan geen kwaad na het lopen

Juli 2012. 6de strandloop Noordwijk aan Zee. Het begint bijna saai te worden. Elke week naar het westen te rijden. Toch is het voor haar niet saai. Ze vindt het heerlijk! De voorbereidingen om een paar dagen in een andere omgeving te zijn, geven haar energie. Het westen is zo anders dan het noorden.

 Een paar honderd kilometer bij elkaar vandaan maakt een enorm verschil. Een wereld van verschil! Het drukke westen. Het rustige noorden. Ze vindt het fijn om in de drukte te zijn. Meegaan in het haastige leven. Maar, op de terugweg naar huis, snakt ze naar de stilte van het noorden. In het noorden is het ’s nachts aardedonker en stil. In het westen is er altijd licht en geluid.

De zee trekt haar. Wat wil ze ook? Ze is er mee opgegroeid. Elke zomervakantie op de fiets naar het strand. Een fles Exota, kadetjes en krentenbollen mee. Die werden op het strand opgegeten. Zand zat ertussen. Moeder zei dat dat geen probleem was. ‘Zand schuurt de maag’, werd er gezegd. Zo leek het nog gezond ook. Wat genoten ze van die lange dagen op het strand. En later thuis… Overal zand. In de haren, tussen de tenen en billen. Het duurde dagen voor het weg was. Nu trekt de zee en het strand nog steeds. Daarom rijdt ze ook elke week dat hele eind om aan de strandlopen mee te doen.

Vandaag is het de zesde keer. Als ze nu eerste wordt, van haar categorie, dan heeft ze de zeshonderd punten binnen. Meer is er niet te verdienen in deze serie van tien lopen. Eigenlijk kan ze na vandaag thuisblijven. Dat doet ze niet. Voor haar is het een eer om alle tien de strandlopen mee te lopen. En gaat ze er nu de kantjes van aflopen? Zeker weten van niet. Ze blijft haar beste beentje voor zetten.

Het regende vanmorgen pijpenstelen. De wind komt uit zee en is krachtig. Het strand ziet er goed uit. Gelukkig is het droog geworden. Ze vindt het fris. Ze heeft daarom haar kniepant aan. En een dun shirt met lange mouwen. De microfoon wordt vandaag gehanteerd door twee heren van de ‘Heren sociëteit’. Ze zijn deftig gekleed in zwart pak. Wit overhemd en ze dragen zelfs witte handschoenen. Met hun zwarte, glimmend gepoetste schoenen staan ze op het strand. Het is een groot contrast met de sportief uitziende atleten. Elk jaar zijn ze een keer aanwezig. Het is een traditie geworden. De heren hebben genoeg te vertellen. Er is ook een minuut stilte voor een trouwe strandloper die pas is overleden. Zij wist er al van. Ze had het van haar vrienden gehoord. Weer iemand die ze zullen missen. Ze halen herinneringen aan hem op. Het was een goede man. Hij verdient het niet om zo jong te streven. Daar zijn ze het over eens.

Het startschot gaat. Nu zo snel mogelijk naar Katwijk rennen. De kinderen hun kilometers. De korte afstand voor iedereen. De acht kilometerlopers stomen gewoon door. Ze merkt nu dat ze wel iets minder aan had kunnen trekken. De wind is gelukkig een beetje fris. Op de heenweg een koude rechterkant. Op de terugweg een koude linkerkant. De tijd die ze op de heenweg heeft gelopen, loopt ze ook op de terugweg. Zo gaat dat met wind uit zee. Bij de finish krijgen de lopers een stroopwafel. Menigeen stopt de wafel meteen in zijn waffel. Een energiestoot kan geen kwaad na het lopen.

Haar vrienden en zij gaan koffie met wat lekkers drinken bij de Mac. Het lopen wordt te uit en te na nog besproken. Lopers kunnen altijd wel over lopen praten.

© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda