Het been van Leen

ImageVan het groepje mensen waar ik regelmatig mee train ligt de helft in de lappenmand. Ook bij ander groepjes veel geklaag. Wanneer je dit zo om je heen ziet gebeuren en je zelf ook regelmatig iets hebt ga je toch afvragen of dit het allemaal wel waard is. Zo liepen we te meimeren tijdens de training.

Zo vertelde Leen Dekker dat hij dit jaar in Rotterdam een stuk langzamer dan andere jaren had gelopen, maar ook minder hard getraind had. Dat minder hard trainen had hem verschoond van de nodige blessures.En inderdaad. Daar waar wij allemaal angstig liepen te wachten op het volgende krampje of steekje liep Leen als een jong veulen. Na 5km voegde Eric Hoeve zich bij ons en hij begon gelijk te klagen dat het tempo wel erg hoog lag. "Wij zijn lekker warm gelopen", riep Leen en hup de lijdensweg voor Eric van ruim 8 km ging beginnen. Nog geen kilometer verder verstarde Leen opeens en greep naar zijn been. Hij stond geparkeerd en doorlopen was geen optie. "Ik heb de auto hier vlakbij staan en wil je wel terug brengen", bood Eric, net iets te gretig, aan.

Image

De dag ervoor had Leen al wat gevoeld tijdens de intervaltraining en vandaag een rustig duurloopje zou de zaak weer moeten ontlasten. Een ander woord voor duur is langdurig. Door langdurig belasten ontlasten heeft iets tegenstrijdigs in zich. Ergo, je zou niet moeten belasten als je wilt ontlasten. Maar juist dat regelmatig belasten (trainen) doen we om een stukje gewenning te creëren waardoor na verloop van tijd de belasting wordt ervaren als een stuk ontspanning. We zitten dus met z’n allen in het beroemde cirkeltje.

Mijn favoriete grapje: "Hé Leen, je kunt tandarts worden. Je trekt met je been", kon bij Leen niet veel waardering opbrengen. Gelukkig gaf hij niet, net als zijn kuitspier, een overspannen reactie. Een steekje moet kunnen eens in de zoveel tijd.

© Rinus Groen – Apeldoorn