Ooit liep ik mijn eerste marathon. Ik dacht dat het gewoon twee keer een halve was en door gewoon iets rustiger te lopen het allemaal wel te doen moest zijn. Een beginnersfout zullen we maar zeggen. Bij het toneelstukje Hans en Grietje ontdekte ik hoe je op jonge leeftijd spontaan een ultraloper kunt worden.
Bij het hoofdstuk waarin pa en ma hun kroost diep het bos in brengen om ze daar te dumpen werd op het toneel een flinke wandeling nagebootst door de houthakkersfamilie. De wandeling moest stoppen wanneer pa de verlossende woorden zou uitspreken: "Laten we hier een kampvuur maken en uitrusten". Pa was zich hier echter niet bewust van en marcheerde stoïcijns door. Toen het publiek wat begon te roezemoezen fluisterde Grietje dat pa zijn tekst moest zeggen. Arme pa was echter haar tekst vergeten en zo liepen ze gedwee verder.
Ook moeder siste haar man toe dat hij wat moest zeggen. Geen reactie. Je zag Hans denken: "Ik word nooit vader. Wat een ellende." Zoals in elk normaal gezin nam ma resoluut de teugels over en zei: "Laten we hier een kampvuur maken en uitrusten". Hans en Grietje hielpen bij het vuur maken en gingen slapen, waarna pa en ma stiekem vertrokken.
Na afloop hoorde ik dat er een hoofdstuk vergeten was tijdens de uitvoering. Persoonlijk had ik niets gemist in het klassieke verhaal. Wellicht dat het terug naar huis wandelen van pa en ma niet in beeld was gebracht. Het publiek leek er niet rouwig om.
© Rinus Groen – Apeldoorn