Ze gaat in haar eentje naar het westen van het land. Hij kan niet mee. Zijn plicht roept. Zij is nergens aan gebonden en kan gaan en staan waar ze wil. Dat doet ze dan ook in de zomermaanden. Ze loopt graag op het strand. Dit jaar beginnen de strandlopen in Katwijk op maandag 21 mei. De start is om half acht ’s avonds. Vroeger, toen alles beter was, heette de eerste loop van het circuit de ‘Haringrace’. Voor de eerste loper en loopster was er een vaatje haring te winnen. De andere lopers kregen een pot zure haring. Zij heeft dat eens een keer meegemaakt dat ze eerste dame was. Haar man zaliger was er verrukt van. Haring eten deed hij graag. Hij moest ze wel zelf schoonmaken. Dat leerde hij snel aan. De trek in een vette haring dreef hem ertoe. Jarenlang werd die ‘Haringrace’ gehouden. Maar zoals alles veranderde dat ook. De ‘Haringrace’ is afgeschaft. De strandlopen zijn gebleven. En nu ze in het noorden woont, blijft de strandlopen trekken. Eerst Katwijk en dan Noordwijk. In Katwijk is het kleinschaliger dan in Noordwijk. Dat drukt de pret niet. Het lopen op het strand is elke keer weer een uitdaging. Niets is zo grillig als het weer, de zee en het strand. Geen week is het hetzelfde. Eb en vloed maken het strand onbegaanbaar. Vanavond gaat het eb worden. Het is te zien. De lopers praten erover. Er staat een harde wind. Op de heenweg zullen ze meewind hebben. Op de terugweg tegenwind. Zij schrijft zich in voor de acht kilometer en het hele circuit. Ze krijgt dan ook een vast nummer. Dat is gemakkelijk. Alleen moet ze zorgen dat ze het nummer altijd meeneemt. Ze ontmoet lopers van ‘vroeger’. Dat is gezellig. Een loopster uit Noord-Holland heeft ook haar Hond meegebracht. Die hond mag in de auto blijven al zij loopt. Haar hond mag wachten bij de start en de finish. Dat doet Hondje graag.
Als het startschot knalt, schrikt Hondje er niet van. Zij weet dat de lopers dan gaan rennen. Ze kijkt ze na en wacht geduldig tot haar vrouwtje terug komt. Eerst komen de kinderen terug die twee kilometer hebben gelopen. Dan de volwassenen en kinderen die vier kilometer hebben gelopen. Uiteindelijk komen de lopers van de acht kilometer binnen. Dat duurt nog even. Ondertussen heeft Hondje genoeg te zien en te beleven. Ze is braaf. Heeft een kuil gegraven en ligt daar rustig in. De organisatie noteert de tijden en de nummers van de gefinishte lopers. Ze hebben het er druk mee. Een speaker hebben ze hier in Katwijk niet. Dat is een beetje jammer. Ook is er niets te drinken na het lopen. Maar ach, er zijn ergere dingen in het leven. In het strandpaviljoen is van alles te koop. Van honger en dorst zal de loper niet omkomen.
Na de start zet zij haar beste beentje voor. Het strand is niet makkelijk begaanbaar. Het zand is blubberig door de terugtrekkende zee. De schoenen zakken wel een paar centimeter weg. Het valt niet mee om hard strand te vinden. Lijkt het links of rechts steviger dan is dat valse schijn. Dat ze meewind hebben maakt dat ze geen slechte tijd heeft gelopen bij het keerpunt. Ze rekent zich rijk. Twee maal deze tijd is een tijd om tevreden te zijn. De wind terug is harder dan ze verwacht had. Liep ze op de heenweg nog als derde dame. Op de terugweg wordt ze ingehaald door een jonge vrouw. Nu loopt ze als vierde dame. Maar ach, wat maakt het uit. Ze loopt wat ze kan. Dat doen de anderen ook. Bij de finish gekomen is het niet tweemaal de tijd van de heenweg. Door de tegenwind heeft ze er twee minuten langer overgedaan. Jammer vindt ze dat. Maar het is niet anders. De vriendin uit Noord-Holland heeft op haar gewacht. Dat is aardig. Hondje is blij dat ze weer terug is. Vriendin en zij lopen samen terug naar de boulevard. Ze wisselen hun loopervaringen uit. Zijn het met elkaar eens dat het zwaar was. Maar beiden zijn voldaan na de strandloop. De vriendin weet nog niet of ze de volgende keer erbij zal zijn. Zij wel. Want zij doet aan het circuit mee.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda