Juni 2012 Katwijk aan Zee. Het is een regenachtige maandagmorgen als zij naar het westen van het land vertrekt. De ruitenwissers zoeven heen en weer. Ook op de achterruit doet de ruitenwisser zijn werk. Het is rustig op de weg. Drukker wordt het als ze in de buurt van Amsterdam komt.
Heel even neemt ze de verkeerde afslag. Al snel zit ze weer op de goede weg. Als ze Katwijk aan Zee binnen rijdt, slaakt ze een zucht van verlichting. Ze is er! De rest van de dag kan ze op haar lauweren rusten. De zon komt door. Met Hondje loopt ze door de duinen. Het is genieten aan de kust. Ze koopt wat in een supermarkt en drinkt ergens koffie. Nu met een boek een mooi plekje in de duinen zoeken. Hondje legt tevreden haar kop neer. Zij hoeft voorlopig ook niks meer.
De tijd glijdt rustig voort. De zon gaat al zakken als ze een parkeerplaats zoekt op de boulevard van Katwijk. De wind is stevig. Deze komt uit zee. Dat lijkt gunstig. Ze maakt een praatje. Schiet een plaatje. Hondje mag op de spullen van de lopers passen bij de start en de finish. Haar vriendin uit Noord-Holland is er ook weer. Als ze nog in gesprek zijn gaat het startschot. Vlug het horloge ingedrukt en rennen! Het is een zwaar en moeilijk strand. Zacht en bobbelig en blubberig. Al met al moeilijk te belopen. De wind hebben ze schuin tegen. Een grote groep heeft die middag zandkastelen gebouwd met ruime grachten er om heen. Wel tien stuks op een rij! De lopers kronkelen er om heen. Nemen grote passen en kleine sprongetjes. Het is zaak om de voeten droog te houden. Het is vloed. De golven proberen over de schoenen van de lopers te rollen.
Op een gegeven moment lukt het haar niet meer om een golf te ontwijken. Nu de sokken en schoenen nat zijn loopt ze niet meer om de golven heen. Bij het keerpunt lopen nog twee jonge vrouwen achter haar. Maar voor hoelang nog? Na een kilometer komen ze haar voorbij gelopen. Wat lijken deze dames gemakkelijk te lopen op het zachte zand. Hadden ze heen de wind schuin tegen, op de terugweg lijkt de wind harder te waaien en óók schuin tegen te zijn. Hoe dat kan? Ze breekt haar hoofd erover. Ze komt er niet uit. Ze ploetert maar door. Wat moet ze anders? Een loper in een zwart met oranje shirt haalt haar in. Ze weet dat ze nog niet als laatste loopt. Een man in een wit shirt loopt ver achter haar. Niet dat zij en die man slecht lopen. Wel nee! Bij lange na niet! Het komt omdat de deelname op de acht kilometer niet groot is in Katwijk. Zes vrouwen lopen de acht kilometer, heeft ze geteld. Zij is de zesde en de oudste deelneemster. Ze mag eigenlijk best trots zijn op haar zelf. Hondje is helemaal blij als zij finisht.
De organisatie noteert haar tijd en nummer. Ze hebben het nog even over het zware strand en de harde wind. Nu wil ze snel naar de auto om droge sokken en schoenen aan te trekken. Haar voeten zijn steenkoud van het zeewater.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda