10 oktober. Mij valt op dat er een hoop dingen zijn die je jaren later nog tot in de kleinste details kunt herinneren. Gelukkig zijn dit meestal heel belangrijke dingen. Zo kan ik mij tot in het kleinste detail de eerste ontmoeting met mijn echtgenote en de geboorte van mijn kinderen herinneren. Vreemd genoeg kan ik mij ook de details van mijn eerste ultraloop herinneren.
Normaal zou ik hier meteen een kwinkslag in de trant van:"dat was ook geen kunst: want het was maar 44,5 kilometer", aan toevoegen. Dat is echter onzin, want ik kan mij met name nog alles van vóór de start herinneren. De kantine van de voetbalclub, precies de kleding die iedere loper aanhad, zelfs het aantal beschuiten met muisjes waarop getrakteerd werd. Het is eigenlijk best wel beangstigend dat dit soort zinloze informatie nog steeds in mijn hoofd zit terwijl ik regelmatig belangrijke afspraken vergeet. Gelukkig kan ik mij niet het precieze aantal muisjes herinneren dat op die beschuiten zat. Dus waarschijnlijk is er nog hoop voor mij.
Wat ik mij ook heel goed herinner is dat daar een loper stond die behoorlijk aanwezig was. Dat kwam enerzijds door zijn hele verschijning, kilootje of 100, 195 centimeter lang en een markant hoofd, maar ook door wat hij daar stond te vertellen. Hij stond daar een hele becijfering te maken over de afstand die hij met een snelheid van 12 km/h moest rennen om vervolgens de rest van de wedstrijd binnen de maximale tijd te kunnen wándelen. De berekening kon ik volgen, het waarom hiervan echter niet. Sterker nog ik had meteen mijn oordeel klaar, en terecht; je komt om te lopen dat wil zeggen: verstand op oneindig en zo snel mogelijk zorgen dat je aan de finish bent.
Tijdens het lopen zag ik hem inderdaad wandelen. Dat wandelen ging trouwens wel erg hard. Bovendien verbaasde het mij dat hij onderweg continu foto’s aan het maken was. Toen ik later de uitslag kreeg zag ik dat hij het loopje precies in de beschikbare tijd gedaan had. Bij mijn volgende ultraloop kwam ik weer diezelfde kerel tegen, sterker nog, hij organiseerde hem .Uiteindelijk is dit de man geweest die er voor gezorgd heeft dat ik begrepen heb dat je op meer manieren dan alleen door zo hard mogelijk te gaan, van het lopen kunt genieten. Hierbij heb ik ook geleerd dat dit soms een heel bewuste keuze is en dus niet per definitie ingegeven wordt doordat je niet hard kúnt.
Dankzij de inspanningen van deze man stond ik dit najaar, nadat ik 5 dagen terug was uit Schotland voor de derde keer aan de start in Berg en Dal. Ik moet toegeven dat het thuisfront niet overdreven blij was dat ik weer voor dag en douw in de auto zat om een stukje te gaan rennen. Eigenlijk hadden ze nog wel een beetje gelijk ook. Maar dit is zo’n juweeltje van een loop dat ik er gewoon bij moest zijn. Zeker omdat de route hier uitgezet is door de LAT. Dat is een garantie voor mooie en perfect georganiseerde tochten. Ik weet trouwens nog steeds niet waar de afkorting LAT voor staat maar het zal ongetwijfeld iets zijn in de trant van Leuke Absoluutniettemissen Tochten.
Mijn doelstelling voor vandaag was absoluut helder: Genieten, Genieten en nog eens Genieten. De tekst achter op mijn startnummer: "Tja Henk, het is weer zover. We hopen dat je snelwegen mijdt, de rotondes laat voor wat ze zijn, – ook al staat Ria B daar- en dat je dit keer probeert niet al te veel af te snijden. We wensen je alle succes.", was ook heel helder. Ik wist dus wat mij te doen stond. Nu loop ik al lang genoeg om te weten dat ik loop zoals ik loop. Ook weer zo’n heerlijk kromme zin. Wat ik bedoel is ik begin gewoon te lopen en dat is soms rustig en soms een klein beetje minder rustig. Maar echt bewust heel rustig of iets sneller dat lukt niet. Het was absoluut niet de bedoeling maar ik zat hier na een paar kilometer als zevende of achtste te lopen. Als ik zag welke sterke lopers hier aan de start stonden, was dit een plaats waar ik absoluut niet thuis hoorde, maar ik had ook geen zin om een tijdje op een bankje te gaan zitten. Dus ben ik maar gewoon in mijn tempo van die dag doorgehobbeld en gaan genieten van het prachtige en uitdagende parkoers.
Ik ben nog steeds erg gecharmeerd van het concept van het mee mogen lopen met wandeltochten. Wat mij ook veel plezier doet is de vriendelijkheid van de wandelaars en het wederzijds respect tussen de wandelaars en de lopers. Steeds werd er vriendelijk gegroet en regelmatig wat one-liners uitgewisseld. Zo riepen twee wandelaars op een gegeven moment tegen mij dat heuvel-op de lopers niet echt veel sneller waren dan de wandelaars. Op dat moment voelde ik mij geroepen om de eer van de lopers te verdedigen. Verbaal ben ik hiervoor niet sterk genoeg dus moest ik overgaan tot daden. Gelukkig heb ik niet lang gas hoeven te geven, want ik lag meteen languit op de grond. Ieder jaar tijdens Berg en Dal ben ik een keer gevallen, dus deze traditie heb ik dit jaar ook weer in ere gehouden. Van de pijn die ik vervolgens aan mijn knie kreeg heb ik heel wat weken plezier gehad; kortom ik heb weer wat geleerd.
De andere traditie bij Berg en Dal is het verlopen. Ik had mij vast voorgenomen om dit jaar eens uit de band te springen en met deze traditie te breken. Uiteraard moeten dit soort ingrijpende veranderingen in je leven gedoseerd ingevoerd worden. Dus toen na een paar kilometer de eerste 10 lopers samen op zoek gingen naar een over het hoofd geziene pijl heb ik daar zonder gewetensbezwaren aan mee gedaan. Bij de eerste verzorgingspost ging ik toch weer als nummer 8 weg. Dus liep ik weer mooi mijn eigen tempo. Bij de grote post op kilometer 26 heb ik weer kunnen genieten van de optimale mix van cola, drop en boterhammen met jam. Eigenlijk had ik vanaf de vorige post tot hier heerlijk alleen lopen te genieten. Dit is zo goed bevallen dat ik hiermee ben door gegaan ben tot de extra post van Willem rond kilometer 33. Daar hoorde ik van Willem dat ik de 5e loper was die door kwam. Dit verbaasde mij zeker omdat ik vanaf kilometer 13 geen loper meer ingehaald had. Schijnbaar wilde men mijn rol van "verloper" overnemen. Ik wist dat dit punt redelijk kritiek was omdat ik dit in het eerste jaar gemist had nadat wij ons eerst gigantisch verlopen hadden en vervolgens in het zicht van deze post gekozen hadden voor de Ria Buiten Rotonde. Degene die wil weten wat ik met deze cryptische omschrijving bedoel adviseer ik om op zoek te gaan naar mijn verslag van de eerste editie. Vorig jaar kwam ik wel foutloos op deze post en heb daar toen over staan te pochen. Vervolgens verliep ik mij een paar honderd meter na deze post.
In de laatste 25 kilometer zitten eigenlijk weinig punten waar je je kunt verlopen. Het begon er dus naar uit te zien dat ik mijn doelstelling halen zou. Toen het De Duivelsberg op ging kreeg ik Jolanda Linschoten in het vizier die met erg soepele tred naar boven ging. Ook al ben ik niet bepaald gezegend met een soepele tred toch kwam ik bij haar in de buurt. Op dat moment maakte ik weer de klassieke fout om niet zelf op de pijlen te letten, maar gewoon de loper voor mij te volgen. Vreemd genoeg had ik op een lange rechte weg het gevoel dat ik niet goed zat. Toen bij het volgende kruispunt de pijlen ontbraken kreeg ik dus de bevestiging dat dit gevoel terecht was. Ik zou inmiddels moeten weten dat je op dat moment maar één ding kunt doen en dat is terug naar het laatste punt waar pijlen stonden. Toch had ik het vermoeden dat ik gewoon parallel met de route aan het lopen was en dus door links te gaan weer goed zou komen. Dat dit gewoon stom is bleek wel op het volgende kruispunt. Kortom wij mochten nog verder terug.
De LAT had bij de vorige twee edities schitterend herfstweer geregeld. Dit waren ze dit jaar vergeten. Toch was het prima loopweer. Tot een kilometer of 5 voor de finish. Toen kregen we alles. Eerst een stevig onweer met mooie bliksem en harde donderklappen. Niet echt leuk als je op een open vlakte zit. Vervolgens begon het echt stevig te hagelen. En de laatste 3 kilometer begon het heel hard te regenen. Zo hard dat ik niets meer zag . Gelukkig was dit de weg terug naar het tennispark. Asfalt én bekend, zodat ik niet veel moeite had met het vinden van de weg. Pijltjes waren echt niet meer te zien. Wat ook niet te zien was waren de auto’s op de weg. Uiteraard hoef ik onder het lopen ook geen auto’s te zien maar ik stel het wel op prijs als zij mij zien. Dat het echt zeer slecht zicht was bleek wel bij de finish. Daar hoorde ik dat precies 33 seconden voor mij Lex de Boer binnen gekomen was. Ik had hem niet gezien terwijl hij nooit meer dan 100 meter voor mij gezeten heeft.
Ik was so wie so erg verbaasd dat ik nummer 4 was die binnen kwam. En die plaats op de ranglijst was dan ook de enige domper voor mij. De tijd (5:49:31) was voor een kleine 60 kilometer op een zwaar parkoers iets waar ik meer dan tevreden mee was. Maar vierde plaats terwijl een behoorlijk aantal lopers, die enige mate groter dan mij zijn, na mij op de uitslagenlijst staan kan mij niet echt bekoren. Ik kan er niet echt prat op gaan dat ik boven lopers als Jan, Mark, Wim en nog een paar echte lopers in een uitslag sta, terwijl ik weet dat zij gewoon een aanzienlijk stuk verder dan mij gelopen hebben. Ik kan mij trouwens geen een loper voorstellen die een op zo’n manier tot stand gekomen plaats in een uitslag op zijn palmares zou willen hebben. Daarom mogen ze voor mij stoppen met het opstellen van uitslagenlijsten van dit soort natuurlopen.
Toen ik binnen kwam ben ik even bij Willem en Annemarie gaan zitten evalueren. Ik was zo nat dat de lopers die binnenkwamen dachten dat daar de douche was. Na de echte douche werd het langzaam tijd om met alle aanwezige lopers plus een aantal speciaal voor die gelegenheid langsgekomen fans het glas te heffen op ultra/marathon nummer 1.000 van Willem. Eigenlijk heb ik nog steeds moeite om dit te kunnen begrijpen; je kunt allerlei rekensommetjes maken die uitkomen op het cijfer 1.000. Of het nu 10 maal 100, 50 maal 20, of 25 maal 40 is. Of omgekeerd. Het maak allemaal niets uit. Het is altijd het product van een aantal jaren en een aantal lopen per jaar. En welke combinatie je ook neemt, het blijft altijd erg veel maal erg veel. Kortom een zeer valide reden om iemand in het zonnetje te zetten en het glas te heffen. En dat hebben we ook met veel respect, bewondering en plezier gedaan. Ik weet alleen niet of Willem toen een becijfering gemaakt heeft hoeveel glazen hij kon drinken zodat hij precies binnen de tijdslimiet bleef.
© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/