Vandaag zoeken we het verderop. Egbert heeft al jaren een loop op zijn verlanglijstje staan. Het is er nooit van gekomen om daar heen te gaan. Maar nu gaat het gebeuren. We gaan naar de ‘Mijlen van Zeist’. Het lijkt EB een heel mooie loop. Ooit heb ik, in de vorige eeuw, daar gelopen. Ik kan me er niet veel meer van herinneren. Wel dat de finish op de baan was. Maar voor de rest… Alle kans dat ik het herken als ik er ben. Het is een lange rit naar het midden van het land. Hondje ligt te soezen op de achterbank. Onderweg hebben we regen. We vertrouwen erop dat de zon zal schijnen als we lopen.
Na wat zoeken en vragen komen we bij de inschrijving. De start en de finish is een eindje verderop. Niet meer op de atletiekbaan zoals in de vorige eeuw. De inschrijfkosten zijn niet laag. Zeker niet voor de vijf mijl. We verwachten dan ook een spectaculaire en bijzondere loop voor onze zuur verdiende euro’s. Volgens de inschrijfman geen probleem om naar de start te lopen. Als je vijf mijl kunt lopen is dat stukje een peulenschilletje volgens de man. Wij vinden het wel een probleem en gaan met de auto richting de start. Daar proberen we de auto te parkeren. Dan is geen probleem omdat de meeste atleten te voet gaan. Ik vind het ook prettiger met oog op Hondje. Nu hoeft ze niet zo lang alleen in de auto te zitten. In de envelop die we kregen bij de inschrijving, zit een knoopchip. Die knopen we op onze schoen. Hondje mag op de auto passen. Wij lopen de straat uit en steken over naar de start. Nee maar! Wie zien we daar? Annie v R. Met een stralende glimlach komt ze op ons af. Meteen heeft ze een nieuwtje. Eind van de week heeft ze een interview met ‘Losse Veter”. Die Annie! Berucht en beroemd in binnen en buitenland. Andere bekenden zien we niet. Trouwens: er zijn minder deelnemers dan ik verwacht had. Was het vroeger beter?
De tien en de vijf mijl starten tegelijk. Gelukkig is het nu droog. Voor de start krijgen we nog een waarschuwing. Als we rechtsaf slaan en dan nog een keer rechtsaf staat er links een auto slecht geparkeerd. Of we daar voor uit willen kijken. Ik knoop het in mijn oren. Als ik twee keer rechtsaf geslagen ben staat er aan de rechterkant een auto. Niet aan de linkerkant zoals de speaker meldde. Achter me hoor ik EB aan een loper vragen hoe het parcours is. Het blijken twee rondjes van ruim acht kilometer te zijn. Ik vraag me af waarom de vijf mijl dan het zelfde startgeld als de tien mijl moest betalen. Krijgt de vijf mijl hiervoor een vip behandeling? Ondertussen tuft Egbert mij voorbij. We lopen eerst over een geasfalteerde weg dan op een fietspad naast een drukke weg. Hierna lopen we op een weg naast een 100 kilometer weg. Even later over een doodlopende weg en dan vlakbij een weg. Is dit schitterend Zeist? Ik had een mooier parcours verwacht. Na een kleine vier kilometer lopen we in de buurt van een welriekend restaurant. Het kan mij op het ogenblijk niet bekoren. Maar gelukkig… We slaan het bos in. Een breed bospad ligt voor ons. Nu zal het mooier worden. Het is ook mooi. De paden zijn breed en makkelijk te belopen. Weinig boomwortels. Hier en daar een beetje mul. Het lijkt erop de EB langzamer gaat lopen. Of ga ik sneller? Ik haal hem in. Zeg in het voorbij gaan dat hij zich moet schamen. Dat doet hij. Zijn zelfvertrouwen krijgt een enorme knauw. Daar geniet ik van. Op het laatst is het pad een beetje smal. Maar dan zijn we het bordje van de acht kilometer al gepasseerd. Nu de bocht om en naar de finish rennen. Er is blijkbaar geen speaker. Niemand wordt bij name genoemd, geloofd of geprezen. Jammer. Ik vind een speaker altijd zo leuk om aan te horen.
Ik pak een beker water en neem een appel voor de dorst. Mijn knoopchip wordt van mijn schoen gehaald. Dat is nogal een service! Ondertussen vraag ik of er nog een herinnering op te halen is. Daar weet men niets vanaf, Dan maar naar de auto en wat aantrekken. Het is eigenlijk best wel fris. Hondje ligt nog op één oor. Ze kijkt verstoord op als ik de achterklep open. Nadat ik wat warms aangetrokken heb, ga ik naast haar zitten. Deel met haar mijn broodje ham. Lees nog wat en dan is het tijd om te kijken hoe EB finisht. Annie v R is net op de vijf mijl gefinisht. Ze is niet tevreden over haar tijd. Dat had sneller gekund. Maar ze had nieuwe schoenen aan. Dat remt natuurlijk. Ze had beter op haar blote voeten kunnen lopen zoals haar loopmaat. Die had nergens last van. Nu blijkt er wel een speaker te zijn. Elke finisher wordt met naam en toenaam genoemd. Ik krijg een steek van jaloezie in mijn maag. Waarom de tien mijl wel en de vijf mijl niet? Later hoor ik dat de vijf mijl ‘maar’ een recreatie loop is. O, ja? Maar wel evenveel betalen als voor de tien mijl? Ik vind het niet kloppen. Ook zijn er geen prijzen te winnen op de vijf mijl. Niet dat het op de tien mijl zo royaal is. Dat niet. Alleen de eerste drie mannen en de eerste drie vrouwen van de tien mijl. Geen wonder dat de opkomst niet groot is. Als Egbert finisht, loopt Hondje met hem mee. Dat is traditie geworden. Hondje doet dat graag. De speaker noemt EB, zijn tijd en de plaats waar hij vandaan komt. En hij roemt Hondje. Dat is leuk! Annie weet te vertellen dat we kunnen zwemmen op vertoon van ons startnummer. We gaan dat eerst maar even vragen. Bij de atletiekbaan weten velen van niks. Maar we vragen door. Dan is er iemand die iemand kent die het misschien weet. En jawel! Net als vorig jaar kunnen we gratis zwemmen. Dat is nog eens een leuke herinnering. Niet dat er veel gebruik van gemaakt wordt. De meeste lopers weten het waarschijnlijk niet. Annie en Leo en ik gaan zwemmen. EB houdt niet van zwemmen. Hij zoekt de kleedkamer op, die hij niet kan vinden. In een winderig hoekje van het gebouw kleedt hij zich om. Ik zwem een aantal baantjes. Laat me meevoeren in een warme stroom. Ga onder een enorme strortdouche staan en laaf me aan de warme knuffelmuur. Verfrist en verkwikt loop ik naar EB. Hij gooit net zijn peuk weg.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda