Ik voel me niet lekker. Ga ik ziek worden? Dat vrees ik met grote vrezen. Egbert komt dan ook niet op vrijdagavond. Ik wil even kijken of het ziek zijn doorzet. Vandaag belt Egbert hoe het met me gaat en of ik mee ga naar Stapelmoor. Ik besluit om mee te gaan. Volgens mij heb ik geen koorts. Als ik nu rustig vijf kilometer ga lopen zal het geen kwaad kunnen.
Of is de kortste afstand zes kilometer? Daar zijn we nog niet uit. En zo gaan we samen naar Stapelmoor. Het waait hard. Het heeft ook veel geregend. Gelukkig is het nu droog en hopelijk blijft het droog als we gaan lopen. De loop in Stapelmoor is de tweede van de Volkslauf trimloopserie. Een uitslag op het Internet komt er niet. Het gaat in deze serie dan ook alleen om het lopen. We hebben een stempelkaart van deze serie. Na vijf stempels is er een mooie herinnering te bemachtigen. De lezende loper begrijpt dan ook dat deze loop uitermate geschikt is voor de zwakken en de zieken onder ons. Egbert gaat hier twintig kilometer lopen. Hij kan dat met gemak. Hoewel… hij twijfelt vanwege de harde wind. Uiteindelijk besluit hij toch de twintig kilometer te gaan lopen. Als de wind hem tegenvalt, kan hij onderweg nog voor de tien kilometer kiezen.
En zo staan we dan na het middaguur aan de start. Het is droog. Dat is een pluspunt. Alle afstanden starten tegelijk. De vier vrienden zijn hier ook. Toli maakt de foto’s. Gea en Hennie gaan wandelen. Frans doet ook de vijf kilometer. Hij wil zich sparen voor morgen. Dan heeft hij snode plannen bij de DFW runners. We hebben meteen wind tegen. Dat kan ook niet anders. We scheuren de bocht om en voelen de wind in de rug. Dat voelt beter. We hebben hier al eens eerder gelopen en ik herken het parcours. Dat is wel zo prettig. We komen een opgebroken weg tegen. Dat was vorig jaar ook al zo, alleen toen was de weg op een andere plek in onderhoud. We moeten een bochtje maken om de kraan heen. Door een bak zand lopen. Waarschijnlijk heeft de organisatie planken neergelegd om het ons lopers gemakkelijker te maken. Daar waar het nog moeilijker lopen is liggen planken. Ik maak er dankbaar gebruik van.
De tien en de twintig kilometer gaan de dijk op. De vijf slaat rechtsaf terug naar Stapelmoor. Nu hebben we de wind pal tegen. Er lopen twee jongens voor mij. Ik zie ze af en toe wandelen. Heel misschien kan ik ze nog voorbij lopen. Dat zou ik fijn vinden. Niet dat het belangrijk is. Dat niet. Het is zuiver een stiekem pleziertje voor mezelf. Het lukt niet. Ze zijn wat eerder bij de ‘ziel’ dan ik. Geen probleem. Niemand heeft het gezien. Niemand wist van mijn stiekem plannetje.
Nu is het wachten op Egbert. Ik drink een beker warme en zoete thee. Ga douchen en loop terug naar de auto. Hondje ligt tevreden op de achterbank. Ik neem de laptop op schoot en schrijf een verhaal over de Volkslauf in Stapelmoor.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda – http://hardloopberichtenvantoli.blogspot.com