De dag begint koud en glad én met een hagelbui. Egbert heeft het gemerkt toen hij met Hondje buiten liep. Gelukkig hoeven we voorlopig niet weg. We ontbijten met een beschuit en een ei. Drinken een Latta Macchiato en bespreken waar we gaan lopen. We besluiten naar Nieuw-Schoonebeek te gaan. De Snertloop. Deze loop start om veertien uur dertig. We vertrekken tegen het middaguur. Ondertussen is de zon gaan schijnen. We rijden via de Pekela’s, Stadskanaal en Ter Apel. Na Emmen is het nog maar een klein stukje. Al snel komen we bordjes tegen die ons verwijzen naar de Snertloop. Dat is gemakkelijk. Vlakbij de ijsbaan, waar de inschrijving is, is er een parkeerterrein gecreëerd. Hier staan we goed.
We gaan eerst inschrijven. We zijn een van de eersten. Egbert heeft nummer 300 voor de tien kilometer. Ik heb nummer 2 voor de vijf kilometer. De beide afstanden starten tegelijk maar niet op de zelfde plaats. De tien vlakbij de tent onder het startdoek. De vijf aan de overkant van het meer. Er zijn veel Duitse atleten op de Snertloop afgekomen. Nieuw-Schoonebeek ligt niet ver van de Duitse grens. Doctor Gerhard is er ook bij. Hij staat vlak voor mij aan de startstreep. Hij praat Duits tegen mij en ik Nederlands tegen hem. We verstaan elkaar goed. We wensen elkaar succes als het startschot gaat. We lopen een halve ronde naast het meer. Passeren het start en de finishdoek. Rennen rechtdoor en slaan linksaf. Nog een keer linksaf het fietspad op. Hier hebben we de zon en de wind in de rug. Even later hoor ik roepen dat de eerste van de tien kilometer er aan komt. Dat is snel!!! Nummer twee en drie zitten hem op de hielen. Van de speaker hoor ik dat er honderd een en dertig atleten aan deze loop meedoen. De organisatie is er tevreden over. Het rondje is leuk. Na het fietspad hebben we pal tegenwind. Dan gaan we weer naar links en komen op een kronkelig schelpenpad. De zon staat laag en hierdoor is het zicht op het schelpenpad niet optimaal. Even later passeren we de start en de finish.
Vier ronden lopen de tien kilometer lopers. Voor de vijf is het twee ronden. Als ik finish ben ik tevreden over mijn tijd. Snel ga ik naar de auto en trek wat warms aan. Dan lopen Hondje en ik terug. Ik lever mijn nummer in. Krijg een ‘Ouwe wijven koek’ en een kom snert. Bovendien is er ook een prijsje voor mij weggelegd. Het kan niet op! Hondje bedelt om de plakjes worst uit de soep. Die krijgt ze van mij. Na de soep gaan we kijken naar de finish van Egbert. Hij komt er snel aan. Hondje is blij. Heel blij. Egbert heeft ook wel trek in snert. Er waren meer deelnemers aan de tien kilometer. Hij moet dan ook in de rij voor de soep staan. Het ziet er uit alsof het Leger des Heils soep uitdeelt. De atleten wachten geduldig. Nu hebben ze geen haast. Egbert kiest een ‘Groninger’ koek. Ook hij krijgt een prijs waar hij erg blij mee is. Hondje staat nu bij hem om de worst uit zijn mond te kijken. Het is een en al gezelligheid bij de ijsbaan zonder ijs.
De organisatie begint met het opruimen. Wij groeten deze mensen en gaan via Duitsland, en een kerstmarkt in Bunde, op huis aan.
© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda – http://hardloopberichtenvantoli.blogspot.com