Limburgs Zwaarste, Try-out 30 januari

Bron Henk GeilenLaatst hoorde ik een mooi voorbeeld van goed voorbereid op stap gaan. Een kennis ging met zijn gezin met de auto op vakantie. Uiteraard wilde hij een keurige indruk maken, dus vlak voor zijn vertrek had hij zijn auto heel mooi gepoetst. Ruim voor het geplande vertrektijdstip waren ook alle spullen in de auto geladen.


Toen hij van een welverdiend kopje koffie zat te genieten zag hij dat het weer begon te sneeuwen. Omdat we nu wel sneeuw genoeg gehad hebben en hij niet voor niets uren gepoetst had, was het besluit om de auto nog even in de garage te zetten zo genomen. Eigenlijk was het wel heel erg jammer dat hij vergeten was dat hij ook al zijn mooie fietsen al op het dak van de auto gezet had. Toen hij hieraan door het geluid van metaal op beton aan herinnerd werd was het helaas te laat. Gelukkig was de auto zo mooi gepoetst dat de motorkap als een spiegel functioneerde en hij dus zonder uit te stappen al een eerste indruk van de ravage kon krijgen.

Ik kan mij voorstellen dat de vraag kan ontstaan waarom mij dit verhaal te binnen schoot toen ik een paar regels op papier wil zetten over Limburgs Zwaarste. De reden is dat ik me begon af te vragen wat er in je omgaat als je daar in je auto zit die klem in die garage zit en weet dat er maar één manier is om dat op te lossen. Dat is namelijk weer achteruitrijden, en je weet nu precies tot wat voor een ellende dit zal leiden. Of om het anders te zeggen: je ben ergens aan begonnen, zit er midden in, krijgt een vermoeden wat je nog te wachten staat en weet dat je geen kant meer op kunt. Daarnaast vind ik dit ook een mooi voorbeeld dat heel duidelijk maakt dat een voorbereiding tot in de puntjes niet altijd de garantie geeft dat alles op rolletjes loopt.

Bron Henk Geilen

Laat ik maar eens met de voorbereiding beginnen. Een tijd gelegen had Willem zich laten ontvallen dat hij van plan was om met een kleine groep lopers Limburgs Zwaarste voor te lopen. Uiteraard was mijn reactie daarop kort, krachtig en heel duidelijk:"daar ben ik bij!". Ik kan dan ook niet zeggen dat het telefoontje vrijdagavond laat met de mededeling dat de start zaterdagmorgen om 7.00 was als een complete verrassing kwam. Toch moet Willem een lichte aarzeling bij mij bespeurd hebben want hij bood mij de mogelijkheid om slechts de laatste 60 kilometer te lopen. Als ik al enige aarzeling gehad had om mee te lopen, na die opmerking was die helemaal weg en er was ook geen discussie mogelijk: deze jongen zou om 7 uur klaar staan en de hele afstand gaan lopen.

Ergens stond mij nog bij dat niet alleen de route van LZ vernieuwd was maar ook het startpunt op een nieuwe locatie. Dus heb ik Willem maar even gevraagd waar dat was c.q. hoe ik dat de bereiken kon. De reactie dat dit heel eenvoudig was en de daar op volgende beschrijving met een klein weggetje naar rechts wat je eigenlijk niet ziet was volkomen helder. Kortom ik heb toch maar even een adres op internet opgezocht en in mijn gps geprogrammeerd. Die kende de straat wel maar het huisnummer niet, dus de opmerking over een straatje dat je niet ziet sloeg waarschijnlijk ook nog op een huisnummerbordje. Omdat er ongetwijfeld nog wel ergens en paar niet al te zeer afgetrapte loopschoenen in de garage zou liggen was ik klaar met mijn voorbereiding en kon ik dus met een gerust gevoel een studie van de binnenkant van mijn oogleden gaan maken.

Toen ik, nadat ik ’s morgens vroeg een paar schoenen – die met uitzondering van afgesleten zolen er best redelijk uitzagen – gevonden had stond buiten een kleine verassing op mij te wachten. Het was helemaal wit. Sterker nog het sneeuwde zo hard dat ik het knap vond dat ik zag dat het zo wit was. Niet dat sneeuw nu zo’n verassing was, het had immers de afgelopen periode alleen maar gesneeuwd. Maar de afgelopen twee dagen was eigenlijk alle sneeuw verdwenen. Schijnbaar had moeder natuur haar foutje gemerkt en was alle zeilen bij aan het zetten om dit even recht te zetten. Kortom ik kreeg weer een mooie kans om aan mijn sneeuwschuivertechniek te gaan werken. Uiteraard moest ik voor het zover was eerst nog even richting startpunt zien te geraken. Dit ging buiten verwachting goed.

Een bijkomend voordeel van vroeg over besneeuwde straten rijden is ook dat je ziet of er al auto’s voor je geweest zijn. Bij het straatje waar ik verwacht werd mijn avontuur te beginnen was dit nog niet het geval. De conclusie was in ieder geval dat Willem hier nog niet geweest was. Zo’n conclusie is een mooie basis voor allerlei wetenschappelijke theorieën. Met name ging het er nu om of ik te vroeg of Willem te laat was. Trouwens het idee dat ik in een verkeerd straatje zat is geen moment bij mij opgekomen. Uiteindelijk kun je aan de gehanteerde theorie heel snel aflezen of de bedenker een optimist of een pessimist is. Kortom ik moest wel te vroeg zijn. Hoe het ook zij, na een paar telefoontjes en een klein stukje omrijden kon ik precies op het officiële punt starten.

Ik behoor toch de gelukkigen die alle edities van LZ gelopen hebben en heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat dit een grandioos loopje is. Mooi, zwaar, goed verzorgd en een geweldige sfeer. Dus de ideale combinatie van genieten en het zeker niet voor niets krijgen. Ik heb ook de ontwikkeling mogen mee maken van een handvol lopers tot een zeer respectabel aantal deelnemers. Dit is een van de punten waar ik redelijk dubbel over ben. Enerzijds vind ik dat iedereen die hier zin in heeft gewoon lekker mee moet kunnen lopen. Van de andere kant, de toename van het aantal lopers kan ook ten koste gaan van de sfeer en dus het karakter van een loop. Gelukkig is met name door de tomeloze inzet van Willem, Annemarie en hun vrijwilligers dat nog steeds niet het geval. Ik heb dus, ook al heb ik ieder jaar wel nog een eigen stukje aan het parkoers toegevoegd, de ontwikkeling van het parkoers mogen meemaken, Naar mijn bescheiden mening was dit parkoers af. Er zat voor elk wat wils in. Uiteraard weet je als je een kilometer of 70 gaat draven dat er altijd wel een paar stukjes inzitten die wat minder zijn. Ik denk dat Marc Pappa zou zeggen: "Ge kunt geen fritten maken zonder een patat te doden". Dus was ik meer dan benieuwd wat Willem zich nu weer voor moois bedacht had. En omdat ik dit in alle geuren en kleuren weten wilde had ik ook meteen een mooie smoes om niet als een gek te hoeven lopen.

Het startpunt is in de buurt van Imstenrade, in goed Nederlands de gateway naar het zuidoostelijk stukje van Limburg. Dit is wellicht een minder bekend stukje maar wel heel mooi. Zeker als je van daaruit in zuidelijke richting gaat. Tot mijn verbazing gingen we echter naar het noorden. Of om het anders te zeggen: richting Vrusschemig. Het staat buiten kijf dat je op iedere verjaardag de show steelt als je achteloos kunt laten vallen dat je laatst nog Vrusschemig doorkruist hebt. Toch is dit een stukje oostelijke mijnstreek waar ik niet zo vaak heen ga om te genieten van de omgeving. Tot mijn grote verbazing was het Willem ook hier weer gelukt om een paar paadjes en een verstopte trappenpartij te vinden die ook dit stukje de moeite waard maken. Het was mij volkomen duidelijk waarom hij persé eerst naar deze richting wilde. Strijthagen moest bezocht worden want daar lag de beruchte trappenpartij. Iets wat inderdaad niet ontbreken mocht. Als ik mij niet vergis moest je in de vorige edities een kleine 20 kilometer op dit feest wachten. Nu kreeg je deze traktatie al na een kilometer of 5 voor je kiezen. Dit is een veel beter moment van je bent nog heel erg fit en je komt dan ook in de verleiding om die onnozele 525 trapjes gewoon op te rennen. Ik kan dit iedereen van harte aanbevelen, dan heb je namelijk een garantie dat je de komende 65 kilometer de tijd hebt en aan die stommiteit zult denken.

Ik heb trouwens een foto gemaakt van Willem die naast mij liep. Helaas was het zo hard aan het sneeuwen dat Willem niet op die foto te zien is. Uit voorgaande jaren kon ik mij nog heel goed herinneren dat het pad omlaag een heerlijk rustig omlaag draaiende weg was. Sinds ik nu met Willem gelopen heb weet ik dat ik hier ieder jaar te veel gelopen heb. Er is ook een rotpaadje tussen de struiken en dat is de officiële route. Aan het einde van dit paadje is een stukje waar het een meter of 3 omlaag gaat. Ik moet bekennen dat ik het helemaal niet erg vond dat ik dat de voorgaande edities heb moeten missen. Ik heb trouwens weer een voordeel van sneeuw ten opzichte van modder ontdekt. Als je op je kont omlaag komt wordt je alleen maar nat en helemaal niet vies.

Na 10,2 kilometer waren we weer terug aan de start en tevens bij de eerste verzorgingspost. Omdat dit niet zomaar een wilde loop was maar een echte generale repetitie was deze post er dus ook en kon ik mij nuttig maken met het testen hiervan. Tevens werd door de komst van Wim het aantal lopers met 50 procent verhoogd. De opkomst viel mij wel een beetje tegen want Willem had toch diverse mensen vrijdagavond gebeld met de de mededeling dat zij tot de gelukkigen behoorden die 70 kilometer mochten lopen. Ik denk dat veel lopers te bescheiden zijn om zo’n kadootje aan te nemen. Nu ging het dus het Imstenraderbos in. De Putberg mochten we alleen bekijken en helaas niet op. In plaats daarvan ging het naar de Molsberg. Ik weet dus nu het verschil tussen een molshoop en een molsberg.

Bron Henk Geilen

Niet dat ik toen nog wist waar ik zat, maar het ging via Waalbroek, om zo even een stukje van het miljoenenlijntje mee te nemen. Vervolgens werd er een lusje gemaakt om Baneheide te omzeilen. En toen kwam Platte Boschen inzicht. Ik weet niet waar die naam vandaan komt maar het getuigd wel van gevoel voor humor om deze heuvel plat te noemen. Inmiddels was verzorgingspost twee ook al bereikt. Tussendoor is mij duidelijk geworden dat Willem ook iets geleerd heeft van de parkoersbouwers uit Olne. Want op een gegeven moment gingen we niet meer over een pad maar door een riviertje. Hiermee bedoel ik niet dat we even een riviertje moesten oversteken, neen gewoon een dikke vijfhonderd meter in de stroom van dit riviertje lopen. In maart lijkt mij dat een prima idee om de modder van de schoenen te krijgen. Met deze sneeuw en ijs was dat eigenlijk niet nodig.

Gesterkt kon de volgende uitdaging aanvaard worden. Het ging namelijk letterlijk over de grens van Nederland en Duitsland. Mijn persoonlijke uitdaging was om met één been in Nederland te lopen en met één been in Duitsland. Helaas moest ik na verloop van tijd dit opgeven en gingen we Duitsland in. Met achterlating van Mamelis was het zaak om de Schneeberg te beklimmen. Dit is echt, zeker in de sneeuw, een stuk met waanzinnig mooie vergezichten. Ondertussen had ik ook nog even de kans gehad om weer tegelijkertijd in twee landen te lopen. Trouwens normaal hoort bij het reizen het achterlaten van enige valuata in een Tax-free shop. Die waren hier niet maar je komt wel langs een heel aparte kaasboederij en wellicht is dit een mooie kans om het thuisfront te vergasten op wat Duitse kaasspecialiteiten. Met name de Gouda Käse kan ik aanbevelen.

En toen werd het tijd voor een echte intellectuele uitdaging, waar ik nog steeds niet uit ben dus. Ik liep namelijk weer in Nederland op de viergrenzenweg die kruiste met de drielandenweg. Ik weet dus nog steeds niet hoe je tussen drielanden vier grenzen kunt hebben. Wat ik wel weet is dat er tussen de Schneeberg en de Vaalserberg nog een stevige jongen ligt. Ook weet ik dat ik niet echt soepel loop in een centimeter of 40 sneeuw, maar leuk is het wel. En verzorgingspost 3 was meer dan welkom. Want eerlijk gezegd, het licht begon bij mij een beetje uit te gaan. Maar goed, we waren nog niet in België geweest en Willem kwam volgens zijn berekeningen een kilometer of 4 tekort voor een 70K loopje. Kortom we moesten even naar België om wat kilometers op te halen. Jammer eigenlijk dat het geen 75K loop is want dan hadden we ook nog Cottessen mee kunnen nemen. Het was mij in Duitsland al opgevallen dat je aan de bebouwing heel snel in de gaten had dat je niet meer in Nederland liep, nu merkte je meteen dat je in België was. Voor de goede orde, dat kwam niet alleen door de prijzen voor de benzine bij de tankstations.

Na een stuk door een weiland en een mooie klim in de bossen was rust nummer 4 vrij snel bereikt. Wim nam hier afscheid van ons en ik had het eigenlijk helemaal gehad. Ik weet niet meer of het nu 45 of 47 kilometer waren. Maar ik vond het genoeg. Ik moet toegeven dat het feit dat ik voor het hijgende Hert (Nederland’s enige berghut) stond ook niet echt motiveerde om nog een kilometer of 25 door de sneeuw en kou te gaan ploeteren. Ik had echt moeten werken als een paard om vooruit te komen en ook geen enkel moment mijn ritme kunnen vinden. Maar het echte probleem zat in mijn hoofd. Dus daar moest ook de oplossing vandaan komen. Er woedde een hele strijd in mijn grijze massa. Dominant was het gevoel dat een heel vette mooie marathon op een verdomd zware ondergrond genoeg voor een zaterdagmorgen was. Ook het gevoel van de man die zich, met de beste bedoeling klem gereden heeft was aanwezig. Wat moet je doen? Je hebt je zelf in deze positie gemanoeuvreerd. Ga je door, wetende dat het nog wel even pijn zal doen. Of stap je uit, wetende dat je op dat moment uit je lijden verlost bent maar je waarschijnlijk daarna toch weer spijt zult krijgen. Daarnaast, ik had toch gezegd dat ik de hele loop zou doen en wilde toch zo graag, later als ik groot ben, ultraloper worden. Kortom het was een heel mooie mentale training voor mij aan het worden. Wat de doorslag gegeven heeft weet ik niet, maar ik ben toch doorgegaan. Misschien is dat ook wel een van de hele mooie dingen van deze manier van lopen, je kunt kiezen om jezelf heel goed ervan overtuigen dat het meer dan genoeg is wat je gedaan hebt en dan bij een warme open haard met een goed glas bier en een welgevuld bord gaan zitten of je kunt nog 3 of 4 uurtjes gaan afzien. En toch geeft dat laatste achteraf de meeste voldoening.

Bron Henk Geilen

Kortom ik mocht nog de plaatsjes Rott en Melleschet gaan bezoeken. Daarna volgde een rustpost op de parkeerplaats van een frituur. Ik kwam die parkeerplaats op precies hetzelfde moment ophobbellen als twee, zo te zien, zeer regelmatige bezoekers van de frituur. Op dat moment was ik weer heel tevreden met mijn hobby. Vanaf dat punt kwam in mijn ogen het meest spectaculaire gedeelte van de loop. Het stuk van Nijswiller naar Eys. Veel lopers kennen deze buurt nog wel van de eerdere edities. De lange weg omhoog met de rust bij het bankje. In deze editie heeft Willem echter iets heel anders voor de lopers in petto. De uitzichten zijn werkelijk fenomenaal. Een aantal van mijn 248 foto’s getuigen daarvan. Dit blijft zo zeker omdat de Piepertweg overgeslagen wordt en in plaats daarvan de Eyserbosweg van achter benaderd wordt. Vervolgens mag je niet naar Trintelen maar krijg je een lus met uitzichten die je nog lang bij blijven. Ik was op dat moment meer dan blij dat ik doorgebeten had.

Tevens kreeg ik hier heel mooie herinneringen aan het feit dat ik ruim dertig jaar geleden ook iets aan sport gedaan had. Ik heb namelijk op deze Eyserbosweg deel genomen aan het kampioenschap berglopen. Het was de bedoeling om zo snel mogelijk precies een kilometer bergop te lopen. Ik weet vrijwel zeker dat dit mijn traagste kilometer ooit geweest is. Toch ben ik er nog steeds er trots op dat ik dat toen gepresteerd heb. Ondanks dat ik daarna toch wel in landen gelopen heb waar ze het woord berg meer op zijn plaats is. Ik moest toen namelijk omhoog lopen met een zak zand van precies 100 kilogram in mijn nek. En dat maakt het lopen toch wel wat zwaarder en compenseert als zodanig een tekort aan hoogte meters. Zeker als je dan bedenkt dat je na een meter op 800 zo’n last van je onderrug krijgt en dus de zak laat vallen. Gelukkig bepalen de reglementen dat je op dat moment de zak zelf moet optillen en hulp dus niet toegestaan is. Ik denk dat niemand het nu nog vreemd vindt dat ik daarna 20 jaar lang niets meer aan hardlopen gedaan heb.

Voor mijn gevoel veel te snel was ik bij verzorgingspost 6. Gelukkig kwamen er nog twee stevige klimmetje hierna waarvan de tweede door de weilanden het verdriet dat dit feest teneinde aan het lopen was behoorlijk verzachtte. Tenslotte ging het richting Huls. Vanaf daar is het nog een kilometer of 4 over een weg en een fietspad. Ideaal om het lichaam het gevoel te geven dat je weer terug bent op aarde. Inmiddels was het letterlijk aardedonker geworden en de temperatuur gedaald tot 7 graden onder nul. Omdat ik Willem gevraagd had waar het officiële eindpunt was kan ik dankzij een fenomenale eindsprint op de laatste 5 meter de boeken in gaan als de eerste overwinnaar van Limburgs Zwaarste.

Samenvattend: dit is gewoon een spectaculair mooie loop. Een ieder kan hier iets van zijn gading in vinden. De afstand is 70 kilometers, er zitten een kleine 2.500 meter omhoog en ook weer omlaag in. Je komt in 3 landen. Je wordt 6 keer tot in de puntjes verzorgd en alsof dit niet genoeg is, er zijn ook onderweg nog een paar pleisterplaatsen die de moeite van een pauze waard zijn. De uitzichten zijn soms meer dan spectaculair .

En de zwaarte? Ik ben ondanks mijn optimale voorbereiding en dankzij de winterse omstandigheden finaal naar de filistijnen gegaan maar in Maart zal dit parkoers er heel ander bij liggen en is het heel goed te doen. Dus laten we maar stoppen met de naam Limburgs Zwaartse en het gewoon noemen zoals het is: Limburgs Allermooiste.

© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/