De ‘Theo de Winterloop’ is een begrip in Winschoten en omgeving. De leden van Aquilo uit Winschoten komen dan ook massaal opdraven. Wij zijn ook van de partij. Egbert gaat de tien mijl lopen als recreant. Ik waag me aan de tien kilometer. Er zullen nog wat dames van mijn dinsdagmiddagtraining meedoen. We hebben het al min of meer afgesproken. Onze trainster zal er helaas niet bij zijn. Zij heeft andere verplichtingen. Dat het gezellig zal worden staat nu al vast. Zoveel vrienden en bekenden die we bij de start zullen ontmoeten. De zon draagt ook haar steentje bij. Ze schijnt al de hele ochtend. Dan kan de dag nu al niet meer stuk. We hebben ‘s morgens al energie opgedaan in de tuin. Hondje zocht steeds de schaduw op: zij is geen zonaanbidster. Maar ze is wel graag buiten. De wind is wel een beetje fris. Dat zal prettig zijn als we lopen. De start is om 14.00 uur.
Bij de Parkhal, waar de inschrijving is, zoeken een parkeerplaats in de schaduw. Dat is geen gemakkelijke opgave. Het groen aan de bomen is nog minimaal. We wagen het er dan ook niet op om Hondje in de auto te laten als we gaan lopen. Bij de inschrijving is een aardige mevrouw die graag op Hondje past. We spreken Alie Oorbel. Zij gaat de tien mijl lopen. Ze wil dit jaar nog eens een halve marathon lopen. Zo langzamerhand werkt ze er naar toe. Ze heeft er zin in vandaag. Dan horen we een gulle lach. Dat is Blije Reina. Ze schatert het uit als ze onze verbaasde gezichten ziet. Garrie, van de dinsdagmiddagtraining, komt ons aanmoedigen. Zij heeft vanmorgen al gelopen. De andere dames, die beloofd hadden om te komen, zijn op komen draven. Harm Noor, de speaker, is deze week jarig geweest. Wij feliciteren hem uitbundig. We zien en spreken nog vele bekenden. Een ieder heeft zijn of haar loopverhaal.
Veel te snel naar onze zin is het tijd om naar de start te lopen. De start is op de atletiekbaan. Vooraan staan de wedstrijdlopers. Daarachter staan de recreanten. Ik wurm me tussen de wedstrijdlopers. We lopen dan wel met een chip maar er ligt geen mat bij de start. Voor mij telt iedere seconde ook al loop ik vandaag als recreant. Ik wil geen minuut verliezen door achteraan te gaan staan. EB ook niet. En blije Reina zeker niet. Ze mag dan overal om lachen, maar tijd is tijd. Daar loopt ze voor. Na het schot lopen we een driekwart ronde over de baan. Dan het hek uit en het fietspad op. Meteen weer linksaf richting de brug en de rotonde.
De wheelers zijn een paar minuten voor ons gestart. Het waren er niet zo veel. Ik heb het niet zo op wheelers tijdens een loop. En ook nu rijden ze mij in de wielen. Bij het tunneltje begint het al. Ik loop in de buitenbocht. De wheeler vlak voor mij neemt de bocht nogal ruim. Ik moet een hink-stapsprong maken om niet op zijn schoot te vallen. Inwendig foeter ik. Waarom niet de wheelers een kwartier voor ons laten starten! Op het fietspad langs Blauwe Stad is het weer prijs. Daar rijdt een dame met een bordje achterop haar wheel: SZ. Het betekent dat ze niet goed ziet. Nou heeft ze al eens vaker in mijn buurt gereden. Een man op de fiets begeleidt haar. Hij zegt of ze links of rechts moet rijden. Of er een bocht aankomt en meer van dat soort aanwijzingen. Hij is haar zicht. Als we een brug over moeten lopen, kost haar dat grote moeite. Ik loop haar voorbij. Niets aan de hand. Maar gaan we de brug af dan zoeft ze mij voorbij. Ik vrees met grote vreze. Rakelings scheurt ze langs mij. Ik hap naar adem en raak uit mijn ritme. Bij de volgende brug het zelfde liedje. Mijn hart gaat als een razende tekeer. Overleef ik deze loop? Dit is toch de ‘Theo de Winterloop’? Ik heb me toch niet ingeschreven voor de ‘Overlevingsloop’? Bij het tien kilometer keerpunt keert zij een paar meter voor dat punt. Ik loop zoals aangegeven. En daar blokkeert ze zowat het hele fietspad door haar draaien. Zoals ik al eerder meldde: laat de weelers een kwartier of langer vóór de lopers starten! Hebben zij geen last van ons en wij niet van hen. De terugweg voor de tien kilometer is dezelfde als de heenweg. De tien engelse mijlen hebben één grote mooie ronde. Ik finish als tweede dame overall. Niet dat er een prijs voor is, maar het gevoel is goed.
Hondje ligt nog braaf te wachten. De mevrouw heeft geen kind aan haar gehad. Ik lever mijn nummer in en krijg een verrukkelijke herinnering. Dat gaat er in als koek! Nu nog even douchen en dan Egbert opwachten bij de finish.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda