Op Nieuwsjaarsdag rende ik naar mijn ouders, acht kilometer verderop. Een leuke route, die ik niet zo vaak loop, omdat er nergens een restaurant te bekennen is. Maar nu wist ik mijn uithuizige ouders thuis, en was ik van plan bij hen koffie te drinken. Ik genoot van zo’n frisse route, en rende monter over de weg die ik als kind zo vaak naar school had gefietst.
De weg naar mijn ouders slingert door de Slangenburg, en toen ik halverwege dit bos was, passeerde mij een busje. Ik besteedde er geen aandacht aan, maar toen kwam plotseling het busje terug. ‘Hm, een beetje raar,’ dacht ik, maar het werd pas echt raar toen het busje afremde en bij mij stopte. In gedachten nam ik afscheid van mijn dierbare familie, vrienden en vage kennissen. ‘Dit is het dan,’ dacht ik bij mezelf. ‘Ik word ontvoerd!’
Een keurige, oudere mijnheer, in zwart pak boog zich naar me toe. Op veilige afstand wierp ik hem een wantrouwige blik toe, want ik verwachtte natuurlijk nog steeds dat hij me in zijn busje zou trekken. ‘Excuus dat ik u stoor tijdens het rennen,’ verklaarde het heerschap, ‘maar is hier in de buurt ergens een klein kerkje?!’ Vanaf veilige afstand antwoordde ik: ‘Ja hoor, u gaat weer terug, en dan is het meteen aan uw linkerhand.’ De mijnheer lichtte een denkbeeldige hoed, en toen gingen we ieder ons weegs.
Even later kwam de mijnheer in het busje mij weer achterop, nadat hij gekeerd had. Hij wuifde vriendelijk, maar ik was toch blij dat hij me passeerde. Ted Bundy zag er tenslotte ook heel vriendelijk en netjes uit! Toen ik het kerkje passeerde zag ik het busje staan, en de mijnheer in de deuropening van de kerk. Achteraf zou het me niks verbazen als hij de dominee was.
Hoe voorzichtig moet je zijn als lopende vrouw? Ren jij in je eentje over bospaadjes over verlaten wegen?
© Nicole Orriëns / http://www.moedershomerun.blogspot.com/