Assen en Emden op dezelfde dag

20111120RennenIrisEgbertWe hebben snode plannen voor vandaag. Als ik een persoonlijke trainer had gehad, dan zouden mijn oren flink gewassen worden. Gelukkig heb ik geen persoonlijke trainer nodig. In mij zit geen vooruitgang. Ik mag al blij wezen als ik dit niveau kan houden. Maar goed… nu even niet over mijn loopfrustraties schrijven. We gaan lopen in Assen. Het is een trimloop van drie tot vijftien kilometer. De keus is aan de loper. Zo ook het tempo. De één maakt er een wedstrijd van. De ander een duurloop. De drie kilometer kan zelfs als Coopertest gebruikt worden. Vijf minuten na de start van de trimloop is er een kinderloop van één kilometer. Vandaag gebruik ik de loop in Assen als loslooploop. Egbert gaat twaalf kilometer op zijn gemak lopen. Ik denk dat ik negen kilometer doe. Drie rondjes. Want… en daar komt ons snode plan om de hoek. Vanmiddag gaan we nog in Emden lopen. Jazeker, in Duitsland! Daar is een wedstrijd van zes kilometer en twee honderd vijftig meter. Volgens Egbert maak ik nog wel een kans om op het podium te staan. En zo’n kans laten wij niet schieten! De Duitsers zijn gul in hun prijzen. Vijf jaarscategorieën zijn heel gewoon. Alle leeftijden worden geroemd en geprezen. Ook van de vrouwen. Nederland kan daar wel eens een voorbeeld aan nemen.

Als we bij AAC61 komen schijnt de zon. Het heeft vannacht licht gevroren. In de schaduw is het wit nog te zien. Het inschrijven is boven in de kantine. De dames en de heren achter de tafels zijn allervriendelijkst. We krijgen een kaartje voor de afstand en een stempelkaart voor een eindherinnering. Jos van de loopgroep Grolloo is er ook. Zij is een grote vriendin van Hondje. Hondje is dan ook erg blij om door Jos aangehaald te worden. We drinken koffie en dan gaan we naar buiten. Nog even met Hondje in het mooie Asserbos lopen. De speaker test zijn microfoon uit. ‘Test test’, horen we.

 

20111120duitsland

Hondje wil in de auto blijven als wij lopen. Egbert en ik wensen elkaar succes. Dan horen we de klap en dat betekent dat we mogen starten. Eerst een ronde op de baan en dan het bos in. Egbert loopt meteen al voor mij. Een dame van mijn leeftijd suist mij ook voorbij. Vind ik dat leuk? Neen!!! Ik dribbel er achteraan. Ze heeft een gordel om met flesjes en ook een fietsachterlichtje hangt eraan. Ik vermoed dat ze vaak in het donker loopt. Aan haar houding te zien, lijkt ze op een ouderwetse wijkverpleegster. Voor mij staat het vast. Ze is een hulpverleenster. Maatschappelijk werkster? Dat etiket krijgt ze van mij opgeplakt. In de eerste ronde blijf ik haar op de hielen lopen. Op de baan wil ik haar wel voorbij gaan. Ik doe het nog niet. Weer in het bos vind ik haar tempo een beetje te laag. Ik twijfel. Zal ik wel voorbij lopen of niet. Ik wil van deze loop geen wedstrijd maken. Gaat dat gebeuren als ik haar voorbij ren? Ik neem de gok en haal haar in. Nu ietsje versnellen. Niet te veel. Ik kijk niet om. Ik zie wel. Aan het geritsel van de bladeren merk ik dat ze niet ver achter mij loopt. Gebruikt zij mij nu als haas? Ik kijk niet om. We gaan de baan op. Nog steeds loopt ze niet ver achter mij. We gaan de baan af en het bos in. Een man haalt mij in. Zij was het dus niet. Het was een man die achter me liep! Dat stelt mij gerust.

Ik loop mijn ronde uit en bij de drinkpost pak ik een beker warme thee. Quasi nonchalant hang ik tegen het hek en houd de finish klok in de gaten. Hoever loopt de wijkverpleegster achter mij? A,ha!!! Twee minuten!!! Dat doet mij goed. Uiterlijk laat ik niets merken. Ik rek en strek wat en loop dan met verende tred naar de auto om Hondje er uit te laten. Egbert is nog onderweg. Hij zal zo wel finishen en dan vertrekken we naar Emden.

Het blijft stalend weer. Ook in Duitsland is de lucht strakblauw. Egbert heeft de startlocatie snel gevonden. We gaan ons nummer halen in de blokhut naast de atletiekbaan. Als we het parcours verkennen zijn de jeugdwedstrijden nog bezig van deze Wall-lauf. Het is bijna een cross. Smalle paadjes en nogal wat heuveltjes en dalen. Vijf rondjes moeten we lopen om de ruim zes kilometer vol te maken. We ontmoeten nog wat bekenden. Ook onze vriend Ralf is van de partij. Hartelijk schudden we elkaar de handen. Als we voor de startstreep staan worden de namen omgeroepen. Een ieder die er is roept: ja! En steekt de hand op. Dan gaat het startschot. Het lijkt wel of ik stroop aan mijn schoenen heb. In mum van tijd loop ik helemaal achteraan. De twijfel slaat toe. Wat is er met mij aan de hand? Zal ik stoppen? Hang ik mijn loopschoenen aan de wilgen? Gelukkig passeer ik sneller dan ik dacht twee vrouwen. Nu ben ik niet meer de laatste. Dat doet mij deugd. Houden zo. Egbert zie ik een eindje voor mij lopen. Hem inhalen zal mij niet lukken. In de meeste gevallen gaat hij steeds sneller lopen naarmate de kilometers stijgen. Er zit een gevaarlijk stukje in het parcours. Steil naar beneden en met een scherpe bocht. Naast een afgrondje. Bovendien is het pad bezaaid met dorre bladeren. Lopen met beleid is hier geboden. Niet iedereen denkt er zo over. Een jong meisje is gevallen. Zij wordt ondersteund door haar vriendin. Luid jammerend vervolgen zij het pad. Met zijn tweeën naast elkaar zodat niemand er meer langs kan lopen. Niet echt handig.

In mijn tweede ronde word ik al ingehaald door de snelste drie atleten. Niet veel later volgen de vierde en de vijfde. In mijn vijfde ronde staat Ralf al langs de kant om aan te moedigen. Hij zegt iets tegen mij en ik roep:’Ja, ja!’ terug. Dat blijkt later een verkeerd antwoord te zijn. Zo verkeerd dat er hartelijk om gelachen word. Weet ik veel! Duitse grappen gaan aan mij voorbij. ‘Ikke begrijpen niet. Ikke Turk.’is mijn antwoord. Egbert finisht zevenendertig seconden voor mij. Valt mij mee en hem tegen. We gaan snel wat warms aantrekken. In de blokhut is de prijsuitreiking. Egbert is vijfde bij de mannen vijftig. En ik? Eerste in mijn categorie! Wie had dat gedacht? Ik niet.

Heel tevreden rijden we naar ons eigen landje terug om thuis ons heerlijke loopdagje te vieren.

© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda – http://hardloopberichtenvantoli.blogspot.com