Deze zin kom je regelmatig tegen als het over lange afstandlopen gaat. Toch kan ik mij hier niet in vinden. Tijdens de trainingen was ik constant met mijn geest bezig en probeerde ik vaak oplossingen te vinden voor allerlei problemen. Thuisgekomen schreef ik mijn oplossing gelijk op. Die problemen konden van allerlei aard zijn: moeilijke reparaties aan onze boot, klusjes thuis of welke wedstrijd te lopen.
Ook wel over een beslissing die ik moest nemen op financieel gebied: wel een nieuwe auto of toch nog een jaar wachten en welke dan? Maar ook de gelopen tussentijden op het trainingsparcours werden natuurlijk regelmatig gecontroleerd, dus van het verstand op nul klopt niets. Dit betreffende het geestelijk vermogen, maar nu over de blik op oneindig. Nou daar klopt ook niets van. Ik genoot van de afwisselende natuur en voeg er meteen aan toe dat, hoe leuk het ook is om met meerdere lopers te zijn, ik eenmaal thuisgekomen vond dat de echte training compleet aan mij voorbij gegaan was. Wel gelachen en gepraat, maar verder niet kunnen genieten van de rust van mijn eigen gedachten en de omgeving. Nee, dat was heel anders als je alleen liep. Ik zag werkelijk alles. Ook tijdens wedstrijden en dan doel ik niet alleen op de opwaaiende rokjes van dames op de fiets in het voorjaar.
Hier volgt een verhaal over een van de vogels die ik van een wisse dood heb kunnen redden. Tijdens mijn 15 minuten oefeningen die ik altijd deed voordat ik aan een interval schema begon zag ik een hele jonge kauw, die wankelend in de gortdroge grond aan het pikken was. Het had al weken niet geregend en de vogel was er slecht aan toe. Het had twee dagen ervoor gestormd met windkracht 10 en waarschijnlijk was hij of zij zijn ouders kwijtgeraakt of uit het nest gewaaid. Het beestje kon duidelijk nog niet voor zichzelf zorgen en ook nog niet vliegen. Ik kon hem zo oppakken en ben vervolgens in een rustig drafje naar huis gelopen. De vogel had ik in mijn half open trainingsjack gestopt waar hij heel rustig bleef zitten. Thuis gekomen heb ik een kartonnen doos omgetoverd tot kooi en in de bijkeuken gezet. Mijn vrouw was al aan de slag gegaan om voedsel te vergaren. Het was mei, dus volop vette bladluizen in onze rozentakken. Daarnaast moest ik wurmen spitten en in kleine stukjes maken. Dit werd door mijn vrouw Anke met een pincet toegediend hetgeen prima lukte daar Willy, zo inmiddels door mijn kinderen genoemd, verrekte van de honger.
De kauw knapte binnen een paar dagen zienderogen op en huppelde en sprong rond in onze tuin. Vliegen ging nog niet. Na twee weken was Willy al goed aangesterkt door haar lievelingseten: roggebrood, stukjes spaghetti, bladluizen en wurmen. Na weer wat te hebben rondgehuppeld in de tuin weg vloog Willy weg. Wij opgelucht. De kinderen verdrietig. Na een rondje om ons huis kwam Willy keurig terug en landde op de schouder van Anke. De kinderen blij. Wij iets minder. We hadden gehoopt dat Willy familieleden zou gaan opzoeken, maar dat bleken wij inmiddels te zijn .
Twee maanden was onze vogel nu al een gezellige huisvogel en zelfs als mijn vrouw de was op hing in de tuin, en dat was vaak en met drie kinderen en een aan hardlopen verslaafde echtgenoot. Ze was nooit alleen. Willy zat op haar hoofd of schouder zolang ze in de tuin was. Toch begonnen we ons zorgen te maken. De bouwvakantie stond voor de deur en wat moest Willy als wij drie weken met onze zeilboot het ruime sop kozen. Of het zo moest zijn kwam de natuur ons een handje helpen. Drie dagen voor de vakantie kwam een enorme onweersbui en een grote groep kauwen vloog luid krijsend over ons dorp. Daar waar we op hoopte gebeurde. Willy vloog naar de groep toe en sloot spontaan aan. Mijn vrouw en ik blij, maar de kinderen in tranen achterlatend.
Hierbij is het verhaaltje bijna afgelopen het is niet zozeer een hardloopverhaal, maar mijn bedoeling was te laten zien dat het gezegde blik op oneindig en verstand op nul flauwekul is. Althans bij mij. In het nieuwe voorjaar na dit gebeuren, dus zeven maanden later, zag mijn vrouw een kauw lange tijd op het dak van de buren tegenover ons huis zitten te kijken naar onze tuin. Het zal toch niet waar zijn dacht ze, maar probeerde het toch. Ze riep Willy. De vogel vloog onmiddellijk naar haar toe en landde bijna op haar schouder, maar maakte toch een doorstart en vloog weg. We hebben Willy daarna nooit meer gezien. Het was net alsof het met een afscheid werd afgesloten.
Een volgende keer een vervolg op dit verhaal over het helpen van drie geheel verschillende andere vogels. Zelfs nog een verhaal waarin ik een vis een tweede kans kon geven. Toch kan ik niet altijd helpen, ter illustratie de video Pechvogel van de Staalkade. Een zeer slecht uitziende kraai, die ondanks zijn hier vertoonde slimheid geen schijn van kans heeft om ook maar iets van voedsel tot zich te nemen en ten dode is opgeschreven. Jammer genoeg mislukte al mijn pogingen om hem te vangen.
© Joop Keizer – http://www.joopkeizer.com/