Dag 2 Ardeonaig – Callander. Als je in een land bivakkeert waar ze een andere taal dan je moerstaal spreken duurt het altijd een paar dagen tot je je in die taal wat gemakkelijker voelt. Toen ik op mijn tweede dag in Schotland bij de B&B aan de ontbijttafel aanschoof was is even heel verbaasd dat ik zo makkelijk met de eigenaren praten kon.
(Note Redactie Loopkrant.nl: Loch Ness Ultra Run. Dit alles door de ogen van Henk Geilen in vijf afzonderlijke verhalen vastgelegd en verspreid over drie dagen afzonderlijk te lezen op Loopkrant.nl. Hierbij het tweede deel van deze bijzondere loopervaring)
Toen ik mij realiseerde dat zij Nederlanders waren die hier pas een paar maanden zaten begreep ik opeens hoe dat kon. En als ze me niet verteld hadden dat ze pas een paar maanden in de horeca zaten, dan had ik dat toch wel gemerkt aan de manier waarop zij het ontbijt georganiseerd hadden. ´s Avonds moesten wij een formulier invullen om aan te geven wat wij wilden ontbijten. Tevens kregen wij een tafelnummer toegekend. De volgende ochtend werden wij geacht om in volgorde van het tafelnummer de ontbijtruimte te betreden. Vervolgens werd ieder ontbijt apart klaargemaakt. Op zich is dit een strakke manier van organiseren. Of het de meest efficiënte methode is om een bed & breakfast met 12 gasten te runnen, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat je zo heel lang met een ontbijt bezig kunt zijn.
Uiteindelijk zijn we weer naar het punt gebracht waar we gisteren gestopt waren. Onze eerste verzorgingspost was vlak voor onze overnachtingsplaats. Mijn voornemens voor die dag waren: a. deze post niet missen en b. niet lopen via de mooie weg waarlangs de camper ons naar de start gebracht had. Zodoende ben ik samen met Martin het eerste beste pad, dat voor mijn gevoel de goed richting in ging, ingedoken. Uiteindelijk heeft dit er in geresulteerd dat wij een werkelijk grandioos stukje gelopen hebben. Een pad was er na verloop van tijd niet meer. Wel waren er struiken, modder, stenen, bergkammen, ruines, prikkeldraad, moerassen, riviertjes en afgronden. Kortom alles wat je op en zondagmorgen nodig hebt. Doelstelling b. was dan ook ruimschoots gehaald. En ook doelstelling a. Ook al kwamen wij pas op het moment dat de andere lopers al besloten hadden om weer te vertrekken pas bij de post. Nadat wij daar ondanks de stevige regen hebben genoten van de Falls of Dochart ging het volgende stuk van deze etappe in. Gisteren had Lianne die in training was voor haar eerste halve marathon al een flink stuk van de etappe met ons meegelopen. Schijnbaar hadden wij ons goed gedragen, want ook nu ging zij weer met ons mee. En of het er aan lag dat wij als echte mannen niet wilden laten kennen weet ik niet maar de volgende 18 kilometer liepen wij behoorlijk stevig door. De volgende verzorgingspost was gepland op de plek waar Willem besloten had dat wij officieel van de route zouden afwijken. Als wij op dat puntje een extra lusje zouden inlassen zouden we namelijk langs het graf van Rob Roy komen.
Dankzij mijn capriolen van de voorafgaande dag was ik door de organisatie voorzien van een officiële route kaart. Hierop had ik gezien dat het afgesproken punt heel goed herkenbaar was. Dus toen ik een groot bord zag dat aangaf dat daar de weg naar het graf was, was ik héél trots dat ik op dit stuk de route foutloos had gevolgd. Door het volgen van het officiële bord, dat uiteraard neergezet was voor automobilisten, heb ik even een klein stukje autosnelweg gelopen. Maar dat telt niet en is trouwens ook heel goed om je reflexen te trainen. Dus toen besloten werd dat gezien de tijd en het slechte weer afgezien werd van het bezoekje aan het graf had ik toch mijn uitdaging voor die dag gehad. Dacht ik……
Na de post ging het via een redelijk onlogisch bocht stevig berg op. Vervolgens een hele tijd rechtdoor, dan moesten we rechts af een drukke weg oversteken en via een brug een meer over en dan langs de andere kant van het meer lopen. Om eventuele foutloperij te voorkomen zijn we met de hele groep bij elkaar gebleven tot dat we op de rechtdoor weg zaten. Toen hebben we met vier volwassene lopers ons tempo behoorlijk verhoogd. Bij deze eerste gelegenheid zijn we rechtsaf geslagen. Uiteraard was dat een groepsbeslissing. Conform de verwachting kwamen we aan een drukke weg aan het meer. Alleen de beloofde brug was er even niet. Dus hebben we de conclusie getrokken dat we te vroeg naar rechts gegaan waren en zijn dus maar even een stukje doorgelopen langs de drukke weg. Om een lang verhaal kort te maken. Achteraf bleek dat we de brug allang voorbij waren. Uiteindelijk hebben we besloten om dan maar langs de drukke autoweg te lopen tot we een mogelijkheid hadden om aan de andere oever van het meer te komen. Dat bleek uiteindelijk pas aan het einde van het meer te kunnen. Om het genot van aan het einde van een zondagmiddag langs de enige doorgaande en drukke weg in slecht weer te mogen lopen zijn schuttingwoorden uitgevonden. Door deze actie heb ik het predicaat verdient dat ik de loper ben die bij voorkeur over de autosnel weg loopt. Dit is echter te veel eer voor een man en die titel wil ik ook graag delen met de andere lopers die bij mij waren. Sterker nog, toen ik hoorde dat ook de rest van de lopers die dag datzelfde stuk gelopen hadden voelde ik mij echt bezwaard om deze titel helemaal voor mij alleen op te eisen.
Toen wij het einde van het meer bereikt hadden konden wij de aanval op de laatste 5 kilometer voor die dag beginnen. Dit mochten we weer op een mooi pad langs een riviertje doen. Ik had gezien dat er een heel mooi logo voor de Rob Roy Way ontworpen was. Hellaas had ik dit logo de eerste twee dagen nog nergens kunnen ontdekken. In het centrum van onze etappeplaats Callander was ook het Rob Roy visitor center. Hier stonden tot mijn geruststelling ontelbaar vele bordjes met het symbool en voor het geval iemand die over het hoofd had gezien hingen er ook nog heel grote vlaggen. Kortom we zaten nog steeds goed. En dat ze in dit stukje van Schotland erg voorzichtig zijn bleek ’s avonds toen ik even van mij hotelkamer naar de camper gegaan was terwijl ik voor de veiligheid de sleutel op de kamer had laten liggen.
Dag 3 Callander- Drymen
Vandaag gaat Willem Ultra/Marathon nummer 1.000 lopen. De planning is om eerst het resterende stukje van de Rob Roy te lopen ( circa 38 kilometer) en dan aansluitend de eerste 20 kilometer van de West Highland Way. Mijn doelstelling voor vandaag is bij Willem te blijven. Ik wilde immers geen minuut van dit feestje missen.
Het eerste stukje tot een plaatsje met een mooie Schotse naam die ik ongeveer weet was over een soort fietspad. Om toch een beetje mijn ritme te vinden liep ik steeds tot het volgende kruispunt en wachtte daar op de groep. Op een gegeven moment zag ik een bordje dat aangaf dat het nog via het fietspad nog 10 miles naar onze etappe plaats was. Tevens stond er dat er ook een weg via een bergpas naar die plaats was. Dus was het tijd voor overleg. Het koste Willem niet veel moeite om mij er van te overtuigen dat "boven over" veel mooier was. En dit was ook werkelijk weer een schitterend stukje. Er waren mooie felle klimmetjes en prachtige meren. Het verschil met het officiële pad was wel dat hier regelmatig punten waren waar echt overleg over de te kiezen richting nodig was. Maar dat werkte prima; ik ging lekker door en wachtte dan en als groep besloten we welke richting we kozen. Op een gegeven moment ging het nog een keer flink omhoog en werd het een prachtige slingerende weg. Soms ging hij door donkere bossen en aangezien er geen afslagen en dergelijke waren kon ik heerlijk door blijven gaan. Ik vond het geweldig. Nergens een mens in de buurt en alleen maar indrukwekkende natuur. Zingend dieselde ik daar rond. De opmerking over geen mens in de buurt is trouwens niet helemaal correct. Ik zag twee houthakkers aan het werk. Heel indrukwekkende en letterlijk kleurrijke figuren. Tevens had ik de indruk dat zij erg met de schaarse grondstoffen begaan waren, want zo te zien droegen ze hun versleten gereedschap als sierraden in hun neus, oren en andere lichaamsdelen.
Toen ik een behoorlijk stuk gelopen gehad moest ik even stoppen om een plasje te plegen. Toen ik mij van die taak gekweten had zag ik dat de houthakkers met hun offroad truck achter mij aankwamen. Ik kreeg niet de indruk dat ze dit deden om mij een stukje wc-papier te brengen. Optimistisch als ik ben dacht ik dat zij misschien verderop moesten zijn dus ben ik netjes aan de kant gegaan. Maar toen ze bij mij kwamen stopten zij. In een heerlijk onverstaanbaar taaltje begonnen zij mij uit te leggen dat ik daar niet verder kon. Uiteraard begon ik hun uit te leggen dat ik de afgelopen dagen ervaren had dat ik niet persé een stukje autobaan nodig had om ergens te komen. Toen begonnen zij mij uit te leggen dat de plaats waar ik naar toe wilde helemaal de andere kant uit was. Ook vertelden zij dat ik inmiddels in de jachtgebieden van de Denen en Nederlanders beland was en dat die op alles schoten wat bewoog. Dus de kans dat mij de kogels om de oren zouden vliegen was volgens hun heel makkelijk te berekenen. Hierbij gebruikten zij nog een aantal hele mooie bijvoeglijke naamwoorden. Kortom meer dan genoeg argumenten om toch rechtsomkeer te maken. Ze hadden mij tevens uitgelegd hoe ik moest lopen en vertelden dat ze ook mijn maten de goede weg gewezen hadden. Het kwam er op neer dat ik in de buurt van een meertje een paadje in moest. Ik vond het heel aardig dat die mannen zich de moeite genomen hadden om mij te volgen en te behouden voor foutloperij. Maar ook vroeg ik mij een klein beetje af of zij niet bezig waren om hun vervelling te doorbreken met een ouderwets potje buitenlandertje pesten. Toen ik bemerkte dat zij weer gekeerd hadden en achter mij aanreden werd ik er niet echt geruster op. Toen zij naast mij kwamen rijden heb ik hun mijn aller-charmantste glimlach geschonken en heel vriendelijk bedankt voor de moeite. Ik dacht als ze mij in het ravijn donderden kan ik ze zo misschien nog een heel klein schuldcomplexje bezorgen.
Toen ik weer bij het meer kwam zag ik ze staan. Ik maak best veel foto’s onderweg. Hierbij probeer ik alles dat ik mooi of opvallend vind vast te leggen. Maar het plaatje wat ik toen zag durfde ik niet vast te leggen. Twee stoere kerels vol tatoeages en piercings stonden met een kettingzaag in hun hand allerlei gebaren naar mij te maken. Als dat plaatje op de hoes van een video gestaan had dan had ik zeker geweten dat deze film binnen een week in bak van dvd’s voor een euro zou liggen. De mannen probeerden mij duidelijk te maken dat daar het paadjes was waar ik in moest. Ook al kon ik absoluut niets ontdekken wat op een paadje leek toch ben ik daar het struikgewas in gedoken. Na verloop van tijd leek het inderdaad op een rudimentair paadje. Op dat moment realiseerde ik mij dat ik twee dingen geleerd had. De Rob Roy bestond wel degelijk maar was absoluut niet te ontdekken. En, wat nog veel belangrijker is, je mag absoluut niemand beoordelen op zijn uiterlijk. Die twee mannen hebben zich alle moeite gedaan om te zorgen dat ik weer op de goede weg kwam en het enige waar ik aan denken kon was wat mijn vrouw zou doen met mijn schamele erfenis en of ik met mijn loopschoenen aan begraven zou willen worden.
Inmiddels zat ik dus op een schitterend pad. Tussen de varens, door beekjes en over stenen. Prachtig mooi maar spiegelglad. En regenen deed het ook nog. Dus werd mijn zicht ook steeds minder. Ik wilde graag naar de rest van de groep . Ik schatte dat zij een paar kilometer voor mij zaten. Maar gezien de ondergrond kon ik amper snelheid maken en zag het er niet naar uit dat ik hun kon inhalen. Na verloop van tijd zag ik dat de wildernis ophield en nadat ik over een hek geklommen was zag ik een viersprong. De vraag was dus waar ik naar toe moest. Puur op gevoel ben ik rechtdoor gegaan. Tot mijn grote verbazing zag ik daar voor de eerste keer sinds 120 kilometer een bordje ven de Rob Roy Way. Later hoorde ik trouwens dat Willem dit bordje ook ontdekt had en toen heel enthousiast geroepen heeft: "zien jullie wel; we hebben de hele tijd goed gelopen!"
Maar ook dit bordje stond weer vlak voor een viersprong. Omdat mij dat de vorige keer goed bevallen was en er tevens een wegwijzer richting parkeerplaats stond ben ik weer rechtdoor gegaan. Na de parkeerplaats kwam er een t-splitsing met een grote weg. Dus 50 procent kans. Na een paar kilometer zag ik op een parkeerplaats een bus geparkeerd staan. Hierin zat de chauffeur te pauzeren met een groot stuk chocolade. Aan hem heb ik gevraagd of die de weg naar Aberfeldy was. Aan zijn blik zag ik al dat de kans om fout te lopen van 50 naar 100 procent gegaan was. Vervolgens legde hij mij uit dat Aberfeldy een kleine 100 kilometer verder oplag. Ik werd op dat moment heel erg trots op mij zelf. Verlopen kan iedereen maar 100 kilometer verlopen op een stukje van 15 kilometer is een absolute topprestatie. Toen realiseerde ik mij dat Aberfeldy de plaats was die we de eerste dag gemist hadden en dat we nu op weg moesten naar Aberfoil. Dat was maar een mijltje of 5 terug. Vervolgens ben ik maar als een gek gaan knallen omdat in de veronderstelling was dat de rest allang door was. Toen ik bij de camper kwam was ik dan ook heel verbaasd dat ik de eerste was. De rest bleek achteraf de viersprong niet rechtdoor gegaan te zijn.
Nadat we herenigd waren en de inwendige mens versterkt was konden we het laatste stukje van Rob Roy gaan doen. Tot mijn grote verbazing waren de laatste 10 miles wel gemarkeerd. Alleen was de markering van "onder naar boven" terwijl wij van "boven naar onder" liepen. Dit had men mij van te voren al verteld en uiteraard had ik hierbij heel wijs mijn hoofd geschud. Maar ik had geen flauw idee waar nu het probleem zat. Bij het eerste kruispunt begreep ik het wel. Als je op een kruispunt komt staat het boordje op de weg waar je naar toe moet. Kom je nu van de andere kant dan sta je bij een boordje en zie je alleen een kruispunt en heb je dus geen flauw idee waar je heen moet. Uiteindelijk was het zoeken van de juiste route ook wel een van de charmes en zijn we toch in Drymen bij de camper beland.
Op dat moment hadden we ruim 44 kilometer gelopen. Door het avontuur in de bergen was de dag weer voor een groot stuk voorbij. En aangezien we ’s avonds nog een feestje te vieren hadden besloten we dat het genoeg was voor die dag. Dus kon de champagne open en kon Willem gefeliciteerd worden.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/