Een natgeregende Utrecht Marathon

20120413UtrechtJurgenIk ben zot! Dat waren de laatste woorden die ik mijn vriendin toefluisterde net vóór ik het ‘gele startvak’ van de Jaarbeurs Utrecht Marathon inwandelde. Telkens ik dergelijk startvak inwandel en de talrijke ogen van de toeschouwers op mij voel neerkijken, lijkt het alsof ik vrijwillig naar het front wandel. Het lijkt alsof ik geheel uit vrije wil naar een luguber middeleeuws arena wandel en sta te popelen op het openen van de deuren. Het startschot met andere woorden.

Het zou zo makkelijk anders kunnen, niet meer dan een bocht van 180° en ik ben verlost van pijn, van urenlange energie maar dit keer ook van regen, van wind en van koude. Ik heb de gewoonte om in die startvakken (ik noem ze de wachtruimte van de hel), op een plaats te gaan staan waar mijn vriendin me ziet. Op het moment dat het startschot gaat en de deuren van de verschrikkelijk ogende arena openen, bekijken we elkaar met een gezicht van “tot straks, maar misschien ook tot nooit meer…”

Een lang gebaar van een allerlaatste handzwaai rest ons nog vooraleer we elkaar binnen enkele uren terugzien. Ik kapot, zij nog steeds fris. Na slechts enkele kilometers leek het alsof ik terug was van een bezoekje aan de carwash… op een motorfiets of cabrio zonder dak dan wel te verstaan… Ik besefte nauwelijks wat voor een lijdensweg mij nog stond te wachten. “Hoe hard ga ik afzien binnen een uur of twee?” en “ga ik hem echt wel kunnen uitlopen deze keer?” waren twee prangende vragen waar ik met mijn typerende stoïcijnse houding mee omging.

 

20120413UtrechtJurgenWebsite

Ik zou doen wat ik kon en zou lopen tot waar het ging, als dat tot kilometer 25 zou zijn, “So be it!”. Marathons genoeg in het vooruitzicht dus ook plaats voor eens een misbaksel van formaat. Ook al heb ik normaliter een zeer grondige hekel aan hardlopen in een “vochtig kader”, dit keer ging het mij zeer goed af en besefte nauwelijks dat het eigenlijk geen weer was om een hond in uit te laten. Mijn goede vriend annex coach Marc Papanikitas (ultraloper van formaat), vertelde mij ooit dat elke marathon 10% onherstelbare schade met zich meebrengt en dit zowel lichamelijk als geestelijk.

Zijn woorden in gedachten houdend vreesde ik voor mijn geestelijke toestand “zou ik echt nog 100% normaal zijn, aangezien ik zonder noemenswaardige problemen in dit walgelijke kutweer een marathon aan het lopen ben?” Ach, binnen afzienbare tijd ben ik verlost van dit gedoe en kan ik genieten van een warme douche, van een gelukzalige “marathonroes” en verschillende felicitaties… “misschien…” Ik hoopte dat ik rond kilometer 35 niet zou neergeknuppeld worden door één of andere “hardloop-hatende hufter” in de vorm van een man met een hamer en dat ik zou kunnen blijven lopen zoals ik bezig was.

Het zou verdomme willen zeggen dat ik de finish zou halen in een ongelofelijk goede tijd …

Rond kilometer 35 stond hij mij helaas op te wachten, mijn benen begonnen het lastig te krijgen, niet alleen van +/- 30 000 stappen te zetten, maar ook van in mijn kuiten vretend opspattend regenwater wat ik moeilijker en moeilijker kon negeren. “Hij heeft me niet!” dacht ik bij mezelf en ik slikte nog snel een gelletje in wat ik doorspoelde met mijn vloeibaar goud wat de organisatie braafjes aan de gevraagde verzorgingspost had gelegd.

20120413UtrechtJurgenOverzicht

En… hij had me niet! 1 kilometer verder begon ik gebruik te maken van één of andere energiereserve waarvan ik nooit heb geweten dat ik ze bezit. Mijn gevoel zat zodanig goed dat ik begon te versnellen, en dat op een plaats waar iedereen vertraagt of zelfs afhaakt. Rondom mij riepen de supporters me toe dat “het” er goed uitzag voor mij, en zo voelde ik me ook, ik voelde me super! Ik bleef maar deelnemers inhalen en op het moment dat ik de Utrechtse DOM onderdoor liep, besefte ik dat ik slechts 3km van de finish verwijderd was.

“Godverdomme!” dacht ik bij mezelf, “bijna gedaan en het gaat nu juist zo goed…!”

Ik besefte dat dit een gedachte was die niet normaal is wanneer je bijna 40kilometer aan één stuk door gelopen hebt, maar het ging zodanig goed dat ik bijna glimlachend en huppelend verderliep. Zelfs die ene randdebiel die mij heel even een verkeerde straat instuurde, kon in mijn ogen niets verkeerd doen. Aangekomen in de Utrechtse Croeselaan was het nog een 300 meter vooraleer ik trots de finishlijn kon overschrijden.

Langs alle kanten gejuich, applaus en ergens daartussen stond mijn vriendin die me toeriep dat ik er bijna was. Ik hoorde echter niks, volledig verdoofd en gefixeerd op de finishlijn. Ik liep steeds harder en harder en harder, en zo fris als iemand die net een ijskoude douche genomen heeft, finishte ik… In een tijd van 3H18. Een tijd waar ik voorheen enkel durfde dromen, die nu realiteit is. Een progressie van maar liefst 30minuten ten opzichte van mijn vorige tijden. Een marathon die ik na 3 dagen niet meer voel.

Zou ik dan toch eens de stap zetten naar de Ultraloop?

© Jürgen Op de Beeck – België – http://runnerke.skynetblogs.be