Bij drie-en-twintig kilometer was het opeens einde verhaal voor ons beiden: Jan Sijtsma en ik. Ons doel een groep op 4.37 per kilometer door de marathon van Enschede te slepen met als einddoel 3.15. Het ging, ondanks de te hoge temperatuur, voorbeeldig. Elke kilometer ging iets te snel, maar we moesten steeds mensen tot de orde roepen en werd druk gebabbeld achter ons.
Op de helft stond er 1.36.02 op de klok en mocht er dus zelfs wat langzamer gelopen worden de tweede helft. Geen vuiltje aan de lucht en toen boem een muur. Geen man met de hamer, maar de grote massa van de halve marathon. Geen doorkomen aan. Wanneer we links bleven lopen was het redelijk te doe,n maar maakte je bij de bochten naar rechts enorm veel meters meer. Ik informeerde eens bij één van de broeders op de halve marathon wat men dacht te lopen. Tussen de 1.35 en 1.40 was het antwoord.
Prachtig! Dus niet twee, maar honderden hazen. We informeerden de groep en hielden het voor gezien bij 23 km. Later bleek dat de eerste de beste verversingspost een drama was geweest. Van de twintig lopers op 23 kilometer waren er bij het 26 kilometerpunt nog maar drie over. Een verbeterpunt noemen we dat.
© Rinus Groen – Apeldoorn