De hele rit had ik sterk het gevoel dat er iets niet klopte. Dit keer was het meer dan het herbeleven van een déjà vu, meer dan slechts het gaan langs oude paden die herinneringen oproepen. De melancholie van vroegere omzwervingen door de ruige onbewoonde veengebieden worden alleen maar heftiger maar nu was er meer. Ik stop op de meest eenzame plek en voel de zeldzame stilte die hier nog steeds heerst.
Bijna zo ver het oog reikt heide en veengrond waar turfstekers, stropers en smokkelaars nog niet lang geleden hun eigen belangen nastreefden. Verder terug wil ik, veel en veel verder toen hier nog wolven en pelgrims ronddoolden, op zoek naar prooi en vergiffenis. Met talloze demonen en een allesziende, wrekende God kon je hier als middeleeuwer makkelijk krankzinnig worden. De eindeloze vlakte herbergt donkere diepten waarin de dood huist. Verscholen onder weelderige ruigte en eilandjes van bloeiende berken die tot overnachten noden is het veen een perfecte valstrik voor een verschrikkelijk einde. Ik hoor iets kraken maar ik zie slecht of er hangt nevel over de hei…..iets zit daar!
Opdoemend uit de nevel zie ik de contouren van één, nee drie ruiters die zwijgend door het veen ploeteren. Mannen in gehavende middeleeuwse gevechtsuitrusting steunend op hun vermoeide vuile paarden zonder enig gevolg of trompetgeschal maar in stilte en gelatenheid. De slag tegen de Turken was bloedig geweest, zo bloedig dat de straten van Jeruzalem rood waren gekleurd waarin de weeïge geur van verderf wekenlang zou blijven hangen. Dat was de prijs voor het strijken van de Islamitische halve maan op de heilige stadspoort maar voor hoe lang en met welk recht? Dat laatste vroegen ze zich niet echt af want ze waren ridders en geen senatoren. Na vele slagvelden en een lange gevaarlijke terugreis via de noordelijke route restte hen nog slechts enkele dagtochten tot het geliefde Teutoonse rijk. Waldemar, Faustus en Siegfried hadden ziekte en kou getrotseerd maar hun heilige missie was geslaagd en ze zouden zeker ook de weg terugvinden uit deze nutteloze zompige bende waar geen mens scheen te wonen. Meer dan twee jaar had de kruistocht naar het heilige land geduurd en hun terugkeer leek in niets op de glorieuze uittocht van de trotse legers die met duizenden vaandels en bannieren na elke stad tot een machtig kleurrijk lint in het landschap was uitgegroeid. In hun mooiste tunieken en schitterende wapenrusting hadden ook de jonge ridders zich gretig aangesloten en fier hun zwaarden hoog gehouden ter afscheidsgroet. Hun jonge gezichten verrieden het heftige verlangen naar het avontuur en heldendaden. Nu waren hun gezichten grauw en hun besmeurde zwaarden hingen zwaar langszij de vermoeide lichamen. Hun mateloze zucht naar moed en avontuur was samen met het leger versplinterd teruggekeerd en door oorlogsgeweld en ontberingen ernstig gedecimeerd. De glorieuze zegetocht over de met bloemen bestrooide paleiswegen had plaats gemaakt voor niets anders dan het bijna pijnlijke verlangen om hun geliefden terug te mogen zien.
Met die gedachte doolden ze over de koude bergen van de noordelijke route en hielden daaraan wanhopig vast als de snijdende ijswind hun gezichten geselde en wolven elke zwakheid van hun uitgeputte lichamen gadesloegen, loerend op een kans. Zo reden ze maandenlang bijna stapvoets over de barre Taïga van vlakte tot vlakte en huilden toen het eerste rivierwater over hun handen stroomde. Het sterkte hun en zuiverde elke zinloze gedachte over heldenmoed. Nog zouden ze meerdere aanvallen van rondtrekkende bendes en vijandelijke roofridders moeten ontwijken maar de wil om te overleven bleek sterker dan al het andere. Ze bogen af naar het zuiden door bijgeloof en dichte wouden, langs grenzen van eer en koninkrijken tot ze opnieuw verdwaalden in de spookachtige nevelen van heide en moerasgrond. Vermoeid leidden ze hun paarden door het onbewoonbare desolate gebied en troostten zich met gedachten aan hun moederland dat zo dichtbij was. Nog even voordat ze hun geliefden zouden omhelzen, nog even….
De grote trotse paarden briesten en snoven toen hun hoeven wegzakten in de zompige bovenlaag van het moeras. Machteloos en in blinde paniek maalden hun benen door de zwarte brei van modder en verderf welke zich nog tijdens hun verstikkingsdood boven ruiters en paarden zou sluiten. Slechts enkele ogenblikken nog woelde het moeras mee met hun doodstrijd en zweeg. Er zouden anderen komen en eeuwen verstrijken en ik hoorde niets dan stilte terwijl een spookachtige nevel over de hei dreef.
Na zo’n lange reis met zoveel ontberingen zo dicht bij huis in totale ontreddering een zinloze dood sterven kan nooit een hoger doel dienen. Ik zag het gebeuren maar wat kon ik doen met m’n zere knie en bovendien mocht ik niet bukken van de dokter. Ik staarde hulpeloos naar het laatste blubje en voelde me toch wat unheimisch in zo’n naargeestige omgeving. Haastig vertrok ik richting het oude klooster van Sibculo dat gelukkig nog gewoon een ruïne was. Hoewel de grote liggende grafsteen waar ik als kind opgravingen deed intact was leek de omgeving rond de kloosterlocatie omgeven door oerbos en enorme naaldbomen zoals je ze alleen nog in Beieren tegenkomt. Geen spoor van welke bebouwing dan ook en daar schrok ik van want Sibculo was mijn meest gelukkige logeeradres. Op het hoogste punt niets dan bonkige eiken en machtige dennen waarboven buizerds cirkelden. Hijgend rende ik verder, langs een onbekende overwoekerde begraafplaats en een smal hazenpaadje dat uitkwam op de zandafgraving. Ik herkende vaag de contouren rond het water maar waar was het stenen gebouwtje en waar het sportveld waar je moest inschrijven? Niets, geen fatsoenlijk hek en geen sportveld maar op het strandje zat iemand achter een schildersezel met uitzicht op de bosrand.
Toen ik van het pad in het zand stapte keek ik recht in de groene ogen van een nogal gespierde herdershond met scherpe tanden. Met een diepe rimpel op de neus begon het dier gevaarlijk te grommen en dominant terug te staren.
De Duitse herder maakte zich nog groter dan hij was en blafte…(Ben jij een jood?). Ik ben als loper fel tegen ongeleide levende honden en dit was echt zo’n rothond die het prettig vindt om je flink zeer te doen. Je moet zo’n beest dan ook gelijk onder de bek trappen maar met een zere knie kon ik niet anders dan de vraag zo strategisch mogelijk te beantwoorden.
…En jij?
Het dier leek die wedervraag niet helemaal te kunnen verwerken en begon ongenuanceerd te blaffen.
Blaff blaf, gnorf blaf 1914 blef enz. (Verdamt nog mahl ik ben, ik ben, potdomme een raszuivere edelhert…edelherder en gewond geraakt tijdens een zeer gevaarlijke opdracht achter de vijandelijke linie bij Verdun in 1914 met een bloedlijn die teruggaat tot enz.)
…volgens mij ben jij eigenlijk een getormenteerd Smoushondje!
Dat klonk brutaler dan bedoeld en blijkbaar raakte ik een gevoelig plekje.
Getfr grumph blaf blaf…Ik vreet je op ik zweer het ik bijt je kop eraf lul….ik ik!!!
Natuurlijk was hij een raszuivere herdershond en ik zou z’n rotkop later nog in talloze documentaires terugzien. Blijkbaar had ie in een zeldzaam zwak moment ooit een worst gestolen of een teefje ontmoet die hem keihard had uitgelachen vanwege de stoere leren officierspet op zijn hoofd?
….Homo!
Het was als grapje bedoeld maar hij vloog met opengesperde muil naar m’n strot en m’n knie zat op slot.
Ab Blondie…!
De harde stem van z’n baas stokte net op tijd de lastige beet en wie die Ap ook mocht zijn, schreeuwen kon hij wel en er werd naar hem geluisterd. Blondie hield in, zij het met de grootst mogelijke zelfbeheersing maar desalniettemin. Zijn groene ogen keken wel héél diep in de mijne (ik lag op mijn rug) en ik zag de enorme mentale worsteling tengevolge van zijn intense haat jegens mij versus militaire gehoorzaamheid inzake Befehl ist Befehl.
Voorzichtig stond ik op om baasje Ap te kunnen bedanken maar die bleef stoïcijns naar de overkant kijken zodat ik Blondie ongezien nog even fors onder de bek kon trappen (had ie niet zien aankomen).
….vuile leernicht, je zuster is een hoer! Dat laatste wist ik natuurlijk niet maar scoort goed als belediging.
Met een zere knie hinkte ik het strandje af naar beneden en schatte Ap in als tamelijk militair met weinig geduld, iemand die het als keuringsarts goed zou doen. Op het doek veel strakke lijnen met een duidelijk einddoel zonder aandacht voor romantiek of finesse maar die snor kwam me bekend voor en was over nagedacht. Het was niet onwaarschijnlijk dat hij Blondie op een site voor ruigpoten had leren kennen want naast een militaire rijbroek met laarzen droeg Ap ook zo’n mooie Duitse officierspet. De broek zat naar huidige maatstaven ietwat koddig hoog om de middel maar zijn blik was staalhard en weinig meegaand. Voor de zekerheid ging ik alvast in de houding staan…
Was machen sie hier, snauwde hij
Zo afgemeten mogelijk deelde ik hem mee dat ik als trainer het wedstrijdparcours wilde verkennen dat vanwege de hellingen en kuilen…..Koilen, das sind unsere koilen...schreeuwde hij in m’n oor waarbij ik heftig knikte want dat leek me het beste. Zeker toen er plotseling een peloton militaire sporters in perfecte cadans uit het water opdook en met één klap in linie voor ons halt hield. Ze maakten linksom keert en hieven in één beweging hun linkerbeen tot exact schouderhoogte en groeten luidkeels hun leider.
Gruppe meldet sich nach unterwassertraining!!
Ook zij droegen van die gedateerde hoge broekjes met bretels en stonden daar naadloos met één gestrekt been op schouderhoogte maar humor leek me niet hun sterkste kant. Bovendien was daar Blondie nog die me de hele tijd vreemd aanstaarde en nu traag en met een pijnlijk gescheurde lip in mijn richting liep. Het was typisch zo’n moment waarop je loyaal moet zijn en begon alvast met het ietwat te hoog inzetten van het Horst Wessel lied. Angstaanjagend was het maar Ap kon het wel waarderen en greep lachend de vals grommende Blondie bij de bek die de pijn natuurlijk heldhaftig trotseerde.
Gutes Volk Blondie, gutes Volk…
Ik volgde Ap’s voorbeeld en "knuffelde" Blondie’s lipje nog wat verder los zodat we elkaar goed begrepen.
Gute hund…
Daarna besloot ik Ap en zijn Sportgrüppe flink te paaien en succes te wensen bij de komende wedstrijd. Vervolgens zou ik ter eliminatie vrolijk gekleurde gifkorrels over hun befaamde Sachertorten strooien en me uit de voeten maken. Trainen is immers vooruit zien en niemand zou ze missen toch?
De gedane lof richting Ap en zijn Mannschaft pakte zo goed uit dat hij me min of meer als collega begon te zien terwijl ik op mijn beurt ook wel iets van de Duitse trainingsleer wilde weten. Ik opende met een paar slappe Rudi Carel dijenkletsers van het niveau komt een vrouwtje bij de dokter…maar toen al jodelde hij van pret en nam me in vertrouwen. Ook wat hun tactiek betreft wilde hij wel wat kwijt mits ik mijn woord van eer gaf maar dat was voor mij geen probleem natuurlijk. Ze zouden de drinkposten voor de wedstrijd met een soort bedwelmend gas injecteren om zo de concurrentie uit te schakelen. Dat scheen vrij goed te werken en vanwege hun natuurlijke superioriteit hoefden Duitse atleten natuurlijk nooit te drinken. De overgebleven atleten zouden daarbij zeker in de berenklemmen trappen die de mannen zojuist strategisch onder het wateroppervlak hadden weten te plaatsen. Dat lijkt heftig maar met een Duitse moeder wist ik natuurlijk wel iets van hun gewoonten en nog herbeleef ik soms hun overrompelende visites waarbij ze al onze zelfgebakken Apfelstrudel opvraten. Dat deden we vervolgens ook weer bij hun terwijl zij dan probeerden om in elk geval nóg meer taarten en Kuchen op tafel te krijgen dan we menselijkerwijs opkonden.
Het was hun goed gegaan na de oorlog, iets te goed vond mijn vader die het met zijn bescheiden Fiatje erg moeilijk had met de Hochmut van hun grote Mercedessen maar dit terzijde want er werd op dit moment wel een meervoudige moord beraamd en iemand moest iets doen maar die was er niet. Ik lachte dan ook dapper mee alsof het Tod oder Sieg principe voor mij even vanzelfsprekend was en schertste dat er voor de laatste overlevenden misschien nog een U-boot met torpedo’s in de diepte zou liggen. Even bleef het pijnlijk stil op het strandje waarachter het water plotseling donker en dreigend leek.
Niet voor iedereen, schreeuwde hij, alleen voor die Schnellsten want dat zijn Ausländer en die roven ons das Preisegeld altijd weg!
Tuurlijk, gans klar maar hoe zit het nu met die trainingsintensiteit Her Ap?
Ik viel van de ene verbazing in de andere want op Dolf’s teken sprintte het team gelijktijdig voluit weg en begonnen als bezetenen de bekende Sibculose zandhellingen op en af te rennen. Dit anaerobe tempo zouden ze nog geen ronde kunnen volhouden en zo dadelijk zouden ze als visjes op hun rug in dat water naar lucht liggen happen. Dolf legde echter uit dat de sporters alleen bij doorkomst mochten ademen en zodoende hun lactaatgehalte nog beter leerden verdragen. Dankzij de aldus ontstane kleine hersenbeschadigingen zouden de atleten daarnaast ook minder vermoeidheid (kunnen) voelen. Op dit parcours moest je immers kunnen dealen met je anaerobe capaciteiten.
Een en ander was door soldeerexperimenten van clubarts Mengele nog verder geperfectioneerd maar het idee kwam van Ap zelf natuurlijk. …gans gut her Ap kuchte ik want je hoeft immers niet altijd kritisch te beginnen. Geniaal, schreeuwde hij zelf en eigenlijk was het dat ook wel want een dergelijke toename van anaerobe capaciteit betekende een enorme verbetering in het prestatievermogen en wellicht een nieuw metabool pad als je ook wat andere vervelende remmende mechanismen kon wegsolderen, kortom niets minder dan een noviteit! Misschien kon die clubarts eens zo’n clinic bij Twenterand komen verzorgen, dat zou leerzaam zijn voor onze mensen en….
Wow, daar waren de atleten opnieuw aan de overkant en ze zagen er prima uit. Met het schuim op de mond en uitpuilende oogbollen bestormde de Sportgruppe keer op keer enthousiast de Sibculose hellingen.
Und jetzt ein rondje in duurloop 9,….wie het laatst doorkomt ist ein Schwein!
Ap gooide er achteloos een stukje speelsheid in zonder zijn natuurlijke arrogantie geweld aan te doen en toch prikkelend te blijven want niemand wilde een varken zijn. Zijn onorthodoxe harde aanpak leek echter bijzonder functioneel en in feite was ik gewoon jaloers waardoor ik nare gedachten kreeg. Ik zei het natuurlijk niet zo direct maar liet doorschemeren dat een chronisch gebrek aan liefde alleen maar gevoelloze marionetten opleverde die gewoon een kunstje deden en dat een dom varken ook wel hard kon schreeuwen.
Dat was duidelijk tegen het zere been en hij begon onmiddellijk met zijn Lüger in mijn richting te zwaaien. Ook Blondie liet nu zijn spieren rollen en zag zijn kans schoon. Om de situatie niet te laten escaleren moest ik onmiddellijk tot de kern van hun eergevoel doordringen. Het eergevoel van de Duitse landadel stamt nog uit de riddertijd en is sindsdien een belangrijk aspect bij korfbal en militaire scholing. Dat laatste hoopte ik vurig. Mijn persoonlijke eergevoel is daarentegen bijzonder flexibel en dus draaide ik mij weer simpelweg even op de rug om Ap en Blondie mijn onbeschermde weke buikdelen te tonen. Inderdaad een tamelijk onderdanige houding maar wel even noodzakelijk.
Immers, hoe intens de haat en woede ook is zou alleen een getormenteerde achterbakse Smaushond dit universele teken van overgave negeren en tóch aanvallen. Zelfbeheersing mag een beetje moeite kosten. Met opengesperde muil stond Blondie trillend van ingehouden woede over me heen te kwijlen. De immense tweestrijd onder zijn pet was daarbij fascinerend om te zien.
…geef toe Bambi, een echte Überhund zou nu geen enkele emotie tonen of komt het soms door je verrotte heup…
Dat van die heup kwam hard aan en het leek me beter om nu even te dimmen. Bij het opstaan kon ik niet laten om hem wat zand in de bloeddoorlopen ogen te gooien waar die sukkel direct last van kreeg.
Ter excuus naar Ap toe klikte en knikte ik wat met hoofd en hakken en was het gevaar in feite alweer geweken al moest hij natuurlijk nog wel een statement maken.
Ich bin ein Toptrainer, gilde hij,...meine Strategie zal duizend Jahre duren!
Op dat moment kwam de Sportgruppe weer voorbij denderen en Dolf verlegde onmiddellijk zijn vileine aandacht naar de laatste loper die op één been uit het bos kwam stuiteren…De jongen riep angstig dat hij in een berenklem was gestapt en zodoende z’n eigen poot had afgevreten maar dat was helemaal geen probleem en hij kon zo weer Anschluss maken….. Nou mooi niet, het bloed spoot uit de stomp en heuvelopwaarts kon je duidelijk zien dat de blessure wel degelijk zijn techniek beïnvloedde. ’t Was wel een bijtertje trouwens want hij hinkte als een bezetene de helling op met dat ene been. Probeer dat maar eens om in zo’n situatie zonder oefenen direct heuvelopwaarts een gat dicht te lopen terwijl het bloed alle kanten opspuit… Wanhopig probeerde de jongeman zijn blessure nog met een felle armbeweging te ondersteunen maar er zat toch duidelijk ongewenste spanning in de hoog opgetrokken schouders. Zwijgend staarde de trainer naar zijn pupil en de jongen leek te voelen dat hij voor hem had afgedaan.
Ik doe het voor U mijn Führer, huilde hij,…voor U allein…"
Der Fürher leek niet echt onder de indruk van zijn geblér en net toen de jongeman zich aan het eerste heidepolletje over de rand probeerde te trekken schoot Ap de stumper in z’n rug.
Verságer…..zo doen wij dat met achterblijvers!
Alsof er niks gebeurd was stak Dolf de rokende Lüger in het holster terug en bood me een mooi stuk Beiers gebak aan en stak zelf een sigaar op. Kijk, zei hij, je moet immer die letzte atleet abknallen,…dan blijven die andere atleten scharff. Daar zat wel wat in maar een dergelijke selectie zou bij de gemiddelde Nederlandse atleet toch wel wat vragen oproepen dacht ik hardop. Darum winnen jullie ook niemals und nooit, blafte hij en begon meteen af te geven op de Hollandische mentaliteit…..dat ze hem ooit hadden bedrogen door 25 gulden te vragen voor een blikje originele Hollandse kippensoep dat achteraf gewoon zure zult bleek te zijn. Er verscheen een bittere trek onder z’n snor en hij werd opeens erg emotioneel. Bingo, nu werd het interessant en ik trok subiet m’n jas uit om Ap te kunnen laten liggen terwijl ikzelf het schilderskrukje bijtrok en warmte probeerde uit te stralen.
Het bleek dat hij als kind ernstig teleurgesteld was geraakt in zijn ouders die zich elke avond naakt laafden aan grote borden rijkelijk gevulde kippensoep terwijl hij op zijn beurt alleen zure zult te vreten kreeg. Keer op keer zag hij de zwetende rooie koppen van zijn ouders boven de grote dampende borden terwijl hun malende kaken de ene kip na de andere kip aan flarden trokken. Ja, ook hij zou strakjes ook een dikke warme kip in de soep krijgen maar eerst moest het bordje koude zure zult leeggegeten worden. Dikke grijze plakken zure zult verzwolg het ietwat stümpige (ondermaats) ventje en altijd werd hem voorgehouden dat het beloofde bordje kippensoep nu elk moment geserveerd zou worden maar dat was niet zo. Weer moest hij toezien hoe zijn vader met grijnzende, opengesperde bek de zoveelste kluif door z’n kanaal propte. Hij rook de scheten van zijn vlezige moeder dwars door het vet heen terwijl ze hem met haar bolle ogen op afstand hield.
Zo zaten ze avond na avond tegenover elkaar en uit hun hele houding sprak maar een ding…..jij zult nooit maar dan ook nooit ein kipje haben. Het lipje van Ap trilde een beetje en het was wel duidelijk dat hij een erg gevoelig kindje in een weinig liefdevolle omgeving was geweest. Ik wilde uiteraard maar één ding weten en dat was hoe hij erin was geslaagd om atleten aan zich te binden die hier op dit erbarmelijk zware parcours staande bleven en begrepen dat alleen het mentale breekpunt de graadmeter was. Spieren zijn slechts slaven van het brein en sport is maar een woord dat niets te maken heeft met moed, wanhoop en pijn waarmee elke uithoudingsvermogen prestatie wordt opgebouwd…die Notwendigkeit des Leidens. Er ontbrak verdomme iets en ik moest weten wat dat was, ik moest in Ap treden, hem min of meer "Simekken".
Mijn oom Ben die als pastoraal medewerker over een gouden tong beschikte en extreem goed lag bij dames van een zekere leeftijd was een meester in het Simekken waardoor mijn verloofde hem alleen dubbel gesluierd mocht ontmoeten in mijn of mijn broers bijzijn en dan nog werd ik zenuwachtig van zijn indringende gesprekken. Hij begon altijd met zijn slachtoffer recht in de ogen te kijken…
Wat ben jij één prachtiege Mann Ap en wat heb jij één mooie broek aan ,ik zie veel liefde in jou ogen Ap, jij kán ook veel liefde geven…
Hij zuchtte lang maar er zat toch nog veel spanning in het lichaam toen hij even de ogen sloot. Boven het kabbelende water ruiste een zacht zomerbriesje en even streelde ik het lokje op zijn voorhoofd. Nu moest ik naar de kern en ik liet m’n stem een octaaf zakken om als Dietrich te klinken.
…wo die Blumen sind
Wo sind sie geblieben
Sag mir wo die Blumen sind
Was ist geschehen
Sag wo die soldaten sind
Über Gräber weht die Wind
Wann wird man je verstehen
Hij murmelde iets over die Notwendigkeit…dat ik niet goed kon verstaan vanwege een soort gegorgel achter me. Ap, zweeg en leek in een soort trance weg te zakken waarbij het Kriegslied loodzwaar over het strand bleef hangen. Ik keek geërgerd achterom naar de oorzaak van deze cruciale storing die ik niet licht zou vergeten. Natuurlijk refereerde de schrijnende tekst aan het ergste leed maar dat ook een herdershond zich hierdoor persoonlijk aangesproken zou voelen was nieuw voor mij en hij had het heel zwaar.
Het dier vertoonde dezelfde heftige verschijnselen als mijn tante Liesbeth die het pastorale werk van haar echtgenoot niet langer kon verdragen en midden op de markt snikkend was ingestort.
Ook Blondie, die ik nog geen halve dag kende, verloor zich nu in een dijkdoorbraak van jaren opgekropt leed en schone schijn. Huilend van ellende kroop ie naar me toe en bleef met schokkende schoudertjes voor m’n voeten liggen jammeren.
…nur ein Wort von Liebe…ich werde alles machen…mich selbst töten für ein Wort von Liebe…
Blondie’s Spartaans Arische opvoeding waarin deugden als heldendom en bloedlijn voor alles ging was ergens toch tekort geschoten en dat wreekte zich nu.
bléér…nur Befehle und Übung… bléér…keine Zärtlichkeit…nichts…blér!
Het was toch wel zielig om zo’n grote hond te zien schreien terwijl ie onhandig met z’n lompe poten in de ogen wreef.
Hier, een doekje…
Danke…
Dit was een geselecteerde rashond met meer medailles en diploma’s dan Beckenbauer en Heino bij elkaar die snotterde vanwege een onbeantwoorde liefde.
Kom op Blondie wat kan jou die liefde nu verrotten, flink sporten dan gaat het vanzelf wel over…of puzzelen is ook hartstikke leuk wanneer je verdrietig bent.
Hij wees de waardevolle adviezen van oom Ben hoofdschuddend af en kromp ineen van ellende. Ik aaide over een lokje en zette z’n petje recht wat direct een nieuwe huilbui veroorzaakte en onbeheerst mijn broek eronder zeverde.
…nur seine Liebe ich wollte immer nur seine Liebe…
Ik nam nog en stukje gebak (het stond er toch) en trok alvast m’n jas onder Ap’s kop weg want de sessie had vooralsnog weinig concreets opgeleverd. Ik voelde sterk de behoefte om Ap’s onderbroek via de rugkant even krachtig tot diep in zijn bilnaad te trekken… zoals ikzelf en talloze ander rekruten dagenlang hadden moeten ondergaan onder vilein hoongelach van Nederlandse officieren….hoongelach dat opklinkt in de holle kazernegangen, ver van je huis en poëziealbum… Zowel Blondie als ik stonden amper een seconde later stram in de houding voor de grote Über-trainer die wild overeind was gesprongen op het moment dat de grond begon te dreunen door het geweld van aanstormende atleten. Met wegdraaiende ogen en gesticuleerde handgebaren zweepte hij de sterk excellerende atletengroep op tot uiterste krachtsinspanning. Er was slechts een miniem verschil tussen de toppositie en achtervolgers waardoor het tempo waanzinnig hoog bleef. Ik wist inmiddels iets van het lot van achterblijvers en het aldus gepraktiseerde afvalsysteem werkte idioot goed. De groep oefende nu een serie start en keerpunten waarbij vanuit een hoog gelegen mitrailleursnest opeens korte salvo’s werden afgevuurd die zowel voor,- achter en tussen de groep insloegen. Behalve een enkel schampschot werd niemand echt bewust geraakt en diende de actie voornamelijk een mentaal doel. Niet bang zijn of afgeleid raken maar onverstoorbaar en met precisie het juiste ritme op het juiste moment willen handhaven.
Hard wie Kruppstahl, taai wie Leder, schnell wie Windhunde, moeten die atleten zijn…
Hier onderbrak hij zijn tirade en frunnikte even aan z’n broek voor nog een pakkende oneliner.
…durch grenzenloze Willenkraft
Opnieuw een pauze waarbij hij ongemakkelijk naar de juiste houding zocht om zijn woorden nog meer kracht bij te zetten. Op de een of andere manier scheen hij geërgerd door iets wat hem uit concentratie bracht. Had deze Duitse toptrainer misschien een geweten, was er ook een zachte kant of was het toch die onderbroek die ongemakkelijk diep in zijn bilnaad was getrokken? Ap frunnikte nu ongegeneerd naar de diepe wonde van zijn zachte kant. Leuk, maar de persoonlijke ellende van een toptrainer gaat altijd ten koste van onschuldige slachtoffers. Daar waren genoeg voorbeelden van en het schijnt zelfs dat Josephiene de Pompadour, de nogal rijzige echtgenote van Napoleon Bonaparte, op een gegeven moment zo genoeg had van dat tirannieke dikke ventje dat ze deze "techniek" perfectioneerde door hem bij de minste opwinding minutenlang gillend in zijn bilnaad te laten spartelen…..helaas begon Napoleon er steeds vaker om te vragen.
Dergelijke subtiele frivoliteiten zijn bij Duitse toptrainers natuurlijk ondenkbaar maar wat was het dan dat wanneer er iemand of iets ten strijde trekt de Duitsers uiteindelijk winnen? Terwijl ik strak de houding trotseerde en verbeten vechtlust op de zwetende gezichten mij keer op keer passeerden begon ik verbanden te leggen.
…Notwendigkeit…Ehrzucht…vechtlust…trots...het klonk allemaal goed maar incompleet. Ap was weer begonnen met razen en tieren en Blondie hing weer aan z’n lippen. Stom dier dat z’n leven zou geven voor een teken van liefde. Opnieuw joeg Ap zijn atleten naar de overkant voor een laatste interval over de hellingen waar deze wedstrijd gewonnen dan wel verloren werd. Ze storten zich als haviken op het moeilijke afdalingen en ranselden het mulle zand om vervolgens met minutieuze precisie elkaars voetsporen te strelen in hun gang naar boven. Wilskracht gekoppeld aan een gepassioneerde bijna delicate techniek, het leek wel liefde…
Zo moet het en niet anders schreeuwde ik instinctief en enthousiast…want alles viel hier op z’n plaats en hoewel ik bepaalde medische soldeerexperimenten wel kon waarderen ging het in essentie om het streven naar het beste. Onophoudelijk streven naar de uiterste grenzen van je kunnen. Genetisch bepaald talent schiep gunstige voorwaarden en verwachtingen maar de ultieme persoonlijke topprestatie lag in het grenzenloze onophoudelijke moeizame soms pijnlijke streven daar naar toe…gedrevenheid!
….Willenkräft und die Notwendigkeit des Leidens!
Ik danste en stampte in het rond terwijl de spetters van m’n kop vlogen. Dit zou een forse salarisverhoging en het respect van mijn verloofde betekenen. Natuurlijk deelde Ap mijn vreugde niet want nu waren we collega’s en hij was natuurlijk een beroerde reservetrainer. De hond (Ap) leek mijn gedachten te lezen en zijn emoties maakten plaats voor iets dat nog kouder was dan zure zult. Hij wees naar de in schoonheid verstorven atleten aan de overkant en zijn gezicht verstarde.
Het schot galmde langs de hellingen en ik zag hoe bij de voorste loper zijn hersenen als roze damp uiteenspatte.
…..und niemals denken dat je al gesiegt hebt,….immer doorkempfen… met grenzenloze liefde voor het lopen.
Daar was ie even stil van en er lag alleen nog verbijstering op zijn gezicht toen ik hem de Lüger teruggaf……..
© Harry Coes (Mila-trainer)