Zondag 6 maart 2011. De hemel is strak blauw en het zonnetje schijnt volop. Met zo’n 6 graden is het nog wel aan de frisse kant. Bij de sporthal in Vorden is het om half 12 een drukte van belang. Ik doe wat dynamische rek- en strek oefeningen en spreek Johan Kats (de winnaar van de laatste jaren). Loopgroep Manhattan start ter nagedachtenis aan Leo als eersten bij deze loop. Met twintig mannen en vrouwen lopen ze voorop.
Wij starten hierna. De start is met vijf minuten vertraagd i.v.m. de geplande doorkomst van de trein, die van Vorden naar Zutphen/Winterswijk gaat. Na het startschot om 12.20 uur komen honderden hardlopers in beweging. Ik doe de halve marathon en loop in korte broek. Dus fris en fruitig baan ik me de wijk uit op weg naar het eerste kasteel. Na een kilometer word ik bijgehaald door loopmaat Mieke. Zij is hersteld van haar blessure en zoekt weer avontuur in de lange duur. Ze ziet nog een bekende, die wel heel dwingend haar aandacht vraagt en ik loop alleen verder. In de verte zie ik clubgenoten Henk en Anita lopen. Het gaat de eerste twee kilometer voorspoedig. Wel iets tegen de wind in. We vervolgen onze weg door het prachtige landschap rondom Vorden. Het is niet voor niets dat hier zoveel kastelen zijn neer gezet. Ik word alleen maar ingehaald. Als je vooraan start is dat je lot. Boontje komt…. Het maakt me niet uit, het is genieten zo hier in deze mooie omgeving. Door het weidse landschap heb ik goed zicht op de lopers voor me. De 5km gaan lekker en ik ben onderweg naar Kasteel de Wildenborch.
Nog even tegen de wind en straks een tijd lang van de wind af. Ik probeer op mijn techniek te letten en probeer het op bonfire-achtige manier te doen. Op weg naar de 10km komt Mieke wederom langszij. We lopen tot aan het eind van deze halve marathon met elkaar op. Mieke kan als geen ander strak in één tempo lopen. Ze vraagt zich af waar toch al die kastelen staan en heeft waarschijnlijk de bordjes die dit aangeven niet gezien. Ik heb dus een goed loopmaatje bij me in de buurt. Op het punt waar de 30 km rechtdoor gaat, slaan wij met een klein ploegje lopers rechtsaf. In een straf tempo gaat het verder. Als we 12 km hebben gelopen gaan we onverhard verder. Op het fietspad lopen we achter elkaar aan. Inhalen is er hier niet bij. Mieke loopt vanaf 15km op gevoel en houd zich niet met de tijd bezig. Als we zo’n 18 km gelopen hebben versnelt ze.
Clubgenoot Johan Kats is dan als eerste op de halve marathon over de finish in een mooie tijd van 1:14:58. Ik heb het nakijken en Mieke inhalen lijkt me ook geen goed plan. Ik scoor nog wel een bekertje water, waar volgens mij meer dan een kilo druivensuiker inzit. Het prikt overal. De handen lik ik af, maar nog steeds plakken de handen. Ik loop mijn eigen tempo en blijf op zo’n tien tot twintig meter achter Mieke. Het laatste stuk gaat langs de provinciale weg en met de wind weer op kop valt me dat tegen. Dan wordt het een kwestie van moraal, vastbijten en doorzetten. De pijn in bil is inmiddels ook weer van de partij en dat bevalt me veel minder. Nog twee kilometer te gaan en ik begin aan het aftellen. De 20 km gaat in gemiddeld 12km/uur. We steken de weg over en dan nog een klein stukje door een buitenwijk van Vorden op weg naar de finish. Henk, die zijn wedstrijd erop heeft zitten en Irene in zijn kielzog had zitten, doet de high-five en wat later finish ik in 1:43:03. Tevreden praat ik nog even na met de loopmaten en clubgenoten. Na het douchen rijd ik via Almen terug naar Deventer op weg naar koorgezang in de Deventer Schouwburg en nog weer later hoe toepasselijk toost ik met Eddy een glas Kasteelbier blond.
© Albert Broekhoff – Deventer / http://www.daventrialoper.web-log.nl