19 december. Op mijn verlanglijstje stond al lang een Decke Tönnes loop in de sneeuw. Ook al is aanmelden voor dit loopje niet nodig, toch had ik aan organisator Andreas even een mailtje gestuurd waarin ik hem vertelde dat ik weer van de partij zou zijn, tevens had ik van de gelegenheid gebruikt gemaakt om hem erop te attenderen dat hij de sneeuw dus kon bestellen.
Toen ik voor de achtste keer door dat mooie stukje Eifel aan het ploegen was moest ik aan dit mailtje denken en aan sprookjes waarin iemand een fee tegen komt die hem een wens laat doen, die vervolgens letterlijk uitkomt. Sinds ik een baan in Den Haag heb probeer ik mij er steeds van te overtuigen dat de voordelen van het wonen in het mooie Zuiden ruim opwegen tegen een iets langere woon-werk reis iedere dag. Dit zou dus de tweede keer moeten zijn dat ik in dit verslag het woord sprookje gebruik. Wat wel buiten kijf staat is dat ik relatief dicht in de buurt van de Eifel en Ardennen woon. Dus hoefde ik pas om 9:00 te vertrekken om ruim op tijd aan de start te verschijnen. Als compensatie voor het feit dat er even geen K en C loopjes meer gepland zijn mocht ik Els, Lianne, Martin en Jean-Pierre meenemen. Kortom het was al vanaf 9:00 beregezellig.
Het was een zeer voorspoedig ritje. Ik zag bij ons vertrek dat het -10 graden was. Maar een goedgevulde auto en op volle toren draaiende verwarming gaven ons niet de indruk dat het koud was. Zeker als je naar buiten keek en je de strak blauwe lucht zag, zag het er geweldig uit. De sneeuw die langs de weg lag versterkte deze indruk alleen maar. In Euskirchen aangekomen was de buiten-temperatuur – 14 graden. Mooi is te constateren dat mijn hersens schijnbaar ervan uitgaan dat als er hogere cijfers staan het ook beter is. En wie zeurt nu over zo’n onnozel streepje dat voor dit cijfer staat. Toen ik echter uit de lekker warme auto stapte begreep ik onmiddellijk wat dat mintekentje betekende.
Gelukkig ben ik een ervaren loper en op alles voorbereid. Dus zeer routineus toverde ik twee handschoenen uit mijn sporttas. En ook hier was iets sprookjesachtigs aan de hand, iemand of iets had mijn handschoenen omgetoverd in 2 linker handschoenen. Het is weliswaar een publiek geheim dat ik twee linker handen heb maar dit had echt niet gehoeven. Flexibel als ik ben heb ik nog geprobeerd om dan maar een linkerhandschoen aan mijn rechterhand te doen. Dit ging echt niet. Bovendien geloof ik dat mijn zoon het ook niet echt leuk gevonden had als ik door was gegaan om tegen beter weten in zijn handschoen aan te trekken. Ik was heel erg blij dat Martin aanwezig was, want hij is aannemer en die mannen toveren ieder probleem weg. Hij had een reserve paar handschoenen meegenomen en heeft een formaat handen die metseltroffels overbodig maken. Kortom, niets stond een geweldig loopavontuur in de weg.
Zoals reeds geschreven: het was koud en er lag een stevig pak sneeuw. Ik wist ook dat op onze weg naar boven naar de Decke de dikte van het sneeuw-pak zou toenemen en de temperatuur zou dalen. Maar als je maar eenmaal aan het lopen bent en lopen blijft hoef je daar niet veel last van te hebben. En dit was precies waar ik om gevraagd had. We waren met ik dacht een stuk of 16 lopers in de 11:00 uur groep; om 10:00 uur waren onder de bezielende leiding van Willem en Heinz ook een stuk of 10 lopers vertrokken. Als het goed is zwerven er ergens over het internet verslagen over mijn 7 eerdere deelnames aan dit loopje rond, dus hoef ik hier niet veel meer over te vertellen. Alleen in de sneeuw is het toch wel heel erg mooi. Je loopt echt in een kerstkaart. Kortom de kans om een hele geheugenkaart vol te knallen met foto’s. Zij het dat het aanzetten van een camera met temperaturen onder -15 graden een uitdaging is. Met handschoenen die stijf bevroren zijn en waarin een hand met een spalk zit is dit echter een uitdaging die ik niet opgelost krijg. Het is mij dan ook een volkomen raadsel hoe het mij gelukt is om toch nog 23 foto’s te maken.
Het was ondanks de kou weer een echt feest. Toch merkte ik dat Lianne het moeilijk had. Geen probleem, iedereen heeft recht op een mindere dag. In overleg met Andreas besloot ik dan ook bij Lianne te blijven zodat de rest van de groep in zijn eigen tempo door kon gaan. Gezien haar onervarenheid met dit soort ondergrond hebben wij besloten om de laatste lange stijging (een kilomter of 4) tot de Decke Tönnes maar te wandelen. Helaas betekende dat voor mij dat mijn hartslag bijna in de buurt van mijn rusthartslag begon te komen en dat is echt niet zo hoog meer. Op zich prima natuurlijk omdat ik zo ook mijn energie verbruik heel erg terugschroefde. En dat kwam heel goed uit want verzorging was er in principe niet. Het flesje sportdrank dat ik bij mij had was door dezelfde toverfee die mijn handschoenen bewerkt had omgetoverd in een ijsje. En ook al ben ik een grote ijsconsument, bij dergelijke temperaturen heb ik absoluut geen zin in ijs.
Boven bij de Tönnes waren de lopers allemaal al door. Gezien de kou heel verstandig. Gisela, de echtgenote van Andreas, stond met de auto klaar en kon dus mooi Lianne meenemen. Ook Andreas was er. Hij had wat trainingsachterstand en had van te voren al aan gegeven dat hij er op dat punt zou uitstappen. Ik zelf had lichte bevriezingsverschijnselen aan mijn handen opgelopen. Ik ging dus bijna letterlijk door de grond van de pijn. Het was zo erg dat ik er zelfs over gedacht heb om uit te stappen. Gelukkig werd mij die moeilijke beslissing uit handen genomen. Ik zag op eens Els en Jean-Pierre aan komen lopen.
Dit is een groepsloop in een heel uitgestrekt bosgebied. Er is in dat gebied geen bewoning o.i.d.. Orientatiepunten, routemarkeringen e.d. zijn er niet. Dan ben je dus als voorloper er verantwoordelijk voor dat je de lopers terug brengt. Zeker bij zo’n extreem weer! Andreas heeft er voor gezorgd dat er een andere ervaren voorloper was die de groep van de Decke verder bracht, maar bij de overdracht is er iets niet helemaal goed gegaan. Ik was dus heel blij dat ik net boven kwam toen Els en Jean-Pierre terugkwamen. Ik moet er niet aandenken wat er had kunnen gebeuren als er toen niemand meer geweest was.
Het positieve van dit alles is dat ik dus toch niet heb hoeven beslissen om uit te stappen. Daarnaast heb ik nog wat te vertellen: Els heeft op ultraned een heel mooi verslag over dit loopje gezet. Hierin vertelt zij ik dat ik ontzettend veel pijn aan mijn handen had omdat ik met een te laag tempo bergop heb moeten lopen. Meteen nadat dit verslag op het net stond kreeg ik een mail met de vraag wat er aan de hand was, of ik misschien op mijn handen berg op gelopen had. Het doet mij goed dat er mensen zijn die mij tot een dergelijke krachttoer in staat achten.
Door het feit dat ik weer kon rennen en wellicht met een beetje hulp van de adrenaline heeft het maar anderhalf uur geduurd voor ik weer gevoel in mijn handen had. Alhoewel dit niet correct geformuleerd is. Geen pijn meer is een betere omschrijving. Ondanks het gebrek aan orientatiepunten en het feit dat ik geen held ben in het vinden van routes lukte het mij heel prima om Els en JP de rest van de DT route te tonen. Rond kilometer 35 maakte ik een kleine fout doordat ik in een bosje een pad te vroeg in sloeg. Eigenlijk had ik dit meteen in de gaten maar onzeker als ik ben heb ik dit paadje toch maar een dikke kilometer in gelopen voordat ik de beslissing durfde te nemen om terug te lopen. Als ik dit niet gedaan had waren we veel te snel terug geweest om van een prachtige zonsondergang te genieten.
Achteraf kan ik best weer lachen om de communicatie storing. Het is in ieder geval weer een gedenkwaardig loopje geweest. Wel heb ik besloten dat ik er voor dit jaar mee ophoud. Ik weet ook wel dat 67 loopjes (4 marathons en 63 ultra’s) niet echt een reden is om even pauze te nemen. Maar ik vind het gewoon te koud. En Reinier Paping zal best gelijk hebben als hij zegt: "kou zit tussen je oren dus je kunt maar beter iets warms opzetten." Ik denk dat ik ook nog een paar handschoenen nodig heb. En met een paar wordt niet bedoeld twee linker handschoenen.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/