Halve marathon Ploegsteert

ImageOndertussen weten jullie wel, of jullie weten het misschien helemaal niet, dat ik gebeten ben door een loopmicrobe. Ze heeft me zodanig goed beet dat ik een freak geworden ben. Ik loop tot 5 keer per week. Iedereen kent me als ‘gepassioneerde loper’ en ik begin alsmaar meer mensen te kennen die naam en faam verdiend hebben in het loopmilieu.

Na mijn liesbreukoperatie van 13 oktober heb ik een tweetal weken noodgedwongen stilgelegen. Dat net dát hetgeen was waar ik zo’n schrik voor had, dat wist ik al lang op voorhand. Dat het zodanig klote was dat ik uit frustratie mijn appartement begon af te breken en onbekende mensen begon uit te kafferen, dat had ik niet verwacht. De chirurg die mij onder handen had genomen (het was trouwens een vrouwelijke chirurg, die er op de koop toe leuk uitzag, lief was en nog écht meeleefde met haar patiënt) had mij gezegd dat ik na 14 dagen terug mocht gaan lopen. ‘Zolang je het maar rustig doet, is er geen probleem’, en uiteraard doe ik alles altijd heel rustig. Denkend aan het feit dat ik na 14 dagen misschien terug vanaf ‘0′ zou moeten beginnen, probeerde ik toch maar wat kalm te blijven, aangezien ik stilletjes aan schrik begon te krijgen van mezelf…

Dus, na 14 dagen (het was toen 27 Oktober) ben ik terug gaan lopen. Buiten het feit dat mijn litteken zodanig dik werd dat ik begon te denken dat mijn buikinhoud een verkeerde richting uitging, ging alles schitterend goed. Ik moest dus niet van ‘0′ beginnen, en ik was niet vergeten dat je eerst je linkervoet moest voorzetten, en dan pas je rechtervoet (of was het omgekeerd?) . Twee weken nadien moest ik in Ploegsteert de halve marathon gaan lopen. Elk jaar wordt daar op 11 November ter nagedachtenis van wapenstilstand ‘La Course du Souvenir’ georganiseerd. In feite weet ik nog altijd niet wat zo’n vredelievende sport als lopen, te maken heeft met ‘wapenstilstand’, maar elke reden is goed genoeg om zotten als mij te doen lopen, dus ook wapenstilstand…

Image

Daags voor de wedstrijd keek ik naar het weerbericht en ik begon spijt te krijgen dat wapenstilstand niet in de lente of in de zomer viel. Inderdaad, kutweer! Wind tot 8 Beaufort, regenbuien en een temperatuur van 4 á 5 graden celcius. Aangezien je zot moet zijn om op een vrije dag en na een belachelijk korte nacht, 150km te rijden, en dan gedurende 21 km in wind, regen en vriezende kou te moeten afzien, dacht ik bij mezelf ‘zot zijn doet geen zeer’, en raar maar waar, maar deze denkwijze begon te helpen. Aangekomen in Ploegsteert begon ik met mijn kameraad Jorgen wat ‘doublekes’ te doen. Voor diegeen die niet weten wat ‘doublekes’ zijn (en uiteraard weet niemand wat het is, want het gaat niet over voetbal): Doubelékes zijn korte versnellingen die je na je opwarming doet om je hartritme wat op te drijven en je spieren te prikkelen.

Het was echt heel guur weer, al gauw begon ik spijt te krijgen dat ik niet gewoon in mijn bed was blijven liggen, en als een normaal mens een rustig dagje tegemoet was gegaan. Maar aangezien ik niet graag dingen doe die ‘normale’ mensen doen, kon het me allemaal niet meer schelen, en we begaven ons naar de start. Aangekomen aan de start, begaven we ons bij een kleine 2000 medelopers (of medezotten) die duidelijk ook niets beters te doen hadden dan hun lijf naar de kl… te lopen. De eerste kilometers gingen (mede dankzij de sterke wind mee) voortreffelijk goed, de snelheid liep op tot 13.5 á 14 per u. Na het op mijn zenuwen gekregen te hebben van lopers die het duidelijk niet begrijpen dat ze rechts moeten lopen, aangezien ze anders de snellere lopers (niet dat ik mezelf een snelle loper noem, maar sommige andere lopers zijn gewoon traag) in de weg lopen, begon ik steeds slechter te zien door ijskoude regendruppels die in mijn ogen vlogen.

Rond km-aanduiding 10 begonnen we stilaan terug te keren richting ‘finish’, en ja, daar hoorde opeens een zeer sterke ‘tegenwind’ bij. Het tempo bleef nochtans verrassend hoog, en de kilometeraanduidingen kwamen alsmaar sneller terug in zicht, wat altijd leuk is om te ervaren. Na kilometer 19 versnelde mijn kameraad Jorgen, met de bedoeling om als eerste te kunnen finishen. ‘Shit’ dacht ik bij mezelf, ‘zijn tempo is veel te hoog, ik haal hem niet meer bij.’ Rond kilometer 19.5 sprak één of andere Fransman mij aan in een onduidelijk te begrijpen en zeer buitenadem -zijnde stem. Aangezien ik niks verstond van wat hij bedoelde, probeerde ik hem te negeren, en hij verstond mijn non-verbale expressie, want hij liet me verder gerust. Gelukkig. Maar toen was er mijn kameraad Jorgen nog, die ik zo’n 100m vóór mij zag lopen. Ik probeerde even te versnellen, wat blijkbaar beter ging dan wat ik verwacht, en Jorgen kwam altijd maar dichter in het zicht. Uiteindelijk stak ook Jorgen iemand voorbij, terwijl ik al mijn krachten bijeenzamelde om tijdens zijn inhaalmanoeuvre hemzelf ook in te halen, wat zodanig goed lukte dat ik de nodige adrenaline vond om nóg sneller te beginnen lopen.

Ik eindigde uiteindelijk in een tijd van 1H43’43 , wat neerkwam op een voorsprong van 20 seconden! Eind goed, al goed…

© Jürgen Op de Beeck – België – http://runnerke.skynetblogs.be